woensdag 21 maart 2012

No en ik - Delphine de Vigan

Ik heb dit boek gelezen in het kader van de boekverfilmingsreeks van bioscoop 't Hoogt en boekwinkel Savanah bay.
Lou Bertignac is een meisje van dertien met een IQ van 160. Als ze de dakloze No(lwenn) ontmoet voelt ze voor het eerst een soort van zielsverwantschap met iemand. Op school heeft ze geen vrienden en haar familie heeft door een groot verlies moeite om emoties met elkaar te delen. Als No, murwgebeukt door het straatleven, zich niet meer kan verzetten, proberen Lou en haar ouders het leven van No weer op poten te zetten door haar in huis te nemen. Dit heeft een groter effect op de familie Bertignac dan op No.
Het verhaal wordt verteld vanuit Lou's perspectief, die met haar dertien jaar niet in het hoofd van de achttienjarige No kan kijken. Dat betekent wel dat No niet meer dan een katalysator voor de volwassenwording van Lou en het helen van de familiebanden van haar familie wordt. Haar emoties komen altijd uit de tweede hand, uit die van Lou. Lou vertelt in plaats van dat de lezer voelt; zelf weet Lou niet precies wat ze voelt en de gevoelens van anderen beschrijft ze. Slechts aan het eind, als Lou zelf de wereld voelt, voel je als lezer mee. Dat is consequent verteld, maar soms ook makkelijk, mede ook door de taal, die toch vooral is geschreven voor pubers en jongvolwassenen.
In bijvoorbeeld Het verhaal van de hond in de nacht krijg je als lezer echt het gevoel dat de hoofdpersoon een hyperintelligent en wat wereldvreemd persoon is. Ondanks dat Lou twee klassen heeft overgeslagen wordt zij dat nooit. In haar taalgebruik en de manier waarop ze haar verhaal vertelt merk je niet veel van haar vroegwijsheid, behalve als ze dat letterlijk zegt. Ze doet vreemde proefjes, maar verder blijft ze voor mij een vrij normale dertienjarige. Sommige van de proefjes, zoals het onderzoek naar het effect van broodroosterstand acht op verschillende soorten brood, zie ik een intelligent meisje van dertien zo doen, andere vind ik toch wat gezocht.
Het alles of niets gevoel dat pubers zo kunnen hebben vind ik in het verhaal erg goed getroffen. De vriendschap van Lou met No is meer dan een vriendschap, zowel voor No als voor Lou. Het is een levensbehoefte. "We zijn samen toch?" Als Lou besluit om met No mee te gaan klinkt dat als een onlogisch besluit, maar in het hoofd van en dertienjarige wordt het juist erg begrijpelijk.
Het verhaal is gevoelig en teder geschreven, met hart voor de hoofdpersonen. Zeker voor beginnende volwassen lezers is dit een mooi boek. Aan het eind blijkt de wereld niet zo maakbaar als ze in het begin leek te zijn.

6 april ga ik naar de film van dit boek.

Dit boek heb ik opgestuurd naar een andere lezer.

Geen opmerkingen: