vrijdag 28 augustus 2020

The dinosaur hunters - Deborah Cadbury


Op de cover zie je de twee 'dinosaur hunters', Gindeon Mantell en Richard Owen. Op de achtergrond zie je een deel van het schilderij Ancient Dorsetshire van Henry de la Beche, met zoals dinosaurussen op dat moment gezien werden, als enorme zeemonsters en reptielen.
Gideon Mantell was een amateur geoloog, die werd gegrepen door de eerste botten van een dinosaurus die hij vond (later werd deze dinosaurus bekend als Iguanodon). Zijn familie was in verval geraakt en ondanks dat hij een goede baan had als huisarts en daarin door de gemeenschap werd gerespecteerd wilde hij door deze enorme dieren te categoriseren en beschrijven zijn familie weer de eer geven die hen toekwam. Hij werd inderdaad in de geologen society opgenomen, geen gering feit voor een buitenstaander.
Richard Owen was ook een buitenstaander, maar via zijn patronage met zijn latere schoonfamilie trouwde hij als het ware in de juiste klasse. Hij zat in Londen, in het museum, op de juiste plek op de juiste tijd om een groot geleerde te worden. Hij was ook nog eens enorm ambitieus en ging, zoals dat vaker gaat in de wetenschap helaas, over lijken. Iedereen die hem voor de voeten liep werd vermorzeld. Zo ook Gideon Mantell. Owen leende veel van het eerdere werk van Mantell, en ging daarop voort. Hij was degenen die tot het inzicht kwam dat dinosaurussen landdieren waren en hun eigen dierorde verdienden. Hij was degene die de naam dinosaurussen muntte. Maar hij was niet een erg aardig iemand.
Beide mannen zaten eigenlijk op het kruispunt waar de wetenschap zich van de bijbel scheidde. En beiden konden dat eigenlijk niet. Zeker Owen deed er alles aan om geologische theorieën met de bijbel in overeenstemming te brengen, en soms ook andersom. Hij kon niets met de opkomende gedachtegang dat dieren evolueren. God was voor hem degene die de perfecte dieren in de juiste tijd had geplaatst. Door de latere darwinisten werd hij, mede ook vanwege zijn karaktereigenschappen, uit de geschiedenis verbannen, zoals hij Mantell uit de geschiedenis bande. Zijn legacy is behalve de naam dinosaurus ook het National history museum.
Een voetnoot, maar wel een grote voetnoot was er voor Mary Manning. Zij was een arme vissersvrouw die aan de kust van Dorset woonde en een meester was in het vinden van fosielen. De eerste fossielen van 'dinosauriërs', fossielen van de Ichtyosaurus, werden door haar gevonden. Later vond zij ook het eerste volledige skelet van dit dier. Bijna al haar fossiele vondsten moest zij verkopen aan hertogen en graven en dergelijke die ermee pronkten, om haar familie te eten te kunnen geven. een fossiel bracht soms wel een half jaar eten voor haar hele familie op! Na haar dood werd zijn wel geëerd door de geologie society voor haar enorme werk en kunde in het veldwerk.

Geen opmerkingen: