zondag 18 december 2011

Het gouden paviljoen

Het staat op pagina 173 van de 234 bladzijden die de roman telt: Ik moet het Gouden Paviljoen in brand steken. Het is een bevrijding als eindelijk die woorden worden uitgesproken. Het is vreselijk knap van Mishima dat hij een roman kan schrijven waarbij die woorden voor de hoofdpersoon net zo bevrijdend zijn als voor de lezer. Een innerlijke rust kwam over mij toen ik die woorden las; Het is klaar.
Het was zeker geen leuk boek, in de zin dat je er een of andere vorm van genoegdoening uit krijgt. Ik las het ook op een moment dat het in mijn eigen hoofd niet goed gaat. in de eerste 173 bladzijden van het boek graaf je in de gedachtenwereld van een psychotische jongen. Vanaf pagina één word je als lezer meegevoerd in de bizarre ideeënstroom van Mizoguchi, de jongen die uiteindelijk het Gouden Paviljoen in brand steekt. Steeds dieper en dieper. Het is een donkere getormenteerde gedachtenwereld, alles wat er gebeurd wordt door de hoofdpersoon op zichzelf betrokken. Het geeft prachtig weer hoe de wereld van iemand in een psychose werkt. Zo knap, dat het eng wordt. Ik durfde niet mee, probeerde uit alle macht niet ondergedompeld te worden door blije muziek te draaien, niet 's avonds te lezen, te allen tijde contact te houden met de wereld om me heen. Er was geen ontsnappen mogelijk aan de gedachtenstroom van Mizoguchi. De uiteindelijke ontsnapping voor de lezer is dezelfde als voor Mizoguchi, het plan om het Gouden Paviljoen in brand te steken.
Terwijl Mizoguchi steeds meer geobsedeerd raakt door het gouden paviljoen, worden zijn gevoelens steeds pompeuzer, ze lijken in geschrift steeds meer op wat het Gouden paviljoen in beeld is, een gezwollen en in feite hol symbool van Zen beleidenis.
Het boek is geschreven in 1956, maar is nog steeds actueel. De nachtmerrie is niet onze eigen pijn, maar het gruwelijke lichamelijke lijden van anderen. (p 98), is dat niet de grond van de talloze schietincidenten op scholen en publieke plaatsen?
Het Gouden Paviljoen is geschreven als een boeddhistisch zengeschrift. Lange, heel mooie, natuurbeschrijvingen worden afgewisseld met parabelachtige verhalen.
Boven de bergkam stapelden zich statige wolken op, zoals de wolken in de hoeken van mijn ogen tijdens het lezen van de opstandingssutra bij vaders dood. Vol stil, intens licht bogen zij zich over het fijne bouwwerk. Onder dit sterke nazomerlicht verloor het Gouden Paviljoen zijn vormscharkering en het koele duister in zichzelf besloten houdend, leek het met zijn geheimzinnige omtrekken de verblindende wereld daarbuiten eenvoudig te ontkennen. Alleen de fenix op het dak sloeg de scherpe nagels stevig in zijn voetstuk en probeerde niet te wankelen in het zonlicht.
Verveeld door mijn lange gestaar pakte Tsurukawa een steentje op en gooide het met een sierlijke zwaai van zijn lichaam midden in het spiegelbeeld van het Gouden Paviljoen in de vijver.
De kringen breidden zich door het kroos heen over het wateroppervlak uit en het mooie, verfijnde bouwsel brak onmiddelijk in stukken.

Prachtig! Maar in de gesprekken met zijn vriend Kashiwagi blijkt de andere kant van Zen. De schoonheid van het Gouden Paviljoen belemmerd Mizoguchi om te kunnen leven is een omkering van het wezen van Zen. De uiteenzettingen en parabellen van Kashiwagi en Mizoguchi zijn holle frasen, uitdrukkingen zonder zin en inhoud, als de monnik die zijn slippers op zijn hoofd zet als de zenmeester een katje de keel doodsnijdt.
Japan moest ontheiligd worden. De keizer werd ontheiligd door de Amerikanen in het einde van de tweede Wereldoorlog, maar de maatschappij moest, net als in de jaren zestig in het Westen, ontdaan worden van de ceremonies van de vorige generatie. Zo wordt in dit boek Zen ontheiligd, de theeceremonie ontheiligd en bereikt uiteindelijk het hoogtepunt door de verwoesting van het laatste symbool van de Japanse oudere generatie, het Gouden Paviljoen. Mizoguchi droomde al tijdens de tweede wereldoorlog van de verwoesting van dit momument, maar het bleef gespaard. 'Buiten de poort. (van het Gouden Paviljoen - iiwi) liep een goot langs het terrein en daar stond een bord. [...] Ter attentie. 1. Zonder speciale toestemming mag in de huidige toestand geen verandering worden gebracht. Om te leven moest het Gouden Paviljoen in vlammen opgaan.

Ik heb dit boek vrijgelaten in een Japans restaurant, op zoek naar nieuwe lezers.

donderdag 15 december 2011

Hoe een dicator aan de macht komt - Karl Bruno Leder

Men moet niet over deze aarde gaan zonder sporen na te laten, die onze nagedachtenis recommanderen
Dit boek gaat eigenlijk helemaal niet over hoe een dictator aan de macht komt. De eerste hoofdstukken gaan over hoe je van hem af komt en de rest over hoe hij (ik ken geen vrouwelijke dictators, vreemd genoeg) aan de macht blijft. Toen ik het boek kreeg van een collega, omdat ik altijd zeg "Ooit, als ik dictator ben van dit land [...]", was ik bedenkelijk. Maar het blijkt een goed leesbaar boek. Door de eerste hoofdstukken over de goddelijkheid van oude leiders bekeek ik 'Egypt week' op NGC op een andere manier. Alleen dat al is het lezen waard geweest.
Karl Leder focust zijn geheel vooral op Europese dictators, vooral Cromwell en Napoleon een beetje Stalin en vreemd genoeg, gezien het feit dat hij in 1929 in Duitsland is geboren, nog minder over Hitler. De enige Afrikaanse dictatuur die Leder geslaagd noemt is die van Muamar Khadaffi. In het licht van recente gebeurtenissen is dat erg grappig.
Napoleons bewind vindt hij een van de geslaagdste militaire dictaturen. Ik vind dat niet; Napoleons bewind duurde maar 15 jaar een hij was toch vooral in het buitenland. Dat onze staat nog steeds voor delen is ingericht volgens systemen van de Franse revolutie is Napoleon mijn inziens niet echt aan te rekenen. Hij (Napoleon - iiwi) hield er geen politieke overtuiging op na zegt Leder dan ook. Later in het boek, in het hoofdstuk dat volledig aan Napoleon gewijd is, neemt Leder ook wat gas terug over napoleons dictatuur: Goethe [...] zei op 6 april 1829: Omwille van een grote naam heeft Napoleon de halve wereld in puin geslagen. En toen moest de eerste - en tweede wereldoorlog nog plaatsvinden.
Een succesvol dictator uit zijn macht zetten of ongeschadelijk maken is zo goed als onmogelijk stelt Leder in het slothoofdstuk. Het boek is duidelijk voor de ineenstorting van het Sovjetrijk geschreven, toen dictaturen bij bosjes bleken te vallen op het moment dat ze geen hulp van de USSR meer kregen. In 2011 staat de teller op zeker vier. Een goed jaar dus. Door het gehele boek stelt Leder dat een dictator alleen aan de macht kan komen als het volk dat toestaat en hij de gevoelens van het volk weet te kanaliseren. Dat is slecht nieuws voor mijn dictatoriale plannen, ik heb over het algemeen een broertje dood aan 'het volk'. Hij vraagt zich dan ook af of een echte democraat een dictator wel moet afzetten als dat tegen de wil van het volk ingaat. Ik vind de huidige ontwikkelingen in Noord-Afrika juist een goede zaak precies daarom. De meeste dictators kunnen aan de macht blijven omdat ze door ons, de democraten, het Westen, in het zadel gehouden worden. Wij zorgen ervoor dat de dictator aan de macht blijft. Het volk, de mensen van Tunesië, Egypte, Lybie en Jemen hebben nu weer een kleine mogelijkheid om het zelf te bepalen. Dat gaan ze niet goed doen, net zoals wij het niet goed doen, maar ze kunnen het in ieder geval net als wij fout doen.
In het slotwoord stelt Leder dat we met zekerheid kunnen zeggen: indien Stalin en Hitler tijdig waren uitgeschakeld, zouden er geen Tweede Wereldoorlog en geen endlösung zijn geweest. Ik waag dat te betwijfelen. Ik heb niet de illusie dat de wereld op die manier te bewerken is. Het gaat ook tegen alles in dat Leder door het gehele boek over het volk schrijft. Dit moet ook de drijfveer zijn geweest die de moordenaar van Pim Fortuijn gehad moet hebben. En kijk eens waar het toe heeft geleid... We leven in een Nederland waarin de moslims de nieuwe satan zijn en jongens van achttien het land uitgestuurd worden.
De propaganda deed niets anders dan de joden met alle kwaad in de wereld te vereenzelvigen. [...] Ondanks al deze moeite bleven deze verwijten in de theorie steken, want in het dagelijks leven bleken de europese joden volkomen normale burgers te zijn [...]. Toen de Jodenvervolgingen in Nazi-Duitsland scherpere vormen gingen aannemen, ontving Himmler dan ook talrijke verzoeken van Duitse 'volksgenossen' die voor 'hun' joden een goed woordje wilden doen. Himmler beklaagde zich over deze brieven. Als hij op al die verzoeken moest ingaan, zo meende hij, zouden er in Duitsland meer joden zijn dan in heel Europa te vinden waren.

vrijdag 2 december 2011

Animal's people - Indra Sinha

Het tweede boek dit jaar dat ik lees dat is opgebouwd uit ingesproken audiotapes. Ik ga graag naar India. Waar er in Groot-Britannië een grote literaire scene is ontstaan in haar voormalige koloniën, blijven de Indische en Surinaamse en antiliaanse schrijvers in de hedendaagse Nederlandse literatuur afwezig. Animal's people, een van de shortlisted boeken voor de Bookerprize van 2007 en op de 1001 lijst van boeken die je gelezen moet hebben, valt in die traditie.
Het verhaal speelt in de achterbuurten van de Indiaanse stad Khaufpur (lees: Bhopal), waar een giframp nog altijd voor grote gezondheidsproblemen zorgt. Zo is de rug van hoofdrolspeler Animal vervormd door het gif en de vlammen, waardoor hij zich op vier voeten moet voortbewegen. Indiase romans over de achterbuurten vind ik niet zo vaak, misschien omdat de meeste Indiase schrijvers in Groot Britannië wonen en uit de gegoede klasse komen?
Het is een zeer beeldende roman, ik zat steeds te bedenken wat een mooie Anime van dit boek gemaakt kon worden. Aan het einde vond ik de roman wat te makkelijk worden, de Kampani die verslagen wordt, Animal die zichzelf eindelijk mens vindt en uiteindelijk de operatie om en rechte rug te krijgen niet zal doen, de door een Franse non aangekondigde apocalyps die een nieuwe brand in de giffabriek blijkt te zijn, het ligt allemaal nogal voor de hand. De mooiste tape van het boek vond ik het deel waar de eerste herinneringen van Animal en de eerste giframp en brand worden verbeeld aan de hand van een jaarlijks terugkerend festival waar men over hete kolen moet lopen.

Dit wordt een bookcrossingboek.

Vile bodies - Evelyn Waugh

Dit was op zich allemaal amusant, maar daar blijft het ook wel bij. Het had niets waardoor het mij echt zal bijblijven. Het stond op de 2006 lijst van de 1001 boeken die je gelezen moet hebben, en is in 2008 daar vanaf gehaald, en daar ben ik het wel mee eens.