maandag 27 april 2015

De vegetariër - Han Kang

Het gevoel overviel haar dat ze nooit echt in deze wereld had geleefd. Het was een feit. Ze had nooit geleefd. Zelfs als kind had ze, zover terug als ze zich kon herinneren, alleen maar alles verdragen. Ze had geloofd in haar eigen, aangeboren goedheid, haar menselijkheid, en ernaar geleefd zonder anderen te benadelen. Haar toewijding om alles op de juiste manier te doen was nooit verflauwd, haar hele welslagen was ervan afhankelijk, en zo zou ze eindeloos doorgegaan zijn.

De openingszin van dit boek is zoals ik ze zelf graag schrijf: Voordat mijn vrouw vegetariër werd, had ik haar in allke opzichten altijd volstrekt oninteressant gevonden. Yeong-hye is de vrouw die oninteressant werd gevonden en vegetariër werd. Daarmee zet ze zichzelf buiten de maatschappij, en wordt ze zichzelf, onvoorwaardelijk, puur. Haar verhaal lees je door de ogen van drie andere personen, die ook op zoek zijn naar zichzelf, maar niet de onvoorwaardelijkheid aan de dag willen leggen als Yeong-Hey. Vanaf het moment dat Yeong-hye vegetariër wordt desintegreerd haar familie. Haar besluit is zo ontregelend voor haar man, die zich het liefst aan alle conventies houdt, en Korea heeft er veel!, dat het hem niet lukt met haar samen te wonen. Hij schakelt haar familie in om Yeong-Hye tot rede te brengen; immers, je familie wil je niet tot schande brengen. De scene die volgt is verbijsterend.
De man van haar zus, videokunstenaar, wil op zijn eigen manier uit de conventies stappen en raakt geobsedeerd door zijn schoonzus, met wie hij een obsessieve, erotisch geladen video wil maken. Dit deel heeft prachtige beelden en vooral kleuren.
In het derde deel is Yeon-Hye's zus In-hye aan het woord, die het gevoel heeft nooit echt te hebben geleefd. Iedereen lijkt in deze roman alleen maar te kunnen leven in hun dromen. Buiten de dromen zijn de conventies en verwachtingen van de (Koreaanse) maatschappij zo drukkend, dat je er niet aan kunt ontsnappen. De verhouding tussen systeem en individu, conventie en passie, verwachtingspatronen en dromen zijn bij Han Kang belkemmend scherp. Het gaat eigenlijk om het vinden van je vrijeheid, maar een andere vrijheid dan wij allen kunnen bevatten. vrijheid leidt tot onsporing. Yeong-hye gelooft uiteindelijk dat zij helemaal geen eten meer nodig heeft, alleen nog water, omdat ze in wezen een boom is. Dat derde deel is prachtig.
De vegetariër is sensueel, uitdagend, vernederend, met verontrustende vragen. Een verhaal waar je je voortdurend tegen schrap wilt zetten.

donderdag 23 april 2015

De geograaf van de paus - Amin Maalouf

Dit vond ik een geweldig boek! Vooral de berschrijvingen van Fez en Granada vond ik geweldig. Het beste boek van dit jaar.

woensdag 15 april 2015

Dear white people - Justin Simien

Ik heb dit boek en twee tickets naar de film Dear white people gewonnen bij VPRO cinema. De film vond ik niet eens zozeer gaan over post racial America, maar meer over de zwarte cultuur en al haar subculturen en hoe zij omgaat met de overwegend blanke universiteitscultuur in de VS.Een film die ik overigens zag in een bioscoop met tien anderen volkomen blanke mensen. Waar was iedereen?! We zijn nu toch wel klaar met de volgende Keenan Yvory Wayans film hoop ik? (Ik weet het, dit is een generalisering)

Dit boekje is voor mij een dubbele cultuurshock, want behalve de black culture is het ook nog eens een boek over overwegend jongerencultuur, met zijn twitter, snapshat en intagram en Amerikaanse SBS6 tv shows die ik niet of slechts van naam ken. Om nog maar te zwijgen over Kayne West en twerking;  met beide heb ik helemaal niets. En de meeste rappers vind ik overdreven macho's met een enge fascinatie voor alles wat schittert en slechte rijm.
In essentie is dit boekje de Zwarte Piet discussie in de VS. Zwarte Piet is natuurlijk in essentie een blackface, en ik snap dat men daar in het buitenland al helemaal anders tegenaan kijkt dan hier. Misschien dat het diagram Should I wear a blackface nog verdieping kan brengen in deze volledig doorgeschoten discussie.

Hoe grappig dit boekje ook is op sommige momenten, ik voel toch ook een enorme treurigheid in hoe weinig we elkaar durven vertrouwen.

Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers - Rutger Bregman, Jesse Frederik

Dit boekje van de maand van de filosofie van 2015 bevat eigenlijk 5 essays, die een beetje aan elkaar verbonden worden aan het eind. Deel een gaat over hoe we de economie, die ooit een moraalfilosofie was, hebben veranderd in een systeem van formules. Deel 2 is een essay over hoe de moraal uit de politiek, en meer uit liberalisme, verdween. Waar er in de begintijd van het liberalisme een duidelijk standpunt was over hoe je inkomen verdiend was, en duidelijk was dat onverdiend inkomen moest worden tegengegaan, is mede door de formulisering van de economie de huidige liberale stelling dat het inkomen dat verdiend wordt gerechtvaardigd is, omdat dat nu eenmaal is wat de markt aangeeft.
Deel 3 gaat om de stelling van Keynes dat we in 2030 15 uur zouden werken per week. Integenstelling daartoe zijn we echter steeds harder gaan werken. Volgens het boek klopt de standaard verklaring dat we meer zijn gaan werken om meer spullen te kunnen kopen niet. 'Onze consumptieverslaving wordt grotendeels door Aziatische loonslaven en robots bevredigd.' Er is hierdoor ruimte ontstaan voor onzinbanen, waarin de meesten van ons zichzelf 30 tot 40 uur per week bevinden, communicatiemedewerker, marketingdeskundige, dat soort dingen.
In dit hoofdstuk staat ook het mooie verhaal van de bankenstaking in Ierland in 1970. Het bleek snel dat de staking hoegenamd geen invloed had op de maatschappij. De Ieren gingen een eigen bankensysteem bouwen, met de kroeg als middelpunt. Ze bleven gwoon cheques aan elkaar uitschrijven, en met die cheques konden ze weer dingen kopen. Alleen konden die cheques niet meer ingewisseld worden bij de bank, maa dat bleek ook helemaal niet nodig. Mind you, dit is bija 50 jaar geleden. Nu zouden we er niet meer mee wegkomen denk ik, de bank is als institutt te verankerd in ons dagelijkse doen. Neem alleen al pinnen.
Deel 4 gaat om dat dubbeltjes bijna nooit kwartjes worden. Onze sociale, klasse, mobiliteit is in wezen niet groter geworden sinds de middeleeuwen!Geen verheffing of emancipatie, maar stilstand. De stelling uit The son also rises van Gregory Clark is dat je sociale status genetisch, erfelijk is. Voor een familie aan de top duurt het tien tot 15 generaties voor hun status weer gemiddeld is. Dat is meer dan 1000 jaar!
Zelf denk ik niet zozeer dat het genetisch of erfelijk is, het is omgekeerd. Onze maatschappij is gebouwd op en door die rijke families van 1000 jaar geleden. Logischerwijs sijpeld het voordeel dat zij hadden nog steeds door. Onze economie is na 1800 verherbouwd tot een survival of the fittest maatschappij. Daardoor lijkt het dat sociale status genetisch of erfelijk is, maar is dit volgens mij in wezen een onderliggende structuur in de economische maatschappij die we hebben opgebouwd.
Deel 5 tenslotte gaat om ongelijkheid in de 21ste eeuw. Sinds de jaren 80- groeit overal de ongelijkheid, ook in Nederland. We moeten, is de coclusie van het boek, de economie weer meer beschouwen als een moraalfisolofie en moralistische vragen stellen: Wanneer hebben we recht op eigendom? Welke mate van ongelijkheid valt te rechtvaardigen?En welke rijkdom is echt verdiend?

donderdag 2 april 2015

De jongen die nooit heeft bestaan - Sjón

Wat weten wij eigenlijk van de geschiedenis van IJsland, behalve dat Erik de rode er een tussenstop had voor hij via Groenland naar Amerika voer? Niet veel. Dat de Spaanse griep er groots heeft huisgehouden wist ik bijvoorbeeld niet. Ook de zelfstandigheid van IJsland van Denemarken, een dag die in dit boek voorkomt, lees je niet in geschiedenisboeken van Europa.
De jongen die nooit heeft bestaan verbind verschillende historische thema's met elkaar, de vroege stille film, de uitbraak van Spaanse griep in IJsland en het einde van de Eerste Wereldoorlog, homoseksualiteit in zo'n kleine gemeenschap. De jongen in kwestie, Manni, leeft aan de rand van de maatschappij, observeert Reykjavik zonder er zelf deel van uit te maken, als wees, tot de Spaanse griep toeslaat en hij in de maatschappij komt te staan. Het boek krijgt dan ook meer glans, meer leven, dat vind ik knap gedaan. Aan het eind komt nog een historisch perspecief, het ontstaan van kunstenaarsgroepen in het interbellum.
In het begin vond ik de vervreemding wat moeilijk plaatsbaar in een historische roman, maar naarmate de roman vorderde, werd het steeds logischer. Door de Spaanse griep komen de werld van Manni en de echte wereld dichter bij elkaar.