zondag 24 februari 2019

What I talk about when I talk about running - Haruki Murakami

Just because there's an end doesn't mean existence has meaning.

Murakami is behalve romanschrijver een renner. Van marathons, ultramarathons en triathlons. Hij rent zes dagen in de week, 60 kilometer per week. Zelf heb ik altijd romanschrijver en ultrarenner willen zijn, dus ik vond dit boekje (het is maar 170 pagina's lang) erg leuk om te lezen. Murakami heeft het tussen zijn andere werk door geschreven, en heeft er best lang over gedaan. Voor hem is het best een belangrijk boek, schrijft hij aan het eind. Zo blijkt dat over jezelf schrijven toch moeilijker is dan fictie.
Murakami schrijft hier over de voorbereidingen voor de marathon van New York die hij loopt in 2005. Tussendoor schrijft hij over (de beginperiode van) zijn schrijverschap en de ultramarathon (100 kilometer) die hij liep in Hokkaido. Een beetje zoals gedachten tijdens het rennen opkomen en loslaten tijden het rennen.
Op een dag heeft hij een gesprek met een secretaresse, talks in Japan over en bundel korte verhalen dat daar net verschenen is, contact met zijn Amerikaanse uitgever over een boek van hem dat vertaald wordt, en contact met zijn Japanse uitgever over een vertaling uit het Amerikaans, en schrijft hij. Schrijven is een dagtaak geworden, Murakami een merk. Hij is echt een zakenman.
Wat mij opviel waren ook de voor mij westerse gevoelens van schaamte voor zijn lichaam, competitiestrijd met zijn mederenners en gevoelens over ouder worden en niet meer zo competatief zijn, zijn tijden kan hij niet meer verbeteren. Hij traint ook altijd met muziek op zijn hoofd, schrijft hij. Terwijl rennen voor mij veel meer een één zijn met de wereld is, mijn lichaam voelen en de wereld horen, zonder geluid om dat te blokkeren.

Geen opmerkingen: