vrijdag 31 december 2021

Domein van licht - Yuko Tsushima

 

Ik heb dit boek gekocht in de boekwinkel omdat ik de eerst passage zo mooi vond toen ik die doorbladerde. Daarin beschrijft ze haar nieuwe huis waarin ze gescheiden van tafel en bed met haar dochtertje komt te wonen, het licht dat door de ramen komt. Ze raakt erdoor bevrijd. Ze voelt dat ze veranderd, maar durft niet toe te geven aan die verandering. Scheiden was, en in zekere zin _is_, in Japan geen gewone zaak, gescheiden vrouwen werden niet voor vol aangezien. Langzaam raakt ze depressief, weet niet hoe ze met haar nieuwe leven om moet gaan. Zekerheid is niet meer vanzelfsprekend. Deze wanorde in het evenwicht is niet alleen mentaal, maar uit zich ook fysiek. Vooral de manier waarop ze met haar dochtertje omgaat, vond ikzelf stuitend. Pas als de scheiding ook door haar man wordt aanvaard en officieel bekrachtigd, vind ze in haar nieuwe leven weer wat vaste grond onder de voeten. Een heel feministisch Japans boek.

zondag 5 december 2021

Ten Oosten van het Westen - Miroslav Pinkov

 

Altijd als ik zo'n serie non-fictie boeken lees, mis ik een wereld die niet echt is, waar ik in kan wonen. Daarom heb ik tijdens Minor feeling deze bundel korte verhalen uit Bulgarije gepakt. Na ieder essay een kort fictie verhaal. Dit is het enige boek dat ik ken dat speelt in Bulgarije, daar komen blijkbaar niet veel schrijvers vandaan? Zeker niet in vertaling. Ik vond 'Nachthorizon', over de familie doedelzakmakers, het mooiste verhaal.

vrijdag 26 november 2021

Minor Feelings - Cathy Park Hong


The problem with silence is that it can't speak up

I found this an impressive collection of essays. Cathy Park Hong speaks about how she experienced life as an Asian American in the US. She does not spare herself, like in the first essay where she talks about her depression. This makes her vulnerable and at times not very likeable.
We all have a personal story with a book. I wanted to read this because my brother was adopted from Korea when he was three. I was ten at the time. Although he hardly has any memory of being in Korea, he still felt this. As Cathy Park Hong describes in the last essay, which is why I keep returning to Seoul in my memories. As she says in I think almost the last page Even if we have been here for four generations, our status remains conditional, belonging is always promised and just out of reach. I can relate to sentences as I always second guest myself, questioning why I was being paranoid.
Cathy Park Hong lives in a world where whiteness is the norm. I still see my life in relation to whiteness, she tells in the essay The end of white innocence. Here she talks about the current world of devide we live in. In feeling wrong they feel wronged. In being asked to made aware of racial oppression, they feel oppressed. We are to think about our white identity and this makes us feel our identity is under thread. I think that this is for a large part why we react as we react.
An insight also was One charecteristic of rascism is that children are treated like adults and adults are treated like children. I think we can't image the feeling of a child seeing their parent treated like a child. I think this can be something you take with you our whole life. Like ugly feelings, Minor Feelings are non-carthartic states of emotion with a remarkable capacity for duration.
I really liked the essay Bad English, where she tells about the relationship she has with the language, she did not learn till the age of five. In her life as a child in Koreatown English was always borrowed, from hip-hop to Spanglish to The Simpsons, she tells. The borrowed language became significant for her as a poet, which she does recognize as being privileged to be able to study. A study she talks about in 'An Education', a deeply personal story about three young people destined to become artists, and becoming friends, being sucked up by each other and repelled by each other. It is like a coming of age essay. She had trouble finding her own voice, admitting what her own was. In the past, I was encouraged to write about my Asian experience but I still had to write it in the way a white poet would. Something she recognized when reading the book Dictee for class. About the writer of Dictee, Teresa Cha, is the essay 'Portrait of an artist'. I really liked the first pages of this essay, there is a magnificed drive in this, where you see Teresa Cha do her things and walk in the town, not knowing where this would lead to in the end.
The last chapter 'The indebted' is about post-colonialism and the effect this has had on her. The most damaging legacy of the West has been its power to decide who our enemies are, turning us not only against our own people, like North and South Korea, but turning me against myself.

dinsdag 23 november 2021

Stikvallei - Frank Westerman


In Kameroen worden in een vallei met meerdere vulkaanmeren op een dag al het leven levenloos gevonden. Dat is het feit, maar wat is er gebeurd?
Frank Westerman gaat in dit boek vooral achter de verhalen aan die over deze dag worden verteld. Verhalen van de vulkanologen, de Westerse (een veelal Nederlandse) missionarissen en de inwoners van het gebied en de gebieden erom heen. Voor iedereen heeft deze dag een betekenis gehad. Ook voor Westerman zelf denk ik, hoewel hij daar niet over verteld, want hij schrijft dit boek twintig jaar na de dag en twintig jaar nadat hij al jonge radiomaker erbij betrokken raakt en voor het eerst mensen erover interviewt.

 

maandag 25 oktober 2021

Europe, a history - Norman Davies

 

Naar aanleiding van de roman Een nieuwer testament van Hella Haasse heb ik het deel over het Romeinse rijk uit dit geschiedenisboek herlezen. 

Lenins balsem - Peter Waterdrinken

 

Een van de oudere boeken uit mijn kast. Het speelt in de overgangstijd van de Sovjet Unie naar Rusland, waarin het land een kapitalistische anarchie was, waar je met opportunistisch oplichten miljoenen kon verdienen. Het is passend dat de hoofdpersonen uiteindelijk bankiers worden. 

De jonge Nederlander Olaf Weber die in Moskou toeristen oplicht komt in aanraking met een man die beweert  bewijzen te hebben dat het balsem van Lenin een verjongingskuur is. Er volgt een hilarische zwendeltocht om de formule in handen te krijgen. Onderwijl vind Olaf de ware liefde en brengt de tocht hem naar de Oekraine met zijn Franse tante, die daar in concentratiekampen heeft gezeten. De verhalen daarvan zijn schrijnend.

dinsdag 12 oktober 2021

De Doorsons - Roline Redmond

 

In de Doorsons gaat cultureel antropoloog Roline Redmond op zoek naar haar slaafgemaakte familie in Suriname. Ze zoekt in de archieven in Nederland tijden de emancipatie en het slavenregister in Suriname. Beide archieven zijn er feitelijk niet op gericht om mensen te registreren, maar bezit. Het Nederlandse archief werd gebruikt om de slavenhouders te compenseren voor het afschaffen van de slavernij in 1873 (1863 + 10 jaar dat de slaven niet van plantage mochten wisselen). 

Ze reist naar Suriname om mensen te interviewen en vertelt vooral over het leven van de slaafgemaakten na de afschaffing van de slavernij. Waar woonden zij, wat deden zij?

Familie was ingewikkeld. Vaak werden slaafgemaakten die in een hut met leefden waren lukraak geregistreerd met dezelfde achternaam, zonder dat er van bloedverwantschap sprake was. Bloedverwantschap was in de slavengemeenschap minder belangrijk, die kon altijd door de slavenhouder uit elkaar worden gehaald, verkocht, op andere plantages te werk gesteld. Wie er bij je waren, dat waren degenen van wie je op aan moest kunnen, dat werd je familie. In tijden na de slavernij waren dat de kweekjes, minderjarigen die bij een familie woonden en door hun werden opgevoed, maar geen eerstegraads verwant waren, en die vaak de rottigste karwijen te doen kregen. Hun leven was er een van bittere armoede.

De Engelsen schaften de handel in slaven uit Afrika af in 1804, de Nederlanders deden dit onder druk van de Engelsen zeven jaar later. Onder grote druk tekende koning Willem III in 1862 de emancipatiewet, die de afschaffing van de slavernij in 1863 regelde. Na 1863 werd het de slaafgemaakten echter 10 jaar lang verboden om op een ander plantage te werken, of om de plantage waar ze waren te verlaten en moesten ze werken op die plantage. Daarom wordt in de Creoolse gemeenschap 1873 gevoelt als de datum van de afschaffing van de slavernij.

De familie van Roline Redmond komt uit Coronie, van de plantage Sarah, helemaal in het westen van Suriname, aan de grens met Brits Gyuana. De slavenhouders waren dan ook een mix van Nederlanders, Engelsen, Schotten. De slavenhouders die de familie van Roline Redmond als slaaf in bezit had, was de familie Dessé. Zij waren weer afstammelingen van een Engelse plantagehouder en een slaafgemaakte vrouw. Het is hem uiteindelijk gelukt om de kinderen die hij had bij de slaafgemaakte vrouw Dorothy vrij te maken onder zijn eigen naam. Dit was niet vanzelfsprekend. Vrije slaafgemaakten mochten de naam van hun witte vader niet krijgen, dat zou maar leiden tot standverwarring. Vaak werden namen dan verhaspeld, achterstevoren geschreven (Essed). Deze afstammelingen van een slaafgemaakte vrouw leefden als plantagehouders en in de Surinaamse maatschappij als plantagehouders erkent. Zo draait alles rond en om. In het verhaal van Roline Redmond is veel ruimte voor nuances. Als Roline Redmond de nazaten van de Dessé's interviewt ontdekt ze dat die familie eigenlijk niet zo veel rijker uit de geschiedenis tevoorschijn gekomen is dan die van haar. Door een aantal natuurrampen, brand en overstroming, gingen de nazaten van deze Dessé's uiteindelijk naar Nederland, want hun wit uitziende kinderen werden gepest met hun gekleurde vader.

De familie van Roline Redmond is niet bijzonder, het waren gewone mensen. Na 1873 gingen ze naar Paramaribo, en lieten alles achter. Ze waren wasvrouw, kinderoppasser. Ze woonden in de smalle straatjes en kleine erven achter de grote herenhuizen aan de straat, afgeschermd van het eerste gezicht. De mannen die hun familie konden onderhouder waren vissers. Een prachtig hoofdstuk in het boek gaat over het werk van de wasvrouw. De rug altijd in kromming, de handen met rimpels van het water, het aangezicht vol druppels. Sommige familieleden hadden psychiatrische aandoeningen en moesten opgenomen worden in de psychiatrische instellingen in Suriname, geen goede plek om te zijn. Maar de vissers werden rijker, en de kinderen konden langzaam meer onderwijs krijgen. Roline Redmond studeerde uiteindelijk in Nederland. Over haar eigen leven staat overigens niets in dit boek, dit heb ik uit een podcast met haar. De familie in Suriname komt zelfs terecht in de politiek! Een van haar familieleden uit een andere tak schreef ook een boek over zijn leven, als visser. enigszins melancholisch bedenkt Roline Redmond dat beide boeken, het zijne en het hare, waarschijnlijk niet veel gelezen zullen worden. In de Surinaamse gemeenschap van ex slaafgemaakten wordt lezen met argusogen bekeken. Aan boekenkennis had je niet zoveel!

Er staan ook prachtige passages over kleding in het boek. Creoolse vrouwen werden vanaf 1879 bij wet verplicht het bovenlijf te bedekken. Lang hebben de donkere vrouwen bedekking van het bovenlichaam luchtig gehouden, aangezien het door de beide seksen uit die groep niet als een erotiserend deel van het lijf werd ervaren. Maar dat verandert in de negentiende eeuw. Een bedekt lichaam wordt een middel om te stijgen op de sociale ladder. Op de voorkant van het boek zie je Creoolse vrouwen in hun klederdracht, dat, in de tropen!, uit drie verschillende lagen bestaat!

Een apart hoofdstuk gaat over de rol van de kerk in de slaafgemaakte gemeenschap. Er ligt een link met Zeist, want de grootste kerkgemeenschap blijken de Hernhutters te zijn, die ook hier in Zeist een stempel op de stad hebben gedrukt. De rol van de kerk is dubbel, want ze heeft voor de kinderen van slaafgemaakten het eerste echte onderwijs opgezet. Roline Redmond schrijft, De mensen van de kerk hebben ondanks hun eis om aanpassing aan de mores van bijvoorbeeld het huwelijk, de slaven toch nog enige waardigheid gegund door ze als mens te zien [...].

Ze reist meerdere keren naar Suriname, maar het verhaal wordt niet chronologisch verteld, maar per onderwerp. Dat vond ik soms lastig.

vrijdag 1 oktober 2021

De Engelenpoort - Penelope Fitzgerald

 

Dit boek had ik in drie dagen uit, dus ik heb me er prima mee vermaakt!

donderdag 30 september 2021

CBA47 - div

 


Deze collectie van Science Fiction graphic novel verhalen heb ik gekregen via Bookcrossing. Leuk om tekenaars te zien uit landen waar ik er geen van ken, bijvoorbeeld Zweden en Finland. Ik vond vooral The heart of the robot en The living mooi, waarvan hieronder een bladzijde.


 

vrijdag 17 september 2021

Invisible women - Caroline Criado Perez

 

Data over mannen zijn het uitgangspunt en de norm bij allerlei onderzoeken, analyses en ontwerpen, en er is te weinig wetenschappelijke data over vrouwen, stelt Criado Perez.

Zo worden de opgegraven skeletten bij archeologische vondsten bijna altijd geclassificeeerd als man, en worden er altijd weer meer mannen opgegraven. Helden zijn mannelijk als norm. En vrouwen zijn de uitzondering, nooit de default. Zo haalde een professor aan de Georgetown universiteit de koppen van de krant toen ze haar literaire cursus 'White male writers' noemde, terwijl de ontelbare keren dat cursussen over 'female writers' gaan onopgemerkt blijven. Vrouwelijke schrijvers benoem je in de titel van een workshop. Dat een cursus over mannelijke schrijvers gaat, dat is logisch.

Omdat veel medicijnen in trials alleen getest worden op mannen, omdat producten gemaakt worden voor het mannelijke lichaam, omdat veiligheid getest wordt met test-dummies op basis van mannelijke maten, lopen vrouwen meer risico dan mannen bij een auto-ongeluk, op bijwerkingen van medicijnen. Vrouwelijke agenten lopen zelfs meer risico op verwondingen, omdat kogelvrijevesten niet op maat zijn gemaakt voor het vrouwenlichaam. Als dit probleem wordt gezien, wordt er vaak niet geprobeerd om de mannelijke bias te verhelpen, maar moeten vrouwen gerepareerd worden. Waren vrouwen maar meer als mannen!

Veel van de zaken die ze noemt wist ik al, kende ik al, misschien dat het daarom iets vlakker was dan ik me voorstelde toen ik begon. Het deel over de economie vond ik wel interessant, omdat het me uitdaagde om anders te kijken naar gezinsinkomen en de tijd die mannen en vrouwen onbetaald werken, via mantelzorg, zorg voor de kinderen, luizenmoeder, voorleesmoeder (die namen impliceren al dat het vrouwen zijn, er is geen voorleesvader, laat staan luizenpapa). Veel bezuinigingen in de publieke sector zijn, zo stelt Criado Perez, geen besparingen, maar een verschuiving van werk van de publieke sector naar onbetaald werk voor vrouwen, omdat de taken die worden wegbezuinigd nog altijd wel gedaan moeten worden. Women's unpaid work is work that society depends on. Want het is logisch dat dat werk onbetaald gedaan wordt.

Zo werkt het ook met belastingkortingen. Since the 1980, governments around the world have been less interested in taxes as a means to redistribute recources, but seeing tex more as a potential retardent to growth. Omdat bij groei het werk van vrouwen voor een groot deel niet wordt meegenomen, hebben belastingkortingen op die wijze een grotere invloed op het inkomen en werk van mannen dan van vrouwen.

Vaak, heb ik ook gemerkt, is als je deze problemen opmerkt 'Ja, maar dat is logisch.' Maar zo zegt Criado Perez: 'Comon sense' is in fact a product of the gender data gap.

Een nieuwer testament - Hella S. Haasse

Er was een afbrokkeling gaande, die ons allen aantastte.

Ik hou van de boeken van Hella Haase, maar deze vond ik moeilijk. Het boek speelt in twee dagen in het Romeinse rijk in 417 na Christus, de nadagen van Rome, als het al is geplunderd door de Visigoten. Het draait om twee personen en hun connectie tot elkaar, Claudius Claudianus en Hadrianus. Beide zijn geboren in Egypte, en zoeken hun identiteit als Romein, in een Rome dat verandert, waar het Christelijk geloof de plaats inneemt van de Romeinse religie. 

Ondanks dat het maar 150 bladzijden is, is de roman een diep gelaagd verhaal over identiteit, persoonlijke ontwikkeling, religie en familie, zingeving. Allemaal interessante thema's, maar toch vond ik de taal taai, het loopt niet soepel zoals andere boeken van haar.

In het boek speelt ook Pylades een rol, een mime. Dus weer een clown, net als het vorige boek. 

Het boek heeft wel weer mijn belangstelling voor het Romeinse rijk aangewakkerd, ik ga daar maar weer eens over lezen!

Ik heb het boek in de tas gehad in een stortbui en daarbij is het nat geworden. Ik denk niet dat het nog bruikbaar is.


 

zondag 12 september 2021

Meningen van een clown - Heinrich Böll

 

Dit boek gaat voor mij vooral over een relatiecrisis. Hans Schnier, een aan lager wal geraakte clown en verlaten door de vrouw met wie hij zes jaar heeft samengeleefd, belt oude vrienden en bekenden om hulp. Maar tijdens de gesprekken neemt hij ze vooral de maat en weert hij ze meer af dan dat hij hulp aanvaart. Hij verzet zich tegen de moraal van het West-Duitsland van de wederopbouw, de katholieke schijnheiligheid, de met het nazi regime heulende Duitsers die weer hun rechtmatige plek aan de top van de piramide bezetten. Hij vindt vooral dat hij gedwongen wordt zich in zijn relatie aan te passen aan die schijnheiligheid, een aanpassing die hij uiteindelijk niet wil doen, en die hem zijn relatie met zijn vriendin kost. 

Dit boek heb ik van Frans ten Brink, inmiddels al lang overleden helaas, in een ver verleden gekregen om te crossen . Ik kreeg een schok toen ik een bladzijde omsloeg en een oude foto van hem tegenkwam, die hij blijkbaar als boekenlegger heeft gebruikt. Het schutblad was al weg toen ik het kreeg, en tijdens het lezen is de rug gescheurd, zoals je op de foto kunt zien. Misschien ben ik de laatste die dit exemplaar gelezen heeft.

donderdag 26 augustus 2021

The song of Achilles - Madeline Miller

 

But gods were known to be notoriously poor parents

Dit is een hervertelling van De Ilias, maar dan vanuit de ogen van Patroclus, de vriend van Achilles, bij de slag om Troje. Laten we eerlijk zijn, dat hele Troje is eigenlijk de verering van een enorme slachtpartij. Dat deel, die slag bij Troje, geeft het boek wel vaart. Madeline Miller maakt van het verhaal van Achilles een moderne gay novel, over trots en jaloezie, de omgang van ouders met de seksualiteit van hun kind, in een oude tijd. De liefdeszoektocht van Patroclus voor Achilles in het begin van het boek vond ik niet zo mooi geschreven. Hier blijkt maar weer liefdes en seksscenes, die moet je kunnen schrijven, dat is een kunst.

zaterdag 24 juli 2021

Hunger - Knut Hamsun

 

Erg Joyce!

Het gaat over een arme beginnende schrijver die rondwandelt in Oslo. Hij heeft allerlei gedachten over de mensen die hij ziet en in de maling neemt, over filosofie en God en zijn eigen gemoedstoestand. En zijn honger. Ondertussen probeert hij zijn schrijversschap vorm te geven. Het is allemaal heel associatief, dingen die hij ziet die weer gedachtenspinsels oproepen die weer herinneringen oproepen waarna hij weer in het heden terechtkomt. 

De bavianenkoning - Anton Quintana

 

Ik heb dit boek van een bookcrossingmeeting meegenomen omdat het speelt in de Centraal Afrikaanse Republiek, waar ik nog nooit een boek van gezien heb! 

Erg leuk boek! Het draait om Marengaroe, wiens moeder van een herdersstam komt en zijn vader van een jagersstam. Eigenlijk voelt hij zich bij allebei niet thuis. Als hij een luipaard dood die de schapen van de herders aanvalt, wordt hij door de beloning die hij vraagt een rijk mens. Binnen de herders komen daar conflicten van en wordt hij verbannen. Marengoe dwaalt over de savannah, waar een groot deel van het boek zich afspeelt, en wordt min of meer gedoogd door een bavianenstam. De onderlinge verhoudingen tussen mensen en dieren wordt mooi beschreven. Het is erg beeldend, maar ook literair interessant, met vooruitblikken en flashbacks, waardoor er dynamiek komt in het verhaal, iets dat ik in veel YA literatuur zo mis.

Anton Quintana zelf is nooit in de Centraal Afrikaanse Republiek geweest!

vrijdag 16 juli 2021

Confrontaties - Simone Atangana Bekono

 

Elke keer weer de confrontatie met het feit dat de dingen niet zijn zoals jij ze had begrepen.

Een van de beste boeken die ik dit jaar gelezen heb. 

dinsdag 6 juli 2021

Het verborgen leven van bomen - Peter Wohlleben

 

Na het lezen van dit boek kijk je nooit meer hetzelfde naar bomen, maar je moet je wel door nieuw age zinnen werken als: Bomen leven vanuit innerlijke balans.

Bomen in het bos communiceren met elkaar via hun wortels en de schimmels in de bodem. Ze geven signalen af en voeden elkaar zelfs. De stronk van een enorme beuk die honderden jaren eerder was gekapt – van de vroegere bast waren alleen nog resten over en het binnenste was vergaan tot humus – bleek na een beetje geschraap nog chlorofyl te bevatten en dus in leven te zijn. Die voeding kon bij gebrek aan bladeren dus alleen maar via de wortels zijn gekomen, van naburige beuken.  Bomen kunnen de wortels van anders soorten moeiteloos onderscheiden van de wortels van hun eigen soortgenoten. 

De meeste boomvruchten dragen niet ver en de meeste jonge bomen groeien onder de ouderboom. De ouderboom ondersteund ze via de wortels. Doordat ze onder de ouder boom moeten opgroeien kunnen ze vanwege het weinige licht de eerste jaren niet snel groeien. Pas als de ouderboom, of een boom ind e buurt, omvalt en er kortstondig een lichtplek is, kunnen de bomen in een groeistuip komen en kan eentje uitgroeien tot een volwaardig grote boom. 

Bomen die echt met rust worden gelaten groeien heel langzaam. Een stammetje van een paar centimeter dik kan rustig al een jaar of tachtig oud zijn. In houtproductiebossen hebben de stammen dan al een doorsnede van decimeters en zijn rijp voor de oogst. Ze zijn als het ware, door het ontbreken van een verduisterend bladerdak door de ouders, vetgemest.

Hoe komt het water uit de bodem omhoog naar de bladeren? Eigenlijk, zo vertelt Wohlleben, weten we dat niet zo goed. Op school leren we over capillaire werking en zuigkracht van de wortels en transpiratie in de bladeren. Toch biedt dat bij lange na geen verklaring voor hie water in de kronen van bomen, soms meer dan 100 meter hoger, kan komen. De capillaire kracht is hoogstens genoeg voor 1 meter. En transpiratie kan alleen als er bladeren zijn, die zijn er in het begin van de lente nog niet, terwijl de boom dan wel uit zijn winterslaap is gekomen.

Ook bomen vervellen, net als mensen en dieren. De bast moet voortdurend worden vervangen als de boom dikker wordt. Per jaar zo'n drie centimeter. Een gat de bast is voor een boom een net zo erge verwonding als een bloedende wond bij ons. Er kunnen schimmels en insekten in komen, die de boom nog verder verzwakken. 

Bomen leven in verschillende habitats, en zijn dan ook erg verschillend. Beuken zijn bijvoorbeeld erg zuinig op water, terwijl dennen, die veel Noordelijker leven waar watergebrek geen probleem is, lekker door drinken. Dennen in onze bossen hebben dan ook een probleem. Ze wonen niet in hun natuurlijke habitat en komen in de problemen bij droogte.

Bossen zorgen voor het vasthouden van het water in de bodem. Daarnaast asemen ze waterdamp uit, wat verderop weer neerslaat. Zo transporteren bomen water landinwaarts.

In de winter moeten bomen hun activiteiten staken. Bevroren water in de aderen van de bomen is funest. (Daarom is mijn citroenboom ook gestorven dit jaar). Naaldbomen slaan antivriesmiddel op. Ze bedekken hun naalden met een dikke waslaag, zodat ze beschermd zijn tegen de kou. Zo gaat er geen water verloren en blijft de boom leven. Loofbomen zijn er pas sinds zo'n 100 miljoen jaar, twee keer zo kort als naaldbomen. laten hun bladeren vallen. Zo zijn ze beschermd tegen winterstormen en sneeuw. De jonge boompjes onder de ouderboom gebruiken de eerste warme dagen in de lente voor een kort groespurtje, als de ouderboom nog geen bladeren heeft en er dus veel licht op de lagere delen valt!

Bomen kennen tijd! Ze weten wanneer ze moeten uitbotten, wat de beste tijd is om hun vruchten te laten vallen. Dit komt niet alleen door de temperatuur. In het huidige klimaat zijn er vaak in februari en januari al warmere periodes, maar bomen botten nog niet uit. Maar goed ook, want er komt vaak nog een koude periode achteraan. Pas, zo stelt Wohlleben, als er een aantal warme dagen is geweest, bot de boom uit. De boom kan dus een soort van tellen! Bomen gebruiken ook de daglengte om te bepalen wanneer ze moeten starten met uitbotten. Maar hoe ze dat voelen is nog een raadsel. Bladeren hebben ze immers nog niet, dus waarmee voelen ze de lichtgolven?

Interessant is ook de symbiose tussen bomen en verschillende zwammen. De cantharel kan het met alle bomen vinden, andere soorten verbinden zich alleen met berken of met lariksen. Het is bijzonder druk onder de grond in een bos. Honderden verschillende zwammen verdringen elkaar. Gunstig voor de bomen want die kunnen bij wisselende milieuomstandigheden overschakelen op een andere, filterende zwam. De grootste organismen op Aarde zijn zwammen, die met hun draden kilometers groot kunnen zijn.

Bomen hebben verschillende karakters. Sommigen gaan iets later in winterslaap, sommigen beginnen iets eerder met ontbotten. Ze nemen allemaal een net andere beslissing.

Er zijn verschillende soorten bomen; er zijn pionierssoorten waarvan de zaden wat verder weg vliegen. Die komen dus het eerst op nieuwe gronden. Zij groeien sneller om zich te verweren tegen vraat. Berken zijn wit, om zich te beschermen tegen de hoeveelheid zon die zij krijgen als pionierssoort in een open omgeving. Ze moeten naast sneller groeien, zich ook sneller voortplanten. Ze jakkeren zich als het ware door het leven heen. Bomen in onze stad zijn echt andere wezens. Als kleine boom hebben ze nooit onder hun ouderboom geschuild. Ze hebben altijd veel licht gehad en zijn dan ook snel gegroeid. Ze bedrijven langer fotosynthese en stoppen zich dus vol met zoetigheid. Daarom sterven ze ook eerder. Ze leven gewoon in sneltreinvaart, voor een boom dan. Daarnaast moeten ze alle stadsdampen, de uitlaatgassen, het strooizout, verwerken. Ze zijn dus zwakker en sneller een prooi voor parasieten. Ze staan ook nog eens lekker in de zon, wat de meeste rupsen en parasieten heerlijk vinden. 

vrijdag 25 juni 2021

Hiroshige's tokaido - in prints and poetry

 


Ik heb dit boekje gekregen samen met Conveniencestore woman. Dit boekje bevat de tekeningen die Ichiryusai Hiroshige maakte van de stations tijdens zijn reis van Tokio naar Kyoto in 1832. Daarbij op iedere pagina een Haiku. Dit zijn alle stations die hij op zijn reis aandeed:


De afdrukken van de houtblokschilderijen zijn wel erg klein. Ik heb ze op internet erbij gezocht zodat ik beter kon zien wat er op gebeurde. Het is een leuk uitgegeven boekje.

The crane

The crane on one leg at the waterside
How still it stays!
But in the ripples
the reflection sways

Kawada Jun


Ik heb nog het plan om via deze route van Tokio naar Kyoto te reizen als alles weer normaal is.

Ik had het over dit boekje op de facebook pagina over Japanse literatuur waar ik lid van ben, en ik kreeg de volgende post:

'I translated his Kyoka Tokaido. The series came out in 1840 to 1844. While doing some reading, I came to know that Hiroshige probably not walked visiting all those 53 stations on the Tokaido. They say he borrowed 26 images from others: 19 from東海道名所図絵/ Tokaido Meishyo-zu-e, 6 from 続膝栗毛/ The Hizaurige II, 2 from 伊勢参宮名所絵図/ Ise-sangu-meishyo-ezu.'

Hier zie je er nog een paar in groter formaat: https://japanobjects.com/features/hiroshige-tokaido

Manhattan beach - Jennifer Egan

 

Op de marinebasis in Brooklyn wemelt het tijdens de oorlog van de vrouwelijke arbeiders met banen die voorheen niet voor hen waren weggelegd. Onder hen bevindt zich de achttienjarige Anna Kerrigan, dochter van een ondergrondse koerier die zijn gezin onverwachts in de steek liet.

Na een zware duikopleiding waarbij ze veel moed en wilskracht toont, wordt Anna de eerste vrouwelijke marineduikster. Ze is vastbesloten het mysterie rond de verdwijning van haar vader op te lossen – ook al betekent dit dat zij zal moeten infiltreren in de maffiawereld van New York.

Het verhaal van Anna Kerrigan vond ik interessant, het deel van het misdaadsyndicaat niet zo heel erg. Er zitten ook plotwendingen in die karakter technisch voor mijn gevoel niet kloppen. Waarom zou ze in hemelsnaam seks hebben met een maffiabaas?

Sprakeloos - Tom Lanoye

 

Tom Lanoye beschrijft met liefde maar ook hartverscheurend en met humor het leven van zijn moeder, een amateur actrice die juist door een beroerte haar taal verliest. Hij beschrijft het leven van het slagersechtpaar, verstrengeld in hun huwelijk en hun leven in de volkswijk, hun beslommeringen, het gekibbel, haar hang naar aandacht, altijd zij, zo komt zij tot leven in de roman. Haar aftakeling in het verpleeghuis en de zorg die de familie haar biedt, ondanks dat zij ook ergens beseffen dat het niet beter wordt, is schrijnend pijnlijk. Ergens hoop je dan alleen maar dat het nooit zo zal worden. Ik vond het ook wel heel erg egomaan, erg met zichzelf bezig, soms, maar daardoor voelt het ook echt.

donderdag 27 mei 2021

Tijgerbaai - Pedro Rosa Mendes

 

De elektronische post van Bailundo, die gebruikmaakt van de tot voor kort in Jamba aanwezige zendinstallaties, was laconiek op 1 april 1998: 
'Goedemorgen! We wensen u een prettige dag!'

In Tijgerbaai reist Pedro Rosa Mendes in 1997 dwars door Afrika, via Angola, Zambia naar Mozambique. Twee van deze landen zijn voormalige Portugese koloniën. Landen in oorlog, oorlogen waar ik hap snap stukjes van mee heb gekregen via het nieuws. De Unita ken ik, SWAPO, de Zuid Afrikaanse huurlingen, Joseph Kabilla, Savimbi. Allemaallosse stukjes oorlog zonder verband. Ik wist niet hoe die oorlogen met elkaar verbonden waren, hoe lang ze eigenlijk heeft geduurd (meer dan dertig jaar), in volstrekte chaos van strijdende partijen en landen. In Angola zijn de twee partijen, twee legers, geen ideologische keuzen meer, maar geografische toevalligheden - je vecht en stemt voor de plaats waar je bent. Die oorlog was geen burgenoorlog, maar een Zuid Afrikaanse oorlog, over alle landen, door alle landen.

Over de reis, volgens de achterflap in de voetsporen van twee ontdekkingsreizigers uit de 19e eeuw, gaat het helaas heel erg weinig in dit boek. Het zijn vooral gesprekken met mensen die hij tegenkomt. Het is mij niet duidelijk geworden hoe hij nou eigenlijk gereisd heeft, welke route. Als het over de reis gaat gaat het over de ontberingen, het gevaar, de landmijnen, de verveling als hij weer eens weken op een plek moet blijven omdat hij geen toestemming krijgt van een van de rebellengroepen. 

De gesprekken gaan over de gekte, het overleven, geld verdienen aan de oorlog. Erg mooi vond ik deze beschrijving van mensen met protheses, waarvan er duizenden en duizenden wonen in dorpen. Verminkt door de oorlog, gestapt op een landmijn, waar er nog velen van liggen. Groot en dun duiken ze 's morgens op uit de nevel van de hoogvlakte, uit de frisse geur van de eucalyptussen. Levende getuigen van de nachtmerrie en het wonder, vastgeklampt aan het silhouet van de bomen, daarmee versmeltend, lopend op de hoogte van hun wortels-beenderen-stam-stelten-prothesen: krukken: een nieuwe soort, hals mens half plant, voor de helft echt en voor de helft verzonnen.

Een omissie in dit boek zijn de verhalen van vrouwen. Pedro Rosa Mendes interviewt bijna alleen mannen. Dat komt denk ik door de wereld waarin hij reist; de oorlogswereld van een half stakend vuren, waarin soldaten, mannen, de dienst uitmaken.

Ik zag niet zo lang geleden de documentaire serie Dwars door Afrika. Volgens mij gaat het nu iets beter met Angola.

Dit is een interview met de vertaler van het boek. 'Maar de lezers bleven uit, en toen de verkoop na een paar honderd exemplaren helemaal stokte, belandde het boek in de afgrond van de ramsj, het graf van alle (wereld)literatuur.' schrijft hij. Ik heb het boek uit de ramsj gekocht, om het te lezen...


donderdag 20 mei 2021

Knock-out - Reinhard Kleist

 


‘Hoe vreemd is dat … Ik dood een man en de meeste mensen begrijpen dat en vergeven me dat. Hou ik daarentegen van een man, dan is dat in de ogen van velen een doodzonde en word ik tot een slecht mens gebombardeerd. Ik ben dan niet in de gevangenis beland, maar ik heb wel bijna mijn hele leven opgesloten gezeten.’

Stripbiografie van de homoseksuele zwarte wereldkampioen boksen Emile Griffith. Eigenlijk hield Griffith niet zo van boksen, hij wilde liever tafeltennissen en hoeden ontwerpen. Hij was min of meer gedwongen tot boksen, een van de weinige sporten in de VS die niet door colleges worden gedomineerd. Iets wat in het essay aan het eind van het boek nog een duidelijk wordt verteld. De strip is niet alleen vanwege het thema interessant, maar ook vanwege de mooie literaire uitvoering van het verhaal.




woensdag 19 mei 2021

Record of a spaceborn few - Becky Chambers

 

menselijke science fiction. Niet alleen omdat het inderdaad over mensen gaat en niet over buitenaardse rassen, maar het is ook een erg klein verhaal voor SF begrippen. Een alien archivaris gaat naar de spacefleet die de mensen door de ruimte heeft gebracht om te archiveren hoe mensen daar leven. Hoe zijn de vertrekken opgebouwd? Wat is het kerngezin? Hoe ga je om met de verveling als puber? Hoe zorg je voor de doden?

Er zitten interessante ideeën in; een achtbaanrit langs astroiden, een 3d bioscoop met beelden van land, de noodzaak om een planeet te zien en te voelen die per generatie minder noodzakelijk wordt...

zaterdag 8 mei 2021

Het best verkochte boek ooit (met deze titel) - Sanne Blauw

 

Ook dit boek gaat over cijfers. Het is wat algemener en breder opgezet dan weapons of math destruction. Daardoor juist vond ik het wat minder interessant. Vanwege de grote scope blijft het meer aan de oppervlakte. Het pleidooi is dat we bij cijfers, waar dan ook, altijd moeten opletten. Wie heeft ze opgeschreven, en heeft die persoon een onderliggend doel te bereiken? Is de grafiek duidelijk of zijn de assen zo opgezet om een doel te dienen? Is er sprake van causaal verband? Is het een percentage van een hele kleine kans? 

Er is een actuele versie van dit boek. Helaas is er niet bedacht iets te regelen voor mensen die het boek al hadden gekocht. Dat vind ik een gemiste kans.

donderdag 6 mei 2021

Utopia Avenue - David Mitchell

 


Deze nieuwe roman van David Mitchel speelt in de psychedelische jaren zestig (zie de cover). Het is een heerlijk lezende roman over de vier bandleden van de fictieve band Utopia Avenue, die in 1967 en 1968 twee lp's uitbrengen. Het schrijfplezier spat ervan af, en daarmee ook mijn leesplezier. Qua vorm is de roman interessant. Het bestaat uit twee grote delen met de lp-titels, en ieder hoofdstuk is een song van de lp. Dat hoofdstuk is geschreven met de stem van de schrijver van de song. Je ziet de band langzaam bekender worden, de bandleden groeien. Het is het echte bandleven, met een crappy busje die niet harder dan zestig kan alles zelf inladen en naar een met dertig man bezette club rijden om te spelen. Als ze bekender worden worden ze voor het eerst gedraaid op de radio, krijgen ze hilarische tv interviews en feestjes met allerlei cameo's van bekende artiesten uit die tijd. Aan het eind van het boek ken je niet alleen de leden van de band, maar ook hun nummers. je weet als het ware hoe ze klinken, waar de solo's zijn, welke instrumenten zijn gebruikt. 

donderdag 15 april 2021

The Prophets - Robert Jones Jr.

 

Ik heb dit prachtige boek net uitgelezen. Centraal staan Isaiah en Samuel, twee jonge slaafgemaakte mannen op een katoenplantage, die een liefde bij elkaar vinden. Deze liefde wordt geduld door de meeste slaafgemaakten die het zien of merken. Het is beter dan geen liefde at all op deze vreselijke plek. Totdat Amos, die denkt dat hij zijn vrouw Essie kan beschermen van de seksuele exploitatie op de plantage door woord van de God van plantagehouder uit de bijbel te verspreiden onder de slaafgemaakten, daarvoor van Paul, de plantagehouder, toestemming krijgt. Ondanks dat hij in de gedachten van Paul geen mens is, erkent Paul dat Amos het woord van de bijbel op een bevlogener manier kan vertellen dan hij dat zelf kan. Het woord van de bijbel tegenover de liefde tussen de twee jongemannen zet een stroomversnelling in beweging in de relaties tussen de mensen op de plantage die niet meer te stoppen is.

The Prophets is geschreven in lyrische poëtische, ingewikkelde taal. Daardoor is het boek in het begin moeilijk en traag, maar juist die taal legt een extra complexiteit in de karakters in het boek, waardoor ik me besefte hoeveel van de karakters in boeken over deze periode in de eerste instantie slaafgemaakten zijn, en handelen vanuit hun slaafgemaakte positie, en dan pas mens. Juist de complexe karakters en relaties tussen alle bewoners van de gistende microkosmos die de plantage is, maken dat de personages handelen vanuit hun menselijke emoties.

The Prophets legt verbanden naar het verleden van de mensen op de plantage, in Afrika, in Engeland, en de toekomst, van queer strijders, vrouwelijke koningen en verliefde jongens in de zwarte queer geschiedenis, een geschiedenis van opstand tegen en de weg naar vrijheid vinden. 'What to do when the cavalry arrives? Only one thing to do: with every drop of blood: Rebel!'


zondag 28 maart 2021

Darwin comes to town - Menno Schilthuizen

 

How the Urban jungle drives evolution

We zien steden als niet natuur, en de omgeving als wel natuur. Dit boek beschrijft steden als natuur, waar dieren evolueren en zich aanpassen in de stedelijke omgeving. Menno Schilthuizen schrijft interessant en grappig. Over onderzoekers van stadstuinen bijvoorbeeld: Despite their scorched-earth approach to the urban garden ecology, the team reports that in most gardens they still were offered tea and biscuits. Of over een kleine stedelijk visje: One animal famously that tinkered with its organismal cogs and wheels in the face of pollution is the mummichog, a fish with a name that could easily have sprouted from Douglas Adams's mind. De mummichog leeft behalve in schoon water ook in waters die zijn vervuild met PCB's. PCB's zorgen voor afwijkingen in de groei van het embryo omdat ze inwerken op AHR, een proteïne die ervoor zorgt dat cellen op verschillende momenten groeien. In een paper uit Science in 2016 wordt onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat mummichogs in vervuild water veranderingen in het DNA hebben die AHR op een andere manier laten werken, waardoor PCB's minder invloed hebben. Sterker, mummichogs uit verschillende vervuilde rivieren hebben andere aanpassing. Deze PCB aanpassing heeft dus meerdere malen onafhankelijk plaatsgevonden! Of: What is more fun than cobbling together weird and wonderful objects that don't look like anything and confronting unsuspecting experimental animals with them? Zo vertelt een hoofdstuk over vinken in de stad en de natuur die beide met puzzelboxen wordt geconfronteerd waar er aan hendels moet worden getrokken en tegen deuren geduwd om zaadjes te krijgen. Het blijkt dat vinken uit de stad eerder geneigd zijn deze vreemde objecten te benaderen en beter zijn in het oplossen van de puzzels. 
Het eerste hoofdstuk gaat over muggen in de metro. Uit onderzoek blijkt dat deze muggen genetisch anders zijn dan de muggen buiten. Sterker, de muggen zijn per metrolijn verschillend. De muggen van de Central line komen niet vaak in contact met de muggen van de Piccadilly line en zijn daarom genetisch veranderd. Om dezelfde reden zijn deze muggen genetisch anders dan de muggen in de buitenlucht. Ze paren ook anders. Mannelijke muggen in de buitenlucht vliegen in een wolk om de vrouwtjes heen om ze te bevruchten. De metromuggen zoeken een beschut plekje op en paren daar. Toch komen af en toe metromuggen en buitenlucht muggen in contact met elkaar en worden er genen uitgewisseld in paringen. Het zijn nog geen verschillende soorten.
Merels in de stad en merels in de natuur zijn zo ver genetisch van elkaar verschillend dat ze op weg zijn om verschillende soorten te worden. Waar merels in de natuur schuwe vogels zijn die zich ophouden in het struikgewas, zijn stadse merels veel minder schuw. Vanwege andere voedselbronnen hebben stadse merels stompere snavels ontwikkeld. Of het lied van de merels daardoor veranderd is weten wetenschappers nog niet zeker.  Maar de grootste reden waarom merels in de stad op weg zijn een andere soort te worden is hun paringstijd. Plattelandsmerels zijn trekvogels, die naar warmere streken trekken en in mei terugkomen als het hier warmer is om te paren. Stadse merels zijn standdieren. Door de bel warme lucht in de stad kunnen ze blijven overwinteren in de stad en al veel vroeger beginnen met paren. Stadse en plattelandsmerels paren zo nauwelijks nog met elkaar en er vind geen genenversmelting meer plaats. 
A German team discovered that, as foretold by Paul McCartney, urban blackbirds are singing in the dead of night. Dit komt door de stadse omgeving. Omdat er veel geluid is in de stad tijdens de tijden dat merels in de natuur zingen, zingen de merels, en veel andere vogels, juist vroeger dan in de natuur. Dan komt hun gezang boven het achtergrondgeluid van de stad uit. Veel zangvogels in de stad fluiten ook in en hogere pitch dan hun plattelandse broers. Hoger geluid is harder en draagt verder over het laag brommende achtergrondgeluid van de stad. 
Kleinere soorten weer. Stadse dieren moeten zich aanpassen aan menselijke activiteit en aan menselijk afval. Licht bijvoorbeeld. Miljoenen insecten en vogels sterven omdat ze door het stadse licht, wat overal is aangetrokken worden. Aan de andere kant zijn er spinnen die in de natuur hun web op een donkere plek maken, maar in de stad juist in de lantarenpalen, omdat insecten door deze lichtbronnen worden aangetrokken.
Uit onderzoek naar soortenrijkdom in tuinen in de stad blijkt dat iedere tuin zijn eigen ecosysteem is, in tegenstelling tot de grote omgeving van de natuur om de stad heen. Doordat de stad heel veel kleine stukjes grond kent omgeven door steen en asfalt zijn er enorm veel ecosysteempjes binnen de stad. Iedere stukje grond rond een boom in de straat is feitelijk een nieuw en andere ecosysteem, met andere soorten bloemen en dieren. Ook daar vinden aanpassingen plaats. Zo worden van sommige plantensoorten de zaden zwaarder, omdat de kans dat een licht zaad met de wind naar een nieuw stukje grond wordt geblazen verwaarloosbaar is en zwaardere zaden dus meer overlevingskans hebben. 
Dit geldt niet alleen voor kleine dieren. Zo zijn lynxen aan de ene kant van de stad genetisch anders dan aan de andere kant, omdat ze de highway niet kunnen oversteken en dus niet met elkaar kunnen paren.
Interessant genoeg geldt dit niet voor steden onderling. In de huidige wereld is een netwerk van steden ontstaan die verbonden zijn door menselijke activiteit, via scheepvaartroutes, vrachtwegen en zelfs tuincentra, waar over de hele wereld dezelfde soorten planten worden verkocht. Zo zijn er in Florida bepaalde wantsen, insectachtigen, die zich voeden met de zaden van de inheemse baloon vine. Ze doen dit door een gaatje te boren in de schil tot ze bij de voedingstoffen komen. Rond 1955 werd de Taiwanese ballon vine in Florida geimporteerd. Deze soort baloon vine heeft een dunnere schil rond zijn zaden. Ook op deze soort kan de wants zich voeden Het gevolg is dat ook de boor van de wants die zich voedt op de Taiwanese baloon vine kleiner is geworden dan die van de wants die zich voedt op het inheemse baloon vine. Aangetoond is dat dit gecodeerd is in hun DNA.
Ook menselijke uitvindingen die de stad leefbaar maken, ledlicht bijvoorbeeld, of zoab, worden in alle steden geïmplementeerd, en alle soorten in de stad moeten zich dus aan dezelfde omgeving aanpassen.  De verbindingen tussen steden duizenden kilometers verderop zijn veel sterker voor soorten dan de verbindingen met de omgeving. Daar komt bij dat wij de stad altijd als niet natuur zien, en de stadse omgeving als natuur, terwijl juist de soortenrijkdom in het platteland rondom steden heel klein is. Eigenlijk is het platteland een woestijn van gras voor koeien. 
In het laatste hoofdstuk stelt Menno Schilthuizen: So, perhaps we should not count only on the authorities to take the lead in evolutionary enlightened urban ecosystem management. Communities of concerened urbanites, (dat zijn wij! - iiwi) form perhaps a more powerful vehicle to make a change. In Zeist bijvoorbeeld de vlinder en bijengroep!

Tot slot nog twee andere covers van dit boek, omdat die ook zo mooi zijn!




vrijdag 12 maart 2021

Een dove oude dame - Leonora Carrington

 

Dit boek heb ik op de dag dat de eerste lockdown werd afgekondigd gekocht en nu gelezen. het is een heerlijk verhaal over een oude vrouw die van haar vriendin een hoorn krijgt om te kunnen horen en een gesprek afluistert van haar familie bij wie ze inwoont die haar naar een rusthuis over oude seniele dames wil sturen. Ze krijgt af en toe post van haar moeder, die 110 is. Ze herinnert zich haar kunstenaarsleven in Europa van toen ze jong was. Het rusthuis is een vreemde plek met vreemde huizen; er is een paddenstoel, een huis in een laarsvorm, een taartenhuis en zelf mag zij in een soort toren wonen. De andere bewoners zijn ook vreemd. Een beweert 184 jaar te zijn, een ander hoort stemmen en een vertelt spannende verhalen van allerlei veldslagen waar ze bij is geweest. Ze moeten zich van de leiders van het rusthuis zich aan een soort vreemde vorm van Christendom houden en in de eetzaal is een schilderij van een knipogende non. Haar vriendin Carmella beraamd plannen om haar te bevrijden via het graven van een ondergrondse gang, omdat ze geen helikopter heeft om op het terrein van het rusthuis te landen, wat de oude dame zelf ook wel een wat vergezocht plan vindt, maar haar vriendin droomt zonder ooit in het rusthuis te zijn geweest ook over het nonnenschilderij... En dan ben je op iets van bladzijde zestig! 

De omslag is het schilderij The Giantess van Carrington.

Het voorwoord van Ali Smith moet je lezen als nawoord, nadat je het boek uit hebt, dan wil je gelijk weer overnieuw beginnen.

Honderd jaar - Herbjorg Wassmo

 

In dit boek vertelt Wassmo de geschiedenis van haar 'voormoeders', haar overgrootmoeder, grootmoeder en moeder op de Lofoten in Noorwegen.

zondag 28 februari 2021

Weapons of math destruction - Cathy O'Neil

 

Erg interessant en goed geschreven toegankelijk boek over algoritmen. Predictive models are increasingly the tools we will be relying on to run our institutions, deploy our recourses and manage our lives, schrijft Cathy O'Neil in de conclusie van haar boek (pag 218). Daarom is het belangrijk om de begrijpen wat algoritmen zijn, hoe ze gemaakt worden en waar ze gebruikt worden. 
Models are opinions embedded in mathematics. We moeten altijd blijven begrijpen dat onze eigen opinies en vooroordelen worden geprogrammeerd in algoritmische modellen.
- The computer learned from the humans how to discriminate and it carried out this work with breathtaking efficiency (p116).
- The algorythms would make sure that these deemed losers would remain that way. (p48). 

- And what crimes did the model predict? Nuisance crimes. A drunk will pee on the same wall day in and day out (p73). 
Dit herken ik van mijn werk. Mensen krijgen boete op boete voor dezelfde kleine overtreding; ergens zitten met en blikje bier wat niet mag, of wildplassen. Die boetes worden verstuurd door gecomputeriseerde systemen, er komt geen mens meer aan te pas. Niemand ziet het, niemand stuurt, en niemand vraagt zich af wat er anders gedaan kan worden. The effect is that we criminalize poverty (p91).

Deze modellen worden gebruikt door bedrijven en gemaakt door bedrijven, met het oogmerk op welke manier dan ook winst te maken. Daar gaat veel geld in om. While spending more than $ 50 million on Google adds alone, the univeristy of Phoenix targeted poor people with a bait of upward mobility. Vaak worden, net als bij advertenties, mensen met problemen misbruikt om een universiteit, een cursus, iets, aan te smeren. Many people unwittingly disclose these pain points when they look for anwsers on Google (p73). Dat kunnen we verkeerd of goed gebruiken, volgens Cathy O'Neil, en dat is onze keuze. Mathematical models can sift through data to locate people who are likely to face great challenges [...] It's up to society wether to use that inteligence to reject and punish them, or to reach out to them with the recourses they need (p118)
Vaak is het doel van het algoritme niet de winst van het bedrijf. Today, the succes of a model is often measured in terms of profit, efficiency or default rates (p206) Zolang het model efficient is en geld oplevert wordt het gezien als een goed en succesvol model, ongeacht of de data die eruit voort vloeit correct zijn.

Modellen lijken volkomen eerlijk en transparant, maar zijn in werkelijkheid zwarte dozen. Wie weet nog wat er in gaat en welke regels er zijn voor wat er uit komt? My point is that oceans of behavioral data, in coming years, will feed straight into AI systems. And these will, to human eyes, be black boxes. (p172) Privacy it the world of WMD's is increasingly a luxury that only the wealthy can affort. (p170)

Daarom zouden algoritmes transparant moeten zijn. We zouden de uitkomsten altijd moeten kunnen aanvechten. Each of us should have access to the information being used to compute that score. If it is incorrect, weh should have the right to challenge and correct it (p213)

Als algoritmen gebruikt worden zouden mensen erop toe moeten zien dat de regels redelijk en eerlijk zijn. Wij denken vaak dat algoritmen eerlijker zijn dan mensen. Maar sifting through data and judging what is fair is utterly foreign to them and enormously complicated. Only humans can impose that constrait. (p155) 

We moeten strikte regels stellen aan het verkrijgen van data van mensen. Zoals gezegd; Many people unwittingly disclose these. En we moeten regels stellen aan waarvoor we welke data mogen gebruiken. Veel banken mogen maar beperkt data gebruiken om credit scores te maken. Maar tech bedrijven omzeilen dit. All data is credit data (p 158). Misschien is het nog wel groter: alle data is gebruiksdata.

We zouden de uitkomsten van algoritmen moeten gebruiken ten goede, om mensen te helpen in hun struggles in plaats van ze te straffen voor hun armoede.

zondag 7 februari 2021

Convenience store woman - Sayaka Murata

 


Ik heb dit boek gekregen na aanleiding van een post op Facebook. Het boek draait om Keiko (wat gelukkig betekent), een vrouw van 36 die niet goed met de wereld kan omgaan en handvaten vindt in haar werk bij een convenience store. Daar werkt ze al 18 jaar parttime, waar ze erg gelukkig van wordt, werk en een omgeving die ze snapt. Maar haar familie, haar vrienden, de medewerkers in de convenience store, zien allemaal een andere toekomst voor haar, een echte baan en een relatie! 

Dit boek is echt zo Japans, ik was er gelijk weer terug, vanaf de eerste zin ongeveer. Dat komt ook door de wereld van de convenience store, die echt subliem beschreven wordt. In het Nederlands het dit boek 'buurtsupermens', maar zelfs buurtsupermarkt is niet echt een omschrijving van wat een convenience store is. Er is veel meer te koop dan in onze buurtsupermarkten. 

Conveniencestore woman is een feministische roman, over het doorbreken van conformisme en mannelijke en vrouwelijke rolpatronen, die in Japan nog meer ingesleten zijn dan hier. Maar uiteindelijk is keiko gewoon gelukkig in haar werk in de convenience store, en haar zoektocht naar geluk maakt dit boek eigenlijk stiekem een romantische komedie, waarbij ik aan het eind tussen Keiko en haar convenience store hetzelfde gevoel had dan als mensen elkaar uiteindelijk vinden bij de incheckbalie van het vliegveld.

Omdat er weinig aandacht is voor vertalers: Dit is een link naar een interview met Giny Tapley talemoir de vertaler van dit boek, over convenience store woman en het vertalen ervan: https://booksonasia.net/2018/09/29/ginny-tapley-takemori-on-translating-convenience-store-woman/

Volgspot- Joseph O'Connor

 

Ik had al lang geen boek meer gelezen dat in Ierland speelt! Dit is een erg mooi boek met rijke taal, echt in de Ierse literaire traditie. Het gaat over een oudere actrice die van haar huis naar de BBC studio door Londen loopt en zich haar eerdere liefdesrelatie met een toneelschrijver in Ierland herinnert. Die wandeling heeft natuurlijk zijn inspiratie in Ulysses. ook de prachtige zinnen en verzonnen woorden doen daaraan denken. 

woensdag 20 januari 2021

Transcendent kingdom - Yaa Gyasi

 

Dit is voor mij een boek over hoe je herkomst, je verleden en geschiedenis maken wat je bent, en hoe universeel het gevoel van depressie is. Ondanks dat de personen uit een heel andere culturele achtergrond komen is veel herkenbaar.

Het is een gegeven waar ik in boeken vaak ver weg van blijf maar het is goed er over te lezen zonder je er in te verliezen. Ik zou dit boek zelf zeker niet hebben opgepakt, maar heb het gekregen van een vriendin omdat ik Homegoing heb gelezen.

Transcending Kingdom is een heel andere boek dan Homegoing. Waar Homegoing groots is in de tijd en de familie die het omvat, is Transcending country juist heel erg in zechzelf gekeerd, klein, over een familie die steeds kleiner wordt, de wereld die steeds kleiner wordt.

Het laatste hoofdstuk vind ik wel jammer, dat had voor mij niet gehoeven.

vrijdag 15 januari 2021

Schipbreuk - Akira Yoshimura

 

Een klein verhaal, het boek is iets meer dan 190 bladzijden lang, over het leven in een middeleeuws vissersdorpje in Japan. Het is erg beschrijvend geschreven, je leest over het verstrijken van de seizoenen, het ritme van de visvangst (De tijd van de inktvisvangst brak weer aan), de kleur van de bomen tegen de bergen en het vallen van de sneeuw. Omdat er ieder jaar veel sneeuw valt in het dorpje denk ik dat het misschien in Hokkaido ligt? 

Het dorp is erg arm en kan alleen overleven als er zo af en toe een schip tegen de rotsen loopt dat ze kunnen jutten. Dit is zo belangrijk dat hiervoor ieder jaar rituelen worden uitgevoerd. Met het laatste schip komt echter een virusziekte mee die het dorp kapot maakt.

Het is een vreemd idee om dit boek te lezen in deze tijd van pandemie. Ik wist niet eens dat het er over zou gaan! 

De beschrijvingen zijn mooi en rustig, het leven is hard maar gaat zijn tijd door, jaar na jaar.

vrijdag 8 januari 2021

Palaces for the people - Eric Klinenberg

 

Dit boek heeft het hart op de juiste plaats. Wel vond ik het heel erg gericht op de Amerikaanse situatie, alhoewel Klinenberg veel landen heeft onderzocht komt hij steeds terug in de VS.

Klinenberg woonde in Chicago tijdens de hittegolf van 1995. Tijdens de week van de hittegolf overleden meer dan 700 mensen meer dan gemiddeld. Klinenberg deed hier onderzoek naar en zag dat veel van de overleden mensen woonden in arme buurten. Maar wat hem verbaasde was dat sommige arme buurten het juist heel goed deden, terwijl in andere juist heel veel mensen overleden. Armoede was dus niet de enige oorzaak, en Klinenberg kwam tot de slotsom dat de sociale cohesie van de buurt bepaalde of er veel of weinig sterfgevallen waren. Het feit dat mensen ergens heen konden in nood, dat de buurt lette op buurtbewoners, maakte of er veel of weinig mensen overleden.
De conclusie van Klinenberg was dat de sociale infrastructuur van de wijk zorgde voor de sociale cohesie en dus voor grotere overlevingskansen van de bewoners. Sociale infrastructuur zijn bibliotheken, parken, markten, scholen, speelplekken, volkstuinen, campussen. 

Deze plekken zijn meer dan alleen hun eigenlijke functie. Behalve een plek om boeken te lenen is de bibliotheek ook een sociale plek, een veilige plek (dit heb ik zelf gemerkt toen het heel slecht met mij ging). Bibliotheken zorgen voor verbinding, koffie voor mensen die dat niet zomaar hebben, verdieping, hulp. In het boek komt een mevrouw aan het woord die vertelt hoe zij geholpen werd na de geboorte van haar eerste kind, juist met het voor het eerst zijn van moeder, naast het lenen van voorleesboeken voor haar dochtertje. Zij kon met haar vragen terecht bij andere moeders die daar waren, mensen die ze anders nooit ontmoet zou hebben. 

Ik was vorig jaar bij mijn broer in Groningen op bezoek bij het Groninger Forum, de nieuwe bibliotheek van Groningen, die juist die functie vervuld. Met op elke verdieping de bibliotheek, en daarin verweven computerplekken voor mensen zonder internet, koffie (hoewel helaas nu duur betaald en niet meer voor de massa, zoals ik het kende), musea over literatuur, een gamingplek, een bioscoop en een enorm dakterras met overzicht over de stad.

Parken zijn in eerste instantie plekken om te spelen, te rennen, te liggen in de zon. Maar onderzoek toont aan dat wijken waar parken zijn, veiliger zijn. De wijken zijn minder doorleeft, er staan minder gebouwen leeg, en daardoor is er minder geweld en zijn er minder inbraken. Inbrekers hebben er minder plaatsen om te schuilen, om niet gezien te worden.

Terwijl ik het las werd het groen in mijn buurt vervangen door nieuw groen. Verschillende soorten planten, die bijen en insekten en vogels moeten gaan aantrekken. 

Klinenberg breekt in zijn boek een lans voor campussen en studentenverenigingen. Ik heb met de school als veilige plek minder goede ervaringen. Mijn idee in deze coronawereld was juist dat campussen, die wij hier niet zo hebben als de Amerikaanse campussen, waar zelfs een hele literaire stijl naar is vernoemd, dat die campus een manier zou kunnen zijn om studenten minder contacten te laten hebben met buiten, zodat ze weer fysiek les zouden kunnen krijgen; een soort eigen bubbel zeg maar. Maar Klinenberg hamert juist op het sociale karakter van de campus, als een plek in de stad die open is en ademt met de stad. Later komt hij hier in het laatste hoofdstuk nog op terug, waarin hij vertelt over Sillicon Valley. grote techbedrijven hebben veel mogelijkheden gecreëerd voor hun medewerkers, van sportscholen, parken tot studieplekken en hele supermarkten. Maar deze plekken zijn vrijwel alleen voor de medewerkers van de bedrijven, niet voor de inwoners van de steden waar ze omheen staan. Daardoor is er geen sociaal contact tussen beiden en hebben de inwoners van de stad en de werknemers van de bedrijven geen echt contact. Het levert beiden in die zin niets op.

Een hoofdstuk gaat over volkstuinen en hoe die ervoor zorgen dat wijken geen voedselwoestijnen meer zijn. Ik ken in Nederland eigenlijk geen voedselwoestijnen (vandaar ook dat ik vind dat de focus van dit boek op de VS ligt), volgens mij komt dat door de kleinschaligheid van onze supermarkten in vergelijking met andere landen. Onze supermarkten staan nog in de wijk. In dit hoofdstuk vertelt Klinenberg een aantal verhalen van volkstuinen in arme gesegregeerde wijken in Chicago, waar je ze niet verwacht in de enorme verstedelijkte omgeving, en waar ze juist zorgen voor verbinding tussen de inwoners, naast het hebben van gezond eten. Dat viel samen met het bericht hier dat Amsterdam de huren van volkstuinen wilde verhogen met duizenden euro's per jaar om ze meer conform de grondmarkt te maken. Een plan dat voorlopig in ieder geval niet doorgaat... na protest van de bewoners van de stad.

Het hoofdstuk Common Ground gaat over de verbindingen die mensen nog met elkaar hebben. Klinenberg vertelt over zijn vader, een Joodse immigrant die via zijn werk naast zijn Joodse wereld in een hele andere wereld terecht kwam, andere mensen met andere achtergronden leerde kennen en vriendschappen met hen sloot. Zijn wereld werd breder.
Volgens Klinenberg heeft de Amerikaanse politiek de afgelopen tien jaar de verdeeldheid van Washington geëxtrapoleerd naar de Amerikaanse samenleving als geheel. Volgens Klinenberg was de Washingtonse politiek al decennia verdeeld, maar konden Amerikanen, behalve over onderwerpen als abortus en dergelijke, nog veel raakvlakken bij elkaar vinden. Zij waren Amerikanen. Nu vinden Amerikanen elkaar niet meer, luisteren niet meer naar elkaar en kunnen elkaar niet meer horen. Ze wonen bijna niet meer in hetzelfde land. 

Met de bestorming van het Capitool als laatste sluitstuk zien we hoe belangrijk common ground is, en hoe belangrijk de paleizen van de mensen, de sociale infrastructuur in een stad, is om het land bij elkaar te houden en mensen elkaar te laten horen en zien.

In deze coronatijd staan juist de sociale plekken stil. De bibliotheek is dicht, de muziekschool geeft geen lessen, scholen zijn alleen online, er zijn geen lezingen, de bioscoop, het café, de club, ze zijn gesloten. Dit heeft grote gevolgen, die verder gaan dan alleen het niet hebben van de fundamentele functie van deze plekken, heb ik geleerd uit dit boek. We verliezen onze samenhang, onze sociale binding. Waar dat toe zal leiden kunnen we alleen in de toekomst zien, maar het is belangrijk dat deze plekken zo snel als mogelijk weer open gaan.

zondag 3 januari 2021

Op weg naar Zoar - Sela(c)

 

een graphic novel van de Zeeuwse kunstenares Sela (c) over een meisje van dertien uit een streng protestants millieu die bang is voor het lot van haar uit huis wonende broer die niet meer gelooft en het lot van de protestantse gemeente, omdat de dominee woest vertelt over het verval van het geloof. De tekeningen zijn gemaakt met Oostindische inkt.



American Gods- Neil Gaiman

Ik heb de meest van Gaiman's graphic novels gelezen, Sandman, Black Orchid, en in 2018 las ik Neverwhere. Ik wilde American Gods lezen sinds het uit is, maar ben er nog niet aan toe gekomen.
Nu heb ik het gelezen, maar het was een opgave. Ik vond er niet zo veel aan, misschien te veel van verwacht, en vond het zelf saai op plaatsen. Ik moest wel lachen om sommige grapjes, Odin die Mr. Wednesday heet, of Mr. Ibis die begrafenisondernemer is.