vrijdag 26 juni 2020

Japan in honderd kleine stukjes - Paulien Cornelisse



Je hoort vaak over de giftige kogelvis, die Japanners zo graag eten, maar rijstballen zijn veel gevaarlijker.


Dit boekje heb ik geleend van een vriendin. Ik begon er aan met het idee dat het een tussendoorboek zou worden, maar ik vond het verrassend leuk! Het is leuk geschreven, veel gaat over de Japanse taal, maar ook voor mensen die ooit in Japan zijn geweest staat er veel herkenbaars in. Op de foto zie je het boek met notes bij 'mijn' stukjes.

8. Salaryman
Ik ben in het zakendistrict van Tokio geweest. Je kon daar naar de zoveelste verdieping van het stadhuis om Tokio van boven te zien. Ik was er in de avond toen veel kantoren leeg stroomden en daar heb ik inderdaad veel salaryman gezien. Hij komt 's avonds laat thuis, terwijl zijn vrouw de kinderen doet.

13. Banana
Kitchen van banana Yoshimoto is een van mijn favoriete romans. Door dit boek wil ik het nu weer herlezen!

17. Bento
Ik maak graag bento's, meeneemlunches, als ik naar mijn werk ga. In Japan maakte ik ze ook iedere dag, maar omdat de keuken in mijn vakantiehuis uit een eenpits gasstel bestond, Kocht ik daar de ingrediënten voor de Bento in een supermarktje (zie later). Ik was zo blij dat ik Japanse omeletten en rijstballen gewoon in folie kon kopen! Een keer heb ik op de markt mijn bentobakje aan een verkoopster achter een stalletje gegeven en gevraagd of zij het lekker voor mij wilde vullen. Ze keek me wel wat vreemd aan, maar begon er vrolijk aan en had volgens mij een erg leuk moment.

19. Stoere mannen
In veel japanse openbare gelegenheden, waaronder restaurants, mag je roken, maar je mag bijna nergens roken op straat. Dit was zo'n vreemde ervaring toen ik in Japan was, roken in restaurants!

41 Graseters
Dit hoofdstukje gaat feitelijk over het fenomeen dat Japanse mannen niet actief uit zijn op een relatie en erg afwachtend, wat de hoeveelheid relaties niet bepaald ten goede komt. Maar ik heb het genote vanwege de zin: In een Japanse stad hoef je zelden verder dan honderd meter te lopen of je komt een convenience store tegen. Dit klopt! Het zijn vaak kleine buurtwinkeltjes gerund door een familie.

52 Nederlandse woorden in het Japans
Elk japans schoolkind zeult een gigantische schooltas mee; een randoseru.[...] De meeste Japanse kinderen lopen met elkaar, zonder ouders, in kleine kwetterende groepjes naar school. Dit is zo, en ik heb meermalen groepen kinderen, ik denk 5, 6 jaar oud, naar huis zien lopen zonder begeleiding. Ik vroeg me af of Japanse ouders dat niet eng vonden, want de kinderen moeten soms kilometers lopen.

55 Witte mensen
Specifiek zouden witte mensen ervan houden om in Tokio naar de Tsukiji-vismarkt te gaan. Ik heb dit ook gedaan. Het was een van leukere dagen in Tokio.

56 Japanse hypes
Ik denk dat Marie Kondo zo populair heeft kunnen worden omdat er juist in Japan veel behoefte is aan iemand die 'toestemming' geeft om spullen weg te gooien. Haar methode is dus niet zozeer een afspiegeling van een Japanse traditie.
Een Japanse facebook kennis vertelt over Marie Kondo dat we niet moeten vergeten dat Japan een modern land is met alle problemen die een modern land heeft. Dus ook een groot afvalprobleem, en een groot aantal mensen, net als hier, die in hun spullen verdwaald zijn geraakt en er niet meer uitkomen.

74. Hekjes
Al snel werd duidelijk dat de natuur in Japan vaak achter een hekje zit. Dit viel mij ook erg op! Ik hoopte dat er iemand was die dit ook zou zien.

83 kleuren
In Japan zie je veel horizontale verkeerslichten. Dit klopt. Als Westerling moet je tijdens het fietsen er erg aan wennen en opletten dat een verkeerslicht voor je geldt, want ze staan niet op ooghoogte. Je bent zomaar een druk kruispunt opgefietst!

99 Familie
Een ober, een jonge jongen nog, met een dikke bril, duidelijk verlegen met zijn rol in dit etablissement. Ik bekeek hoe hij bewoog, en dacht precies te begrijpen hoe hij zich voelde.

vrijdag 12 juni 2020

Het internet is stuk - Marleen Stikker

Ik heb dit boek gekocht op de privacy rede van Marleen Stikker in 2020. 'Het internet is stuk' is een uitspraak die ik vaak doe. Marleen Stikker is bij veel betrokken geweest waar ik gebruiker van ben, van DDS tot de Fairphone.
Het leukst vond ik de hoofdstukken over het ontstaan van het internet, de BBS-en en de eerste internetcultuur. Ik zat toen op BBS-en, fidonet, in te bellen met mijn modem. Nog altijd is dat voor mij het internet. Toen, toen was het leuk, waren er groepen waar je kon praten en die netjes gemodereerd werden. Tegenwoordig moeten we het voor modereren hebben van de bedrijven die ons de social media aanbieden. Daar zit ook gelijk een groot probleem, want wie bepaalt dat, en is dat dan geen dictatuur?
Ik lees dit boek terwijl ik hoor over de corona-app, en de grote vlucht die beeldbellen heeft genomen in de zorg sinds de coronacrisis. We kunnen niet anders, zeggen de ziekenhuizen. Maar van de zieke die de dokter wil consulteren wordt dus verwacht dat die in die situatie ook nog eens gaat nadenken over van wie de data is die in de zorgapp wordt gedeeld en of je dat wel wilt. Je wilt gewoon de dokter spreken!
Mijn eigen gedachte is dat we heel vaak van het eindproduct uitgaan als we over een internetapplicatie nadenken. We willen -deze- data. En dan gaan we een app, of in het geval van de sleepwet een wet, bedenken die ons die data geeft. Maar het zou andersom moeten zijn. We zouden moeten nadenken over hoe we data willen verzamelen, en dat verankeren in de wet.
Google en Facebook worden wel erg als de vijand gezien. Maar zijn zij wel zo veel erger dan de grote uitgeverijen die hiervoor onze data bezaten? Een prachtige documentaire over Google Books herinner ik me. Dat was een project van Google om alle boeken van de wereld in de scannen en beschikbaar te maken voor iedereen. Zelf wilde Google de inhoud van die boeken om AI's beter te leren communiceren. Uiteindelijk verliest Google een rechtszaak over het beschikbaar maken van literatuur die de uitgeverij bezit en wordt het project gestaakt. Goed! denk je dan. Maar die uitgever is niet van plan om het boek ooit weer uit te geven. Waar Google het in ieder geval beschikbaar maakte voor de wereld (en ik geef toe ik ben biased want ik vond die scanner geweldig!), sluit de uitgever het boek op in zijn kluis zodat wij er nooit meer aan kunnen komen. Wat is dan winst?
Een andere voorbeeld. Daar waar regeringen direct alle data uit de corona-app centraal wilden opslaan, melden Google en Apple doodleuk aan ze dat zij hun besturingssysteem niet zo gaan maken dat dat kan.
Ik ben het met veel dingen uit dit boek wel eens. Maar op de een of andere manier wordt het niet inspirerend. Ik heb niet iets waar ik mee aan de slag kan. Het is interessant, er komen veel denk gebieden, filosofie, klimaatkunde, economie, hardcore coderen, lesgeven, maatschappijleer, informatica, bij elkaar, maar het blijft erg meta. Het is allemaal een prachtig goed idee. En nu?

Buxton spice - Oonya Kempadoo

Deze foto is van het blog van Nicole Adriaans.

Dit boek bestaat uit herinneringen aan Guyana van Lula, van een meisje van 12. Dat is ook wat de buxton spice boom is die bij het huis staat; de boom die alles kon zien (Buxton spice overigens, is een soort mangoboom). Ik wist dat hij overal in Guyana dingen kon horen gebeuren. De beschrijving van die boom is een mooi hoofdstuk. Er leefde jowari's in. En korstmossen en schimmels en de grote powisievogel. Stond daar maar op te zwellen van alle geheimen.
Door dat gegeven wordt het boek wel wat fragmentarisch. Korte hoofdstukken van herinneringen aan elkaar geregen. Emelda trouwde met Ricardo DeAbro toen ze zestien was en kreeg achttien kinderen, van wie er veertien nog leefden. Omdat er zo veel zijn worden de personages, behalve Lula, ook fragmentarisch. De zus van, de varkenshoeder, twee prostituees, de winkeleigenaar. Even zijn ze er en dan weer weg.
Het is of alles staat te ontploffen in dit boek. De sociale cohesie, de structuur van het land, de mensen, en Lula zelf.
Lula ziet zelf alle raciale spanningen in het dorp, waar hindoestanen wonen en zwarten en portugezen en witten en... Geen moslims meer, want die zijn weggejaagd en de moskee is kapot geslagen. De kinderen komen er om te spelen en het bidden naar Mekka na te doen.
Lula ontdekt haar eigen seksuele geladenheid en de seksualiteit van anderen. De voortdurende focus op seks vond ik wel grensoverschrijdend voor een 12 jarig meisje.
Lula ziet het huiselijk geweld, het slaan met de riem en rietjes omdat de varkens niet zijn gevoerd of omdat er wordt gedacht dat het Portugese meisje het aanlegt met een zwarte jongen, of de dief die kapot geslagen wordt voordat de politie ingrijpt.
Nog verder weg is de dictatuur van Guyana, de dikke buiken van de machthebbers, het volkslied dat overal gespeeld wordt (opstaan!), haar moeder die wordt meegenomen omdat ze vergeten is binnen de gestelde twee dagen dollars om te wisselen in Guyaans geld. De scene waarin de politie komt om huiszoeking te doen in Lula's huis en van hun moeder best mogen zoeken maar hun schoenen uit moeten doen, We laten geen schoenen in huis toe, is heerlijk. Tot het einde, want als de politie iets zoekt vindt het dat natuurlijk, zelfs op witte sokken.
Er wordt in het origineel in slang gesproken, dat merk je omdat de vertaler wel probeert dat in het Nederlands zo te houden met korte zinnen zonder zelfstandig naamwoord en volkse taal. Maar slang vertalen is heel moeilijk, en ik vind het hier niet echt werken.
Het boek stopt vrij abrupt, maar misschien de herinneringen aan Guyana ook wel.

dinsdag 9 juni 2020

The Englishman who went up a hill but came down a mountain - Christopher Monger

Ik zou dit jaar fietsen in Wales, maar dat ging niet door wegen de coronacrisis. Zelfs in een boekenblog ontkom je er niet aan! Ik heb dit boek ooit, in 2011, als bookcrossingboek gekregen, ik heb geen idee meer hoe. Via de Openbare Book Crossing Zone denk ik.
Anyway, ik heb dit boek nu gelezen omdat ik nu in Wales zou zijn, en dit boek er speelt. Het is een leuke romantische komedie over twee kaartenmakers die in de eerste wereldoorlog een kaart van Wales moeten maken van de oorlogskamer. Bij het opmeten van de eerste berg in Wales, blijkt het niet hoog genoeg te zijn om een berg te heten. Dat laten de dorpsbewoners niet op zich zitten!
Dit boek was oorspronkelijk een film met Hugh Grant. Het tikt netjes de boxen aan die bij een romantische komedie horen, maar is gewoon erg grappig en voor een filmboek erg goed geschreven.

maandag 1 juni 2020

Zuiverheid - Jonathan Franzen

Een tennisbal tegen de muur slaan was de Temesta voor de arme mensen.

Ik wilde een boek lezen over het nu. Daar heb ik er maar weinig van, volgens mij worden er ook weinig boeken geschreven over het nu, over de manier waarop we informatie tegenwoordig beheren en gebruiken. Daar gaat dit boek inderdaad over.
Pip, eigenlijk Purity (Zuiverheid) Tyler is een twintiger die woont in een kraakpand in Californië, opgevoed door haar moeder zonder haar vader te kennen. Het niet kennen van haar vader heeft een enorm gat geslagen in haar wezen en als haar moeder blijft weigeren iets over haar verleden te vertellen, gaat ze als stagiair werken bij Andreas Wolf, die een soort Wikileaks-achtig project runt in Bolivia. Daar hoopt ze met de kennis van het naar boven halen van geheimen die de mensen van dat project beheersen meer te weten te komen over haar vader. Andreas Wolf heeft zijn eigen geheim uit zijn jeugd in Oost-Duitsland, dat hij koste wat kost wil bewaken en misbruikt Pip voor zijn eigen doelen. Het is allemaal een smerige toestand van verraad en leugens.
Franzen maakt een verbinding tussen de wereld in Oost-Duitsland, waar de staat alles van iedereen wist door bijna iedereen spion te laten zijn van iemand anders, en het internet, waar bedrijven bijna alles van iedereen weten door ze spion te laten zijn van zichzelf. Het is geen vrolijk beeld van het nu.
Er is wel een parallel met The Circle van David Eggers. Ik vind The Circle echt een beter boek, interessanter omdat ik me daar meer mee kon verbinden dan met de journalistiek in dit boek.

Ik had wel moeite met de psychologie van de personen in het boek. De ingewikkeldheid die zij maken van relaties, de jaloezie, de verkramptheid. Zijn mensen zo? Voor mijn gevoel zijn ze allemaal wel in meer of mindere mate raar. Wellicht ben ik gewoon niet goed genoeg in psychologie om daarin helemaal mee te gaan. Pip vond ik geloof ik nog het aardigste van het stel, maar misschien omdat zij de jongste is en je hoopt op de toekomst, terwijl de anderen allemaal zo vast zitten in hun routines.
Door de constructie had ik ook wel het gevoel dat er herhaling zat in de roman. Dingen die je al had geconcludeerd uit een eerder deel, die in een volgend deel nog een keer volledig worden verteld.
Het boek is wel werkelijk subliem geschreven.

Dit is een van de weinige boeken die in de VS spelen die ik ken waar de hoofdpersonen zich met trein en bus verplaatsen, viel mij op!