zaterdag 10 september 2011

Het grote verlangen - Marcel Möring

Ooit kreeg ik in een envelop twaalf gekopierde eerste bladzijdes van boeken, zonder de titel. De bedoeling van het spelletje was om aan de hand van de eerste bladzijde te bepalen welk boek je wilde lezen. Bij mij werd het Het grote verlangen van Marcel Möring.
De eerste bladzijden van het boek vind ik nog steeds mooi, de herinnering van Lisa aan het leven met haar broers en ouders. Ouders die niet veel later tijdens een auto-ongeluk om het leven komen. De drie wezen komen in drie verschillende pleeggezinnen terecht. Pas als ze volwassen zijn ontmoeten ze elkaar weer. De twee broers gaan door Nederland trekken. Ze komen bij een aardappelmeelfabriek, waar een hoer in een peugot iedere vrijdag alle werknemers, in volgorde van belangrijkheid, de directeur eerst, over zich heen laat komen. Een scene die voor mij erg Gronings aandoet. De stank van aardappelmeel, die over de hele provincie leek te hangen, een bedwelmende laag zoetige kookdamp, herinner ik me nog goed.
En dan zijn we bij bladzijde 86 van een in potentie heel mooi boek en gebeurt er iets. Het verhaal schuift weer naar het heden en moet gaan over wat liefde is, over stedelijk verval en emotionele binding. Er is een meisje met een jurk met polkadots, een Ierse barfly, een gitarist van een band die door een motorbende in elkaar wordt gemept, de zus verlaat haar man, een nacht in een club en een apothekersassistente. Het komt voor mij nooit bij elkaar, ik zie het verband niet, ik zie niet wat Möring hier wil zeggen over liefde. Al die personages, al die hoofdstukken, blijven losse eindjes, hebben geen verbinding met het verhaal, met elkaar. Die gitarist die in elkaar gemept wordt blijft alleen een beeld van de wereld in verval en doet verder niets extra's. Het meisje met de polkadots is het symbool van de onmogelijkheid van de hoofdperson om emotionele banden te ondergaan met anderen, maar daar blijft het dan ook bij. Het komt nooit tot een synthese.
Pas aan het eind, als Möring het orginele verhaal weer oppakt, wordt het weer een samenhangend geheel en vind ik het boek gelijk weer mooi.

Vijf dagen later, toen de Spoetnik de dampkring verliet, werden Lisa en ik met een keizersnede geboren en terwijl de Spoetnik baantjes om de Aarde trok en zijn eenzame bliepjes uitzond schreeuwden wij onze longen vol en waren wij, de Gemini, gelanceerd in de wereld die we zo lang hadden gemeden.

Geen opmerkingen: