Dit boek speelt zich af op de onbekende Portugese kolonie Sao Tomé en Principe, voor de kust van Afrika, in 1905 tot 1908. Slavernij was een van de onderliggende leesthema's van dit jaar. Het laatste boek van 2012, en eerste van 2013, handelt over de periode dat slavernij feitelijk overal al wel verboden was, maar regeringen, plantagehouders en gouveneurs met de wet een handje lichten. Zo werden de Angolezen die op de plantages op Sao Tomé werkten wel betaald, en haden ze feitelijk het recht op terugkeer naar hun land, of het wisselen tussen plantages. Dit recht konden ze echter niet uitvoeren. Daarmee waren het eigenlijk nog altijd slaven.
De hoofdpersoon van dit boek Luïs Bernardo Valença, wordt door de koning van Portugal aangesteld om ervoor te zorgen dat de Engelse consul, die op het eiland komt om verslag te doen voor de Engelse regering, een niet volledig negatief verslag uitbrengt. Dat zal namelijk leiden tot een boycot van cocao uit Sao Tomé. Dat de plantagehouders niet geneigd zijn om hun praktijken, en hun feitelijk gratis werknemers, te veranderen, laat zich raden.
Al snel na zijn aankomst op de eilanden ontdekt de nieuwe gouverneur dat de dertigduizend Angolese werklieden op de plantages weliswaar in rechte geen slaaf zijn (zij hebben een arbeidsovereenkomst en ontvangen loon), maar dat hun in feite geen keus wordt gelaten – van repatriëring komt niets terecht, ook niet na het verstrijken van hun contract. Bovendien blijven huisvesting en medische verzorging van de werklieden op de meeste roças ver onder de maat en is het werk er onmenselijk hard. Mishandeling door blanke opzichters blijkt geen uitzondering te zijn.
Op het eiland is verder geen enkel cultureel vertier. De nieuwbakken gouveneur, gewend aan het modaine Lissabon, voelt zich er verloren. Als de Engelse consul op het eiland ariveert, ontstaat er dan ook een vriendschap tussen de twee, die eigenlijk vijanden zijn. De verhouding vercompliceert verder als de gouveneur verliefd wordt op de vrouw van de consul.
Die liefdesverhouding is het enige zwakke aan dit boek, dat verder een prachtige historische roman is. De relatie heeft weinig psychologische diepgang, en verkeert soms bijna op het niveau van een chicklit. Vrij plastische sex en een vrij plastische relatie.
In Portugal heeft deze goed verkopende roman een discussie aangezwengeld over het koloniale verleden. Hier is een interview met de auteur hierover: http://lusophonia.com/?q=node/151 Het boek wordt soms de Portugese Max Haveklaar genoemd. Overeenkomsten zijn er dan ook, maar zelf vond ik Max Havelaar literair gezien een veel diepere roman. De vertelconstructie was interessanter, de zinnen mooier. Dat komt voor mij denk ik ook omdat het in die tijd geschreven is, terwijl Evenaar toch echt een moderne historische roman is.
vrijdag 28 december 2012
zaterdag 22 december 2012
Dagboek van een oude dwaas - Junichero Tanizaki
Qua thematiek lijkt dit boek wel op 'De sleutel', een eerdere Tanizaki die ik gelezen heb, maar dit boek is veel minder rijk. De hoofdpersoon, de oude Utsugi, is niet erg complex, en inderdaad wel wat de titel aangeeft, een oude dwaas. Waar de karakters in De sleutel complex zijn in hun verlangens en het spel van aantrekking en afstoting to het eind toe gevoerd wordt, is dit meer recht toe recht aan. Tanizaki was aan het eind van zijn leven toen hij dit schreef, en tussen de scenes met de sexuele fascinatie van Utsugi voor zijn schoonzus door lees je over het leven van een oude man, die op de been wordt gehouden met medicatie.
Zijn muze, schoondochter Satsuko is interessant. Zij komt helemaal niet Japans over. Ze rijdt auto, gaat naar bokswedstrijden, en deed mij sterk denken aan de filmactrices uit de Franse films uit de jaren vijftig, Simone Signoret wordt zelfs genoemd in dit boek.
Zijn muze, schoondochter Satsuko is interessant. Zij komt helemaal niet Japans over. Ze rijdt auto, gaat naar bokswedstrijden, en deed mij sterk denken aan de filmactrices uit de Franse films uit de jaren vijftig, Simone Signoret wordt zelfs genoemd in dit boek.
donderdag 13 december 2012
De smaak van venijn - Alan Bradley
Ik zal nooit echt fan van het genre young adult worden denk ik, net zoals ik ook niet zo meer houd van kinderboeken om te lezen. Het is allemaal net te makkelijk, te gericht op wat ik niet meer ben. Met de hoofdpersoon die houdt van scheikunde en een wat vreemde familie had ik iets Adams family achtigs in mijn hoofd toen ik 'Flavia' meenam, maar dat is het net niet. Niet griezelig.
Het verhaal van de postzegel is leuk, er is duidelijk aandacht aan besteed. Ik heb er wel lekker in gelezen, maar zal niet speciaal meer van Flavia hoeven lezen.
zondag 9 december 2012
Ooku the inner chambers vol 7
Na 6 afleveringen komen we weer terug in de wereld die in de eerste manga geportreteerd wordt, die van shogun Yoshimune. Aan het eind van het eerste deel krijgt Yoshimune, O-nobu, het boek chronicle of a dying day, waarin de geschiedenis van het shogunaat verteld wordt. In dit deel, nummer zeven, blijkt dat er een tweestrijd is in de inner chambers om de opvolging als shogun. Een deel steunt Yoshimune van het Kii domein, een ander deel Tsugutomo van het Owari domein. Geko-in, de vader van de huidige shogun (die is nog maar vijf, en erg ziekelijk) en Manabe Akifuso, de hoogste kamenier, steunen Owari. Door intrige van haar vazallen wint uitiendelijk Yoshimune. Hiermee eindigt the chronicle of a dying day.
Yoshimune baart drie dochters. De vader van haar eerstgeborene sterft later. Ze laat een ziekenhuis bouwen en geneesvrouwen daar zoeken naar een genezing voor de red face pocks, de ziekte die alleen mannen treft. Ook denkt ze na over de situatie van mannen die werken en vrouwen die de macht hebben. Ze wil graag Japan weer openstellen aan de wereld, maar ziet in dat een wereld met mannen aan het roer fysiek te sterk is voor het Japan met vrouwelijke heersers. Ze is bang overlopen te worden. Ze laat the chronicles of a dying day lezen aan een man, Komiyama, die haar schriftgeleerde wordt. De twee fracties die bij het aantreden van Yoshimune tegenover elkaar stonden, Geko-in en ten'ei-in, lijken zich met elkaar te verzoenen.
Alles lijkt te leiden tot een rustiger periode. Maar dan, in het laatste plaatje, zien we Yoshimunes troonopvolgster, lady Fuku. Zij ziet er ziek uit, haar mond hangt naar beneden.
Yoshimune baart drie dochters. De vader van haar eerstgeborene sterft later. Ze laat een ziekenhuis bouwen en geneesvrouwen daar zoeken naar een genezing voor de red face pocks, de ziekte die alleen mannen treft. Ook denkt ze na over de situatie van mannen die werken en vrouwen die de macht hebben. Ze wil graag Japan weer openstellen aan de wereld, maar ziet in dat een wereld met mannen aan het roer fysiek te sterk is voor het Japan met vrouwelijke heersers. Ze is bang overlopen te worden. Ze laat the chronicles of a dying day lezen aan een man, Komiyama, die haar schriftgeleerde wordt. De twee fracties die bij het aantreden van Yoshimune tegenover elkaar stonden, Geko-in en ten'ei-in, lijken zich met elkaar te verzoenen.
Alles lijkt te leiden tot een rustiger periode. Maar dan, in het laatste plaatje, zien we Yoshimunes troonopvolgster, lady Fuku. Zij ziet er ziek uit, haar mond hangt naar beneden.
zondag 25 november 2012
The grass is singing - Doris Lessing
This was a miraculously beautiful novel. I adored the first chapter, which drew in 20 pages the way people in Rhodesia coped with their land. It tells the way things are silenced, not said aloud, not even whispered, as not saying meant not being there, how people are drawn in to this strange culture of power and obedience and after time accept it as being the culture to live in.
The book combines favorite themes; the relationship between man and nature, alienation, losing the grip on your world and not fitting in society and culture. I wrote to a friend that if this was the last book I would ever read, I would be satisfied, and I truly would be.
The book combines favorite themes; the relationship between man and nature, alienation, losing the grip on your world and not fitting in society and culture. I wrote to a friend that if this was the last book I would ever read, I would be satisfied, and I truly would be.
zondag 11 november 2012
Make the bread, buy the butter - Jennifer Reese
Ik heb veel plezier gehad van dit boek. Ik heb gemaakt: homemade nutella, abrikozen-gember-brood, balsamicomosterd en koekjes. Ik had wel zo mijn vraagtekens bij de schrijfster, die zegt economischer te willen werken en zelf te maken wat ze voorheen kocht omdat ze werkloos werd, en vervolgens een schutting van 3500 dollar laat bouwen om kippen buiten te kunnen laten scharrelen. Het is een Amerikaans boek en zo soms vraag ik me af water daar in hemelsnaam in blik verkocht wordt, zoals broodkruimels en pompoenpuree. Ik heb wel gelachen om de verhalen over de kippen en de eenden.
Ze heeft ook een blog: tipsybaker.com
Ze heeft ook een blog: tipsybaker.com
De geboren renner - Christopher McDougall
Maar die glimlach is merkwaardig opwindend. Je kunt zien dat ze ten volle geniet, alsof er niets ter wereld is wat ze liever zou doen en er geen plek ter wereld is waar ze het liever zou doen dan hier, op dit afgelegen pad in de wildernis van de Apalachen.
Ik heb blijkbaar erg geluk gehad, want ik ren al bijna tien jaar en ik ben nog nooit echt geblesseerd geweest. Terwijl McDougal zegt dat iedere hardloper om de paar maanden geblesseerd is. Het is wel grappig dat McDougall schrijft voor het blad 'Men's health' en over zichzelf zegt: in de vijf jaar sinds ik een poging had gedaan mezelf tot marathonloper om te scholen, had ik mijn kniepees gescheurd (twee keer), mijn achillespees verrekt (herhaaldelijk), mijn enkels verstuikt (allebei, om de beurt), last gehad van een pijnlijke voetholte (regelmatig) en moest ik achteruit op mijn tenen de trap af lopen omdat mijn hielen anders te veel pijn deden.
Maar ondanks deze ongemakken (ahum), knalt het plezier af van de renners in dit boek. Ze rennen omdat ze het leuk vinden, bizarre afstanden (160 kilometer) in buitenissige tijden (22 uur lang) op onaardse plaatsen (op 3 kilometer hoogte, of in Death valley). Smooi!
Ik moet denken aan de runs die ik gemaakt heb waarin ik alleen plezier had en met een glimlach op mijn gezicht rende en terugkwam. Dat zijn er een aantal en meestal begon ik dan zomaar, zonder idee, zonder route. In Utrecht heb ik allerlei renroutes, weet ik precies de afstand, de tijd die ik op bepaalde punten moet lopen om tot een acceptabele eindtijd te komen en het gevoel dat ik hoor te hebben op de brug, of in natuurgebied Nieuw Wulven. Maar soms, meestal op plaatsen die ik niet ken, ren ik gewoon zomaar, en dat is het leukste.
Het dichtstbij een run zoals ze in dit boek beschreven staan, en dan niet qua afstand, maar qua pad, was een run op Achill Island, Polranny mountain. In de mist, omhoog tegen een berg op lopen, op een trackpad, soms door veenbanken, plassen met gras en schapen, geen mens om mij heen, paadjes zoekend in het veenland. Een andere run waar ik nog altijd aan terugdenk is die in de Algarve. Eigenlijk net zo, gewoon begonnen, ook nu tegen een berg op, maar dit keer wel geasfalteerd. Tot boze honden wilden dat ik terugkeerde op mijn scheden en mezelf onderdompelde in een zwembad met water van tien graden.
De beste herinnering heb ik aan runs rond Central Park. Natuurlijk omdat het in New York was. Ik had gewandeld in NY om renkleren en -schoenen te kopen en iets verkeerd gedaan. Mijn voeten zaten onder de blaren. Ik kon nauwelijks lopen, maar met ingetapete voeten wel goed rennen. Ook hier begon ik min of meer gewoon. Mijn hostel was op drie passen afstand van Central Park, dus nog gejetlagt om zes uur 's ochtends, terwijl de zon net opkwam en de echte New Yorkers hun hond uitlieten at ik een muffin in het stalletje aan de start van Central Park en begon te rennen. Er voegden zich steeds meer mensen bij mij, Amerikanen, Chilenen, Spanjaarden, Canadezen. We liepen allemaal een ander tempo, maar toch met elkaar. Langs het Guggenheim, de trappen op naar het waterreservoir, de hoek om richting the Bronx, terug heuvelop, naar de muffinstand, voor een shor espresso en nog een rondje.
Ik heb blijkbaar erg geluk gehad, want ik ren al bijna tien jaar en ik ben nog nooit echt geblesseerd geweest. Terwijl McDougal zegt dat iedere hardloper om de paar maanden geblesseerd is. Het is wel grappig dat McDougall schrijft voor het blad 'Men's health' en over zichzelf zegt: in de vijf jaar sinds ik een poging had gedaan mezelf tot marathonloper om te scholen, had ik mijn kniepees gescheurd (twee keer), mijn achillespees verrekt (herhaaldelijk), mijn enkels verstuikt (allebei, om de beurt), last gehad van een pijnlijke voetholte (regelmatig) en moest ik achteruit op mijn tenen de trap af lopen omdat mijn hielen anders te veel pijn deden.
Maar ondanks deze ongemakken (ahum), knalt het plezier af van de renners in dit boek. Ze rennen omdat ze het leuk vinden, bizarre afstanden (160 kilometer) in buitenissige tijden (22 uur lang) op onaardse plaatsen (op 3 kilometer hoogte, of in Death valley). Smooi!
Ik moet denken aan de runs die ik gemaakt heb waarin ik alleen plezier had en met een glimlach op mijn gezicht rende en terugkwam. Dat zijn er een aantal en meestal begon ik dan zomaar, zonder idee, zonder route. In Utrecht heb ik allerlei renroutes, weet ik precies de afstand, de tijd die ik op bepaalde punten moet lopen om tot een acceptabele eindtijd te komen en het gevoel dat ik hoor te hebben op de brug, of in natuurgebied Nieuw Wulven. Maar soms, meestal op plaatsen die ik niet ken, ren ik gewoon zomaar, en dat is het leukste.
Het dichtstbij een run zoals ze in dit boek beschreven staan, en dan niet qua afstand, maar qua pad, was een run op Achill Island, Polranny mountain. In de mist, omhoog tegen een berg op lopen, op een trackpad, soms door veenbanken, plassen met gras en schapen, geen mens om mij heen, paadjes zoekend in het veenland. Een andere run waar ik nog altijd aan terugdenk is die in de Algarve. Eigenlijk net zo, gewoon begonnen, ook nu tegen een berg op, maar dit keer wel geasfalteerd. Tot boze honden wilden dat ik terugkeerde op mijn scheden en mezelf onderdompelde in een zwembad met water van tien graden.
De beste herinnering heb ik aan runs rond Central Park. Natuurlijk omdat het in New York was. Ik had gewandeld in NY om renkleren en -schoenen te kopen en iets verkeerd gedaan. Mijn voeten zaten onder de blaren. Ik kon nauwelijks lopen, maar met ingetapete voeten wel goed rennen. Ook hier begon ik min of meer gewoon. Mijn hostel was op drie passen afstand van Central Park, dus nog gejetlagt om zes uur 's ochtends, terwijl de zon net opkwam en de echte New Yorkers hun hond uitlieten at ik een muffin in het stalletje aan de start van Central Park en begon te rennen. Er voegden zich steeds meer mensen bij mij, Amerikanen, Chilenen, Spanjaarden, Canadezen. We liepen allemaal een ander tempo, maar toch met elkaar. Langs het Guggenheim, de trappen op naar het waterreservoir, de hoek om richting the Bronx, terug heuvelop, naar de muffinstand, voor een shor espresso en nog een rondje.
dinsdag 6 november 2012
Een wilde uit vuurland, Het ware leven van Jemmy Button - Nick Hazzlewood
Ik ben tot hoofdstuk 3 gekomen in dit boek. Hazzlewood is historicus volgens de flap, maar volgens mij geen cultuurhistoricus. Hij gebruikt, ik heb wel verder gebladerd dan pagina 38, door het hele boek heen de woorden Vuurlanders, inheemse bevolking en inboorlingen door elkaar heen. In een passage komt Jemmy Button nadat hij door de Engelsen is ontvoerd en opgeleid is in Engeland terug op Vuurland en wordt hij in de tekst Vuurlander genoemd en de andere Vuurlanders heten in de tekst inboorlingen. Ik denk niet dat de schrijver dit bewust zo heeft gedaan, want op andere plekken worden de inwoners van Vuurland gewoon Vuurlanders genoemd.
Hier is de beschrijving van de Engelse bevelvoerder van de Beagle: Hij was kleingeestig, had een hoge eigendunk en stond vierkant achter de autoriteit van de kerk en de belangen van de grootgrondbezitters. Bovendien was hij overtuigd van de natuurlijke noodzaak van de slavernij. Hij was een voorstander van strenge discipline, recht door zee en rechtvaardig. Hij meende dat een straf altijd in verhouding moest staan tot het vergrijp. [...] Al was hij niet geliefd bij zijn mannen, hij werd zeker gerespecteerd als een man van principes en van zijn woord. Samen met zijn nooit aflatende energie maakten deze eigenschappen FitzRoy voor de bemanning tot een man die leiding gaf door zelf het goede voorbeeld te geven, die nooit zijn verantwoordelijkheid ontliep en die altijd voorging in de zware taak het schip varende en op de juiste koers te houden.
En hier volgt de beschrijving van Vuurlanders: Het betrof een ras van inlanders met een bronskleurige huid dat zich ophield op het uiterste deel van Vuurland. [...] De mannen hadden een gemiddelde lenge van 1.60 meter en de vrouwen, die nog kleiner waren, neigden tot zwaarlijvigheid die werd veroorzaakt door lange perioden van inactiviteit en het eten van robbenspek. Desondanks was het een sterk ras met scherpe gelaatstrekken, verward en slordig gitzwart haar, een stevige lichaamsbouw en dunne ledematen. [...] Hier, in de wateren en op de oevers van het Beagle Channel en de Ponsonby Sound visten, jaagden en stroopten de Yamana's de kust af naar voedsel. Hun buit bestond uit vogeleieren, vis en aangespoelde walvissen, mosselen en zeeslakjes en in het beboste westelijke deel van Navarino eiland zochten ze naar bessen en schoten af en toe een dier.[...] De Yamana's kenden maar weinig regels en wetten, en hoewel er aanwijzingen zijn dat ze bijgelovig waren, lijken zij geen notie te hebben gehad van een opperwezen of god.
Ik kan mij voorstellen dat dit komt omdat Hazzlewood vooral put uit scheepsverslagen, maar hij zegt dat er niet bij. Er staat nergens hoe hij aan deze informatie komt, er staan geen aanhalingstekens of een andere indicatie dat dit een mening is uit de tijd van het verhaal, omstreeks 1830. Op andere plekken doet hij dat wel en staan de stukjes scheepsverslag cursief.
Op pagina 36, als Jemmy Button wordt gekocht voor een knoop staat : FitzRoy had geen enkele kennis van het Yamana en de Vuurlanders verstonden geen Engels. Op dezelfde pagina, staat dan: In een nadere uitleg en rechtvaardiging van zijn handelswijze schreef FitzRoy dat zijn nieuwe gevangene 'de afwisseling leek te bevallen en dat hij vermoedde op Guanaco - of, zoals hij ze noemde, op wänäkäye-jacht te gaan, welke dieren in de nabijheid van die plek te vinden waren.'
Hier is de beschrijving van de Engelse bevelvoerder van de Beagle: Hij was kleingeestig, had een hoge eigendunk en stond vierkant achter de autoriteit van de kerk en de belangen van de grootgrondbezitters. Bovendien was hij overtuigd van de natuurlijke noodzaak van de slavernij. Hij was een voorstander van strenge discipline, recht door zee en rechtvaardig. Hij meende dat een straf altijd in verhouding moest staan tot het vergrijp. [...] Al was hij niet geliefd bij zijn mannen, hij werd zeker gerespecteerd als een man van principes en van zijn woord. Samen met zijn nooit aflatende energie maakten deze eigenschappen FitzRoy voor de bemanning tot een man die leiding gaf door zelf het goede voorbeeld te geven, die nooit zijn verantwoordelijkheid ontliep en die altijd voorging in de zware taak het schip varende en op de juiste koers te houden.
En hier volgt de beschrijving van Vuurlanders: Het betrof een ras van inlanders met een bronskleurige huid dat zich ophield op het uiterste deel van Vuurland. [...] De mannen hadden een gemiddelde lenge van 1.60 meter en de vrouwen, die nog kleiner waren, neigden tot zwaarlijvigheid die werd veroorzaakt door lange perioden van inactiviteit en het eten van robbenspek. Desondanks was het een sterk ras met scherpe gelaatstrekken, verward en slordig gitzwart haar, een stevige lichaamsbouw en dunne ledematen. [...] Hier, in de wateren en op de oevers van het Beagle Channel en de Ponsonby Sound visten, jaagden en stroopten de Yamana's de kust af naar voedsel. Hun buit bestond uit vogeleieren, vis en aangespoelde walvissen, mosselen en zeeslakjes en in het beboste westelijke deel van Navarino eiland zochten ze naar bessen en schoten af en toe een dier.[...] De Yamana's kenden maar weinig regels en wetten, en hoewel er aanwijzingen zijn dat ze bijgelovig waren, lijken zij geen notie te hebben gehad van een opperwezen of god.
Ik kan mij voorstellen dat dit komt omdat Hazzlewood vooral put uit scheepsverslagen, maar hij zegt dat er niet bij. Er staat nergens hoe hij aan deze informatie komt, er staan geen aanhalingstekens of een andere indicatie dat dit een mening is uit de tijd van het verhaal, omstreeks 1830. Op andere plekken doet hij dat wel en staan de stukjes scheepsverslag cursief.
Op pagina 36, als Jemmy Button wordt gekocht voor een knoop staat : FitzRoy had geen enkele kennis van het Yamana en de Vuurlanders verstonden geen Engels. Op dezelfde pagina, staat dan: In een nadere uitleg en rechtvaardiging van zijn handelswijze schreef FitzRoy dat zijn nieuwe gevangene 'de afwisseling leek te bevallen en dat hij vermoedde op Guanaco - of, zoals hij ze noemde, op wänäkäye-jacht te gaan, welke dieren in de nabijheid van die plek te vinden waren.'
maandag 5 november 2012
Hoe sms't een Chinees
Een boekje met columns uit het NRC waarin vragen van lezers worden beantwoord. Blijkbaar zijn de vragen die mensen zich stellen over de wereld ook universeel, want sommige heb ik diverse tv-programma's op Discovery en National Geographic beantwoord gezien. Wel leuk om te weten dat dode olifanten uit de dierentuin worden gebruikt als biobrandstof (olifantenstroom!) of dat het ministerie van BiZa beweert alle handtekeningen van handtekeningenacties te bewaren, zowel op papier als digitaal.
zondag 28 oktober 2012
Picnic at Hanging Rock - Joan Lindsay
In essentie is dit boek een mysterie dat nooit wordt opgehelderd. Voor mij had het mysterie zonder het laatste hoofdstuk (17, want er is ook een hoofdstuk 18 dat de schrijfster zelf heeft weggelaten) gekunt. Dat laatste hoofdstuk maakt het eigenlijk een soort horrorverhaal.
Er zitten allerlei bovennatuurlijke verwijzingen in, de tijd, de tikkende klokken, de rots. Maar in essentie is het voor mij een boek over een einde en een nieuw begin. Op allerlei niveaus komt dat terug. De verdwijning van de meisjes is voor iedereen in het dorp een eikpunt, het moment waarop zij met zichzelf in het reine moeten komen, opnieuw moeten beginnen. Het gaat over het verlies van je jeugd, het beginnen met volwassenheid, de spanning tussen het nog kind zijn, maar al volwassen moeten zijn, de liefde en beginnende sexualiteit, het verlies van onschuld, ouderdom, maar ook het langzame kapot gaan van de Engelse koninkrijk in een vreemd land, dat zijn eigen cultuur krijgt, niet meer Engels is, maar toch een band houdt met Britannië. Het gaat over het verlies van geloof en het vinden van levensdoel. "Everything begins and ends at exactly the right time and place.
Dit alles bereikt zijn hoogtepunt op dat ene moment, de picknick bij Hanging Rock. De rots speelt een zeer speciale, bovennatuurlijke rol, als een levende entiteit, zoals de Abopriginals hem zien. Op die manier gaat de roman ook over het einde van het oude Australië van de Aboriginals.
Er zitten allerlei bovennatuurlijke verwijzingen in, de tijd, de tikkende klokken, de rots. Maar in essentie is het voor mij een boek over een einde en een nieuw begin. Op allerlei niveaus komt dat terug. De verdwijning van de meisjes is voor iedereen in het dorp een eikpunt, het moment waarop zij met zichzelf in het reine moeten komen, opnieuw moeten beginnen. Het gaat over het verlies van je jeugd, het beginnen met volwassenheid, de spanning tussen het nog kind zijn, maar al volwassen moeten zijn, de liefde en beginnende sexualiteit, het verlies van onschuld, ouderdom, maar ook het langzame kapot gaan van de Engelse koninkrijk in een vreemd land, dat zijn eigen cultuur krijgt, niet meer Engels is, maar toch een band houdt met Britannië. Het gaat over het verlies van geloof en het vinden van levensdoel. "Everything begins and ends at exactly the right time and place.
Dit alles bereikt zijn hoogtepunt op dat ene moment, de picknick bij Hanging Rock. De rots speelt een zeer speciale, bovennatuurlijke rol, als een levende entiteit, zoals de Abopriginals hem zien. Op die manier gaat de roman ook over het einde van het oude Australië van de Aboriginals.
dinsdag 16 oktober 2012
Didar & Faroek - Sana Valiulina
Sana Valiulina is van Tartaars Estse komaf, als zoiets al bestaat. Zij studeerde in Rusland en verhuisde naar Nederland. Daar schreef ze deze roman, op de shortlist van de Libris literatuurprijs, in het Nederlands.
Het boek gaat over een enorme geschiedenis, van de opkomst van Stalin en de Tweede wereldoorlog, die de hoofdpersonen vermorzeld. De geschiedenis speelt de hoofdrol, de personen komen slechts langs in die geschiedenis. Dat is jammer. Zo lees van van alle brieven die Didar en Faroek geschreven hebben er maar twee, die allebei niet verstuurd zijn. Het magische van de stier, de sterren en de slang vind ik ook niet helemaal uit de verf komen; Didar neemt de kracht van de stier in het hoofd van Faroek in, als de stier verdwijnt. Maar hoe dat nu kan? Faroek heeft van Didar alleen haar schoenen gezien, want hij zat onder de tafel. Toch zit Didar als kracht in Faroek, terwijl ze pas na de oorlog met elkaar gaan corresponderen. Hoe komt zij daar?
Didar wil de echte Faroek leren kennen, die zij alleen van hun brieven kent. Ik ben het met die constatering niet zo eens. Voor mij is de echte Faroek de persoon uit die brieven. Misschien, bedenk ik nu, is dat wel de reden waarom je die brieven niet leest. In deze geschiedenis is er geen plaats voor echte personen, dat komt pas als de tijd dat weer toestaat. De geschiedenis is te overweldigend.
Het boek gaat over een enorme geschiedenis, van de opkomst van Stalin en de Tweede wereldoorlog, die de hoofdpersonen vermorzeld. De geschiedenis speelt de hoofdrol, de personen komen slechts langs in die geschiedenis. Dat is jammer. Zo lees van van alle brieven die Didar en Faroek geschreven hebben er maar twee, die allebei niet verstuurd zijn. Het magische van de stier, de sterren en de slang vind ik ook niet helemaal uit de verf komen; Didar neemt de kracht van de stier in het hoofd van Faroek in, als de stier verdwijnt. Maar hoe dat nu kan? Faroek heeft van Didar alleen haar schoenen gezien, want hij zat onder de tafel. Toch zit Didar als kracht in Faroek, terwijl ze pas na de oorlog met elkaar gaan corresponderen. Hoe komt zij daar?
Didar wil de echte Faroek leren kennen, die zij alleen van hun brieven kent. Ik ben het met die constatering niet zo eens. Voor mij is de echte Faroek de persoon uit die brieven. Misschien, bedenk ik nu, is dat wel de reden waarom je die brieven niet leest. In deze geschiedenis is er geen plaats voor echte personen, dat komt pas als de tijd dat weer toestaat. De geschiedenis is te overweldigend.
zondag 7 oktober 2012
Heart of darkness - Joseph Conrad
Een moeilijk boek om te lezen. Meestal kwam ik niet verder dan vijf of tien pagina's per dag. Mijn stemming is soms erg beinvloedbaar door een boek, en ik voelde me vreemd en delusional, ik werd koortsig van de woorden.
Congo was een vreemd land, min of meer een groot productieveld. Dat is het nog steeds denk ik, nu er het spul dat we nodig hebben voor onze blackberry's er gemijnd wordt, hoewel we er natuurlijk voor oppassen dat het zo opzichtig gebeurd als in de tijd van de Belgische kolonie.
Terwijl ik het las dacht ik hoe erg dit lijkt op de nadagen van onze VOC kolonie in Indië, waar mensen heen gingen om rijk te worden, alleen maar om dicht bij de specerijen (in Congo was dat toen ivoor) te zijn in de hoop dat er wat restjes vanaf vielen om in te graaien. Een grote frauderende smeltpot.
De wereld van de Congo leek compleet afgesloten van de werkelijke wereld waarin zij zich bevond, met eigen ongeschreven regels, graaien en frauderen, waarbij degenen die er waren alleen maar aan zichzelf en hun eigen rijkdom dachten. Zij raakten compleet verwijderd van de normale normen en waarden, en vonden het graaien en frauderen heel normaal. Dat was hun wereld geworden. Ik maakte snel de link de kantoren van de huidige grote banken...
Congo was een vreemd land, min of meer een groot productieveld. Dat is het nog steeds denk ik, nu er het spul dat we nodig hebben voor onze blackberry's er gemijnd wordt, hoewel we er natuurlijk voor oppassen dat het zo opzichtig gebeurd als in de tijd van de Belgische kolonie.
Terwijl ik het las dacht ik hoe erg dit lijkt op de nadagen van onze VOC kolonie in Indië, waar mensen heen gingen om rijk te worden, alleen maar om dicht bij de specerijen (in Congo was dat toen ivoor) te zijn in de hoop dat er wat restjes vanaf vielen om in te graaien. Een grote frauderende smeltpot.
De wereld van de Congo leek compleet afgesloten van de werkelijke wereld waarin zij zich bevond, met eigen ongeschreven regels, graaien en frauderen, waarbij degenen die er waren alleen maar aan zichzelf en hun eigen rijkdom dachten. Zij raakten compleet verwijderd van de normale normen en waarden, en vonden het graaien en frauderen heel normaal. Dat was hun wereld geworden. Ik maakte snel de link de kantoren van de huidige grote banken...
Winternacht - Arnaldur Indridason
Ik ben met dit boek begonnen op de Vulkaan Vulcano, tijdens mijn vakantie, en heb het uitgelezen op de terugreis. Dit is het boek voor Doodskap en verklaart wat van de gebeurtenissen in dat boek. Ik heb Doodskap dus eerder gelezen en wist dus al wat er met dat deel van het boek ging gebeuren.
Ik vond dit een van de beste delen uit de Erlendurreeks. Erlendur loopt met gebogen hoofd door de koude donkere natte straten van Reykjavik. Hij praat met mensen, denkt na over zijn jeugd en het drama wat er gebeurd is. Zijn collega's en zijn kinderen proberen er met hem over te praten, maar hij blijft gereserveerd. De moord is niet meer dan toeval, omdat er niets te doen was. Een thriller, prachtig in zijn kleinheid.
Ik vond dit een van de beste delen uit de Erlendurreeks. Erlendur loopt met gebogen hoofd door de koude donkere natte straten van Reykjavik. Hij praat met mensen, denkt na over zijn jeugd en het drama wat er gebeurd is. Zijn collega's en zijn kinderen proberen er met hem over te praten, maar hij blijft gereserveerd. De moord is niet meer dan toeval, omdat er niets te doen was. Een thriller, prachtig in zijn kleinheid.
vrijdag 21 september 2012
Kapitein Corelli's mandoline - Louis de Bernieres
Ik heb dit boek gelezen op locatie op Lipari, een klein eiland in de Middelandse zee. Het verhaal paste precies bij de plek waar ik was. Visserbootjes, zee, de geur van viskraampjes en olijven. Ik heb het veel gelezen tijdens de siësta, op mijn kamer.
Ik vond Kapitein Corelli's mandoline heel knap geschreven, het is eigenlijk een overromantisch liefdesverhaal, maar dat wordt het nergens. Interessant om te lezen over een deel van de Tweede Wereldoorlog dat eigenlijk onbekend is. Zoals de hoofdpersoon zelf stelt was de oorlog in Kefalonia niet van belang, de echte oorlog werd ergens anders uitgevochten.
Ondanks dat er enkele mooie afrondingen zitten in het einddeel, vond ik dat het boek uit was nadat de kapitein vertrok.
Ik vond Kapitein Corelli's mandoline heel knap geschreven, het is eigenlijk een overromantisch liefdesverhaal, maar dat wordt het nergens. Interessant om te lezen over een deel van de Tweede Wereldoorlog dat eigenlijk onbekend is. Zoals de hoofdpersoon zelf stelt was de oorlog in Kefalonia niet van belang, de echte oorlog werd ergens anders uitgevochten.
Ondanks dat er enkele mooie afrondingen zitten in het einddeel, vond ik dat het boek uit was nadat de kapitein vertrok.
zaterdag 8 september 2012
Musicofila - Oliver Sacks
Ik heb deze hoofdstukken in een aantal maanden bij mijn ontbijt gelezen, in plaats van de krant. Muziek heeft een diepe indruk op onze hersenen. We onthouden makkelijker op muziek, we bewegen op muziek, we zingen, we hebben contact, muziek is een kapstok voor herinneringen en voor onze ik.
Omdat het op zoveel verschillende gebieden ingrijpt zijn er veel hersengebieden actief bij muziek. De hogere hersenkwabben, maar ook de dieper gelegen delen bij onze hersenstam, die onze beweging regelen. Daarbij komt dat we ook nog gedurende ons leven leren, en hersenstromen zich kunnen aanpassen aan veranderingen. Een genetische aanpassing van ongeveer een duizendste van ons genenpotentieel zorgt bij mensen met syndroom van Williams voor hersenen die heel anders ingericht zijn dan die van ons, waarbij ruimtelijk en wiskundig inzicht heel klein is, maar sociaal en muzikaal inzicht juist heel groot. Hersenen die ook heel anders en emotioneler reageren op muziek dan die van ons.
Het hoofdstuk over de mensen met het syndroom van Williams is een van de leukste uit het boek, omdat de geportretteerde mensen zo vrolijk en sociaal zijn. Oliver Sacks is in zijn boeken altijd goed in het portretteren van mensen, zonder dat het casussen worden. In dit boek komen een aantal mensen terug die hij al eerder aan ons heeft voorgesteld, bijvoorbeeld in De man die zijn vrouw voor een hoed zag of Awakenings.
De vraag waarom wij zo krachtig reageren op muziek wordt in dit boek niet beantwoord, maar je krijgt een aantal interessante mensen voorgeschoteld over een interessant onderwerp. Ik had mijn bedenkingen bij dit boek toen ik er aan begon. Ik hou erg van Oliver Sacks zijn boeken, maar muziek, dat is zo'n ruim onderwerp, waar we eigenlijk nog zo weinig van weten. Maar uiteindelijk vond ik het een erg leesbaar en goed boek. Vooral omdat zoveel aspecten van muziek aan bod komen, maar de theorie nooit de overhand krijgt over de portretten van mensen.
Muziek heeft natuurlijk een emotioneel en sociaal aspect, maar zelf heb ik altijd gedacht dat vooral het ritme in muziek hersenen triggert. We zijn wezens die dol zijn op herhalende patronen, die zoeken we overal en altijd. We zijn organismen met verleden en toekomst. Door patroonherkenning proberen we de toekomst te voorspellen. Door te reageren op het herhalende patroon kunnen we iets dat er nu nog niet is in de toekomst verkrijgen. Muziek is in wezen een zich herhalend patroon, waarbij de tonen van het verleden en het heden de muziek in de toekomst voorspellen, iets waar onze hersenen dol op zijn.
Omdat het op zoveel verschillende gebieden ingrijpt zijn er veel hersengebieden actief bij muziek. De hogere hersenkwabben, maar ook de dieper gelegen delen bij onze hersenstam, die onze beweging regelen. Daarbij komt dat we ook nog gedurende ons leven leren, en hersenstromen zich kunnen aanpassen aan veranderingen. Een genetische aanpassing van ongeveer een duizendste van ons genenpotentieel zorgt bij mensen met syndroom van Williams voor hersenen die heel anders ingericht zijn dan die van ons, waarbij ruimtelijk en wiskundig inzicht heel klein is, maar sociaal en muzikaal inzicht juist heel groot. Hersenen die ook heel anders en emotioneler reageren op muziek dan die van ons.
Het hoofdstuk over de mensen met het syndroom van Williams is een van de leukste uit het boek, omdat de geportretteerde mensen zo vrolijk en sociaal zijn. Oliver Sacks is in zijn boeken altijd goed in het portretteren van mensen, zonder dat het casussen worden. In dit boek komen een aantal mensen terug die hij al eerder aan ons heeft voorgesteld, bijvoorbeeld in De man die zijn vrouw voor een hoed zag of Awakenings.
De vraag waarom wij zo krachtig reageren op muziek wordt in dit boek niet beantwoord, maar je krijgt een aantal interessante mensen voorgeschoteld over een interessant onderwerp. Ik had mijn bedenkingen bij dit boek toen ik er aan begon. Ik hou erg van Oliver Sacks zijn boeken, maar muziek, dat is zo'n ruim onderwerp, waar we eigenlijk nog zo weinig van weten. Maar uiteindelijk vond ik het een erg leesbaar en goed boek. Vooral omdat zoveel aspecten van muziek aan bod komen, maar de theorie nooit de overhand krijgt over de portretten van mensen.
Muziek heeft natuurlijk een emotioneel en sociaal aspect, maar zelf heb ik altijd gedacht dat vooral het ritme in muziek hersenen triggert. We zijn wezens die dol zijn op herhalende patronen, die zoeken we overal en altijd. We zijn organismen met verleden en toekomst. Door patroonherkenning proberen we de toekomst te voorspellen. Door te reageren op het herhalende patroon kunnen we iets dat er nu nog niet is in de toekomst verkrijgen. Muziek is in wezen een zich herhalend patroon, waarbij de tonen van het verleden en het heden de muziek in de toekomst voorspellen, iets waar onze hersenen dol op zijn.
zaterdag 1 september 2012
Annabel - Kathleen Winter
Een stille, introverte roman over stille, introverte mensen op een bijna verlaten plek. Als Treadway terugkomt na zich tijdenlang verstopt te hebben in de bossen, bij zijn vallen en vissen, en zijn vrouw Jacinta, een beetje vreemd geworden van de verlatenheid, elkaar weer herkennen, is dat woordenloos. Met een doos handschoenen die gedeelt wordt, en koffie die wordt gedronken als ze uitkijken over Labrador. Dingen die ze toen ze elkaar leerden kennen ook deden, maar waren vergeten van elkaar.
Wat ik vooral zal herinneren is de haven van St John. De kranen, de visafslag, de boten, de bijna altijd aanwezige donkerte, de zon die de mensen nooit genoeg verwarmd. Ik vond dit deel uit de recensie van de Guardian erg treffend voor mijn gevoel bij dit boek: 'The author has said that Wayne is "transparent", and he does seem a strangely blank, alien figure: a man who fell to earth, neither male nor female nor both. It's loneliness, not gender, that lies at the heart of Winter's novel [...]' Je kan het bijna ook lezen als een soort spookverhaal. De Annabel van het intro is net zo bleek en de omgeving bijna droomachtig mistig als Wayne is. Zij sterft op het moment dat Wayne geboren wordt en wordt als het ware hergeboren in Waynes lichaam.
Gelukkig doet Kathleen Winter aan het einde niet waar ze naar toe lijkt te werken. Daardoor krijgt het boek een bevredigend einde, hoopgevend maar niet plat.
Een deel van deze roman gaat over zingen en over Fauré's Cantique de Jean Racine. Dat kende ik niet, maar heb ik nu gespotified.
Overigens dans ik altijd alleen in mijn kamer.
Wat ik vooral zal herinneren is de haven van St John. De kranen, de visafslag, de boten, de bijna altijd aanwezige donkerte, de zon die de mensen nooit genoeg verwarmd. Ik vond dit deel uit de recensie van de Guardian erg treffend voor mijn gevoel bij dit boek: 'The author has said that Wayne is "transparent", and he does seem a strangely blank, alien figure: a man who fell to earth, neither male nor female nor both. It's loneliness, not gender, that lies at the heart of Winter's novel [...]' Je kan het bijna ook lezen als een soort spookverhaal. De Annabel van het intro is net zo bleek en de omgeving bijna droomachtig mistig als Wayne is. Zij sterft op het moment dat Wayne geboren wordt en wordt als het ware hergeboren in Waynes lichaam.
Gelukkig doet Kathleen Winter aan het einde niet waar ze naar toe lijkt te werken. Daardoor krijgt het boek een bevredigend einde, hoopgevend maar niet plat.
Een deel van deze roman gaat over zingen en over Fauré's Cantique de Jean Racine. Dat kende ik niet, maar heb ik nu gespotified.
Overigens dans ik altijd alleen in mijn kamer.
zaterdag 25 augustus 2012
Lees-challenge
Ik doe dit jaar een leeschallenge. De bedoeling is om 6 boeken uit 6 landen uit ieder continent te lezen. Dat gaat mij niet lukken, maar dat mag de pret niet drukken. Je kan dit op allerlei manieren doen (uitgegeven in, woonplaats auteur) en ik heb gekozen om het land waar het boek zich afspeelt te tellen. Het land moet wel een rol spelen in het boek om het voor mij mee te laten tellen. Alleen er afspelen is niet genoeg. Ik heb tot zover gelezen voor deze challenge:
Europa:
Engeland: De roman in de viool - Natasha Solomons
Portugal: Het schijnbestaan - José Caramago
Nederland: Bonita Avenue - Peter Buwalda
Spanje: Winter in Madrid - C.J. Sansom
Azië:
India: A suitable boy - Vikram Seth
Maleisië: De rijstmoeder - Rani Malicka
China: Het rode korenveld - Mo Yan
Japan: De olifant verdwijnt / Slaap - Haruki Murakami
Indonesië: Max Havelaar - Multatuli
Noord Amerika:
VS: Parrotfish - Ellen Wittlinger
Trinidad: Een huis voor meneer Biswas - V.S. Naipaul
Zuid Amerika:
Colombia: De kroniek van een aangekondigde dood - Gabriël Garcia Marquez
Chili: Het huis met de geesten - Isabel Allende
Afrika:
Mali: Het negerboek - Lawrence Hill
Algerije: De vreemdeling - Albert Camus
Zuid Afrika: Een jongensvriendschap - Michiel heijns
Oceanië:
Australië: Het verre paradijs - Kate Grenville
Bougainville: Meneer Pip - Lloyd Jones
Europa:
Engeland: De roman in de viool - Natasha Solomons
Portugal: Het schijnbestaan - José Caramago
Nederland: Bonita Avenue - Peter Buwalda
Spanje: Winter in Madrid - C.J. Sansom
Azië:
India: A suitable boy - Vikram Seth
Maleisië: De rijstmoeder - Rani Malicka
China: Het rode korenveld - Mo Yan
Japan: De olifant verdwijnt / Slaap - Haruki Murakami
Indonesië: Max Havelaar - Multatuli
Noord Amerika:
VS: Parrotfish - Ellen Wittlinger
Trinidad: Een huis voor meneer Biswas - V.S. Naipaul
Zuid Amerika:
Colombia: De kroniek van een aangekondigde dood - Gabriël Garcia Marquez
Chili: Het huis met de geesten - Isabel Allende
Afrika:
Mali: Het negerboek - Lawrence Hill
Algerije: De vreemdeling - Albert Camus
Zuid Afrika: Een jongensvriendschap - Michiel heijns
Oceanië:
Australië: Het verre paradijs - Kate Grenville
Bougainville: Meneer Pip - Lloyd Jones
maandag 13 augustus 2012
Max Havelaar - Multatuli
Ik heb heel erg genoten van dit boek. Zo blijkt maar weer hoe ondoordacht ons literatuuronderwijs is. Dit boek is een soort verplichting op de literatuurlijst, maar als ik het daadwerkelijk gelezen had op 16-jarige leeftijd, had ik het oersaai gevonden en alle humor en stijlovergangen gemist. Het enige deel van Max Havelaar dat echt verhalend is, is het verhaal van Saidjah en Adinda, wat eigenlijk een kort verhaal is binnen het raamwerk van de roman. Ik heb gelezen dat vooral dit deel en de toespraak van Max Havelaar aan de regenten in Indonesië zelf gelezen wordt. Die delen passen bij een beleving van overheersing waartegen in opstand is gekomen om de vrijheid te krijgen van een eigen land, logischerwijs hoe de geschiedenis in Indonesië vooral beleefd wordt.
Misschien is het toch beter om een boek te lezen als je er aan toe bent. Nu was ik gelijk gegrepen door de humor in het boek, de ijdelheid van Batavus Droogstoppel, die zowel de typische handelaar is als een soort raamwerk voor de mening van de gemiddelde hardwerkende Nederlander, de brievenroman die het boek aan het eind wordt, wat precies past in de meer pamfletachtige toon die het daar aanslaat. Ik ben blij dat ik dit boek nu gelezen heb.
Misschien is het toch beter om een boek te lezen als je er aan toe bent. Nu was ik gelijk gegrepen door de humor in het boek, de ijdelheid van Batavus Droogstoppel, die zowel de typische handelaar is als een soort raamwerk voor de mening van de gemiddelde hardwerkende Nederlander, de brievenroman die het boek aan het eind wordt, wat precies past in de meer pamfletachtige toon die het daar aanslaat. Ik ben blij dat ik dit boek nu gelezen heb.
zondag 12 augustus 2012
Haruki Murakami
is een van mijn favoriete schrijvers. Maar altijd als ik moet bedenken waarom, wat zijn romans betekenen, dat kom ik er niet uit. Maar nu heb ik in een blog http://www.newyorker.com/online/blogs/books/2012/08/everything-is-fiction.html#ixzz23Ei6ckMn gelezen waar volgens mij zijn schrijven om draait:
'I mean that—everything is fiction. When you tell yourself the story of your life, the story of your day, you edit and rewrite and weave a narrative out of a collection of random experiences and events. Your conversations are fiction. Your friends and loved ones—they are characters you have created. And your arguments with them are like meetings with an editor—please, they beseech you, you beseech them, rewrite me. You have a perception of the way things are, and you impose it on your memory, and in this way you think, in the same way that I think, that you are living something that is describable. When of course, what we actually live, what we actually experience—with our senses and our nerves—is a vast, absurd, beautiful, ridiculous chaos.'
'I mean that—everything is fiction. When you tell yourself the story of your life, the story of your day, you edit and rewrite and weave a narrative out of a collection of random experiences and events. Your conversations are fiction. Your friends and loved ones—they are characters you have created. And your arguments with them are like meetings with an editor—please, they beseech you, you beseech them, rewrite me. You have a perception of the way things are, and you impose it on your memory, and in this way you think, in the same way that I think, that you are living something that is describable. When of course, what we actually live, what we actually experience—with our senses and our nerves—is a vast, absurd, beautiful, ridiculous chaos.'
maandag 6 augustus 2012
Meneer Pip - Lloyd Jones
Het was een korte wandeling van het gemeentehuis naar de top van de heuvel, en onderweg realiseerde ik me dat we dezelfde route volgden die Pip had genomen om langs te gaan bij Juffrouw Havisham. De route die ik al kende, want ik had hem als hartstochtelijke lezeres op een eiland aan de andere kant van de wereld al eerder gelopen.
Naar aanleiding van het boek Meneer Pip wordt er op dit moment een bibliotheek gebouwd op het eiland Bougainville in de Grote Oceaan onder leiding van de auteur Lloyd Jones zelf.
De bibliotheek is de grootste culturele investering op het eiland sinds het einde van de burgeroorlog. Naar planning zal de bibliotheek eind 2012 open gaan. Het de bedoeling dat deze nieuwe culturele plaats een ontmoetingsplek zal worden voor de lokale bevolking. In de bibliotheek zullen ruim 15.000 boeken worden gehuisvest.
http://bougainvillelibrary.org.nz/
en
http://www.listener.co.nz/lifestyle/redeveloping-bougainville/
Ik ben nog nooit op Bougainville geweest, maar ik heb gelezen over die plaats. Ik heb als lezer in een nat landje aan de andere kant van de wereld een stukje van de jungleweg in Bougainville gelopen. Ik heb genoten van dit boek op vele manieren. Het is een boek over opgroeien, het genot van verhalen en lezen, over de beestachtigheid van mensen in oorlog en hoe het alles verandert, over hoe niets is wat het lijkt en wat we zeggen en over leven op een eiland. Het is ook een boek over geen plek kunnen vinden in je eigen leven, reizen en ergens wortelen. Ik heb nooit Dickens gelezen btw, ik geef de schuld aan A Christmas Carol.
Naar aanleiding van het boek Meneer Pip wordt er op dit moment een bibliotheek gebouwd op het eiland Bougainville in de Grote Oceaan onder leiding van de auteur Lloyd Jones zelf.
De bibliotheek is de grootste culturele investering op het eiland sinds het einde van de burgeroorlog. Naar planning zal de bibliotheek eind 2012 open gaan. Het de bedoeling dat deze nieuwe culturele plaats een ontmoetingsplek zal worden voor de lokale bevolking. In de bibliotheek zullen ruim 15.000 boeken worden gehuisvest.
http://bougainvillelibrary.org.nz/
en
http://www.listener.co.nz/lifestyle/redeveloping-bougainville/
Ik ben nog nooit op Bougainville geweest, maar ik heb gelezen over die plaats. Ik heb als lezer in een nat landje aan de andere kant van de wereld een stukje van de jungleweg in Bougainville gelopen. Ik heb genoten van dit boek op vele manieren. Het is een boek over opgroeien, het genot van verhalen en lezen, over de beestachtigheid van mensen in oorlog en hoe het alles verandert, over hoe niets is wat het lijkt en wat we zeggen en over leven op een eiland. Het is ook een boek over geen plek kunnen vinden in je eigen leven, reizen en ergens wortelen. Ik heb nooit Dickens gelezen btw, ik geef de schuld aan A Christmas Carol.
zaterdag 4 augustus 2012
Een huis voor meneer Biswas - V.S. Naipaul
Ik heb het boek niet helemaal gelezen. Dat lag niet aan het boek. Maar ik werd diep in mezelf gekeerd en somber van het verhaal. Meneer Biswas wil een plek voor zichzelf, zijn eigen kano varen, zoals hij dat zegt. Hij is min of meer per ongeluk in een familie getrouwd die hem overheerst en onder die druk wil hij uit. Voor zijn vrouw is het nog erger. Zij is afhankelijk van haar familie en van haar man. Haar positie is volkomen onzelfstandig. Als haar man een gevecht aangaat en verliest, moet zij zich op een bepaalde afhankelijke manier gedragen, volgens de Indiase code. Daarmee wordt de ruzie gesust, de overwinnaar bekend gemaakt.
Haar man vecht vaak en verliest vaak. Zijn onderhuidse woede uit hij in schipscheuten op zijn schoonfamilie en zijn vrouw. Toch is hij niet een echt onaardige man, zijn leven is nu eenmaal zo, de overzeese Indiase familiegebruikenen eisen het.
V.S. Naipaul vindt zichzelf een komisch schrijver, en er zit inderdaad veel komisch in het drama dat meneer Biswas overkomt. Hij stuurt een niet betalende klant een aanmaning en wordt daarop aangeklaagd door de klant vanwege het ondermijnen van zijn kredietpositie. Hij verliest en moet de klant 100 dollar betalen en de advocaat 100 dollar. Arme meneer Biswas.
Omdat ik me er zo bedrukt onder voel heb ik besloten na 200 van de 600 bladzijden nog het laatste hoofdstuk te lezen. Van een sjoemelaar koopt meneer Biswas, die nu journalist is bij de plaatselijke krant van Port of Spain, op krediet een huis. Ondanks dat er veel mis is met het huis wordt het voor meneer Biswas, zijn vrouw en kinderen uiteindelijk toch hun huis. Shama, de vrouw van meneer Biswas, wordt in het nieuwe huis ook minder afhankelijk van haar familie.
Ik bedenk me nu dat mijn afgelopen drie boeken over huizen verhalen.
Haar man vecht vaak en verliest vaak. Zijn onderhuidse woede uit hij in schipscheuten op zijn schoonfamilie en zijn vrouw. Toch is hij niet een echt onaardige man, zijn leven is nu eenmaal zo, de overzeese Indiase familiegebruikenen eisen het.
V.S. Naipaul vindt zichzelf een komisch schrijver, en er zit inderdaad veel komisch in het drama dat meneer Biswas overkomt. Hij stuurt een niet betalende klant een aanmaning en wordt daarop aangeklaagd door de klant vanwege het ondermijnen van zijn kredietpositie. Hij verliest en moet de klant 100 dollar betalen en de advocaat 100 dollar. Arme meneer Biswas.
Omdat ik me er zo bedrukt onder voel heb ik besloten na 200 van de 600 bladzijden nog het laatste hoofdstuk te lezen. Van een sjoemelaar koopt meneer Biswas, die nu journalist is bij de plaatselijke krant van Port of Spain, op krediet een huis. Ondanks dat er veel mis is met het huis wordt het voor meneer Biswas, zijn vrouw en kinderen uiteindelijk toch hun huis. Shama, de vrouw van meneer Biswas, wordt in het nieuwe huis ook minder afhankelijk van haar familie.
Ik bedenk me nu dat mijn afgelopen drie boeken over huizen verhalen.
maandag 23 juli 2012
Het huis met de geesten - Isabel Allende
Weer een revolutie. Dit blog wordt een treurige aaneenschakeling van revolutie en bloedvergieten. Het begon vorig jaar met de Fins Russische oorlog. Weet je nog; in Suomussalmi slachten Finnen en Russen elkaar af in een slag die het ijs bloedrood kleurde.
Via de Chinese revolutie, de Russische revolutie, de Spaanse revolutie, de Jappanners in Maleisië en in Mantsjoerije, de slavenhandel, appartheid en het vermalen van de Aboriginals zijn we nu bij de Chileense revolutie, en zo gaat dat maar door, een eeuwige geschiedenis van pijn, bloed en liefde. Je zou hopen dat het ooit eens ophoudt, dat we ooit het grote boek van afslachten hebben volgeschreven, dat we alle manieren om anderen te doden, te martelen en te vernederen hebben beschreven, zodat de beulen zuchtend ophouden uit herhaling. En uit de herhaling ontstaat een dochter, de laatste dochter, en we noemen haar Clara. Of Blanca. Of Alba.
Via de Chinese revolutie, de Russische revolutie, de Spaanse revolutie, de Jappanners in Maleisië en in Mantsjoerije, de slavenhandel, appartheid en het vermalen van de Aboriginals zijn we nu bij de Chileense revolutie, en zo gaat dat maar door, een eeuwige geschiedenis van pijn, bloed en liefde. Je zou hopen dat het ooit eens ophoudt, dat we ooit het grote boek van afslachten hebben volgeschreven, dat we alle manieren om anderen te doden, te martelen en te vernederen hebben beschreven, zodat de beulen zuchtend ophouden uit herhaling. En uit de herhaling ontstaat een dochter, de laatste dochter, en we noemen haar Clara. Of Blanca. Of Alba.
Diepe wildernis: de wegen - Joao Guimaraes Rosa
Ik was hierin begonnen en heb de eerste dertig bladzijden gelezen. Maar het wordt een week mooi weer en ik wil op het dakterras toch een boek waar ik eenvoudiger in het verhaal kan zitten. Ik heb het dus weer terug gezet en heb een ander boek uit Zuid Amerika gepakt.
zaterdag 14 juli 2012
Driving over lemons - Chris Stewart
'But Ana, how could I have been such a lousy judge of character?' I groaned.
'Because you don't much care to judge people's characters,' she awnsered after a moment's thought. 'It's a strength, you know, as well as a weakness.'
Toen ik in de Algarve op vakantie was, in een gehuurd huisje, was het leukste, even afgezien van op 1 januari in de zon in je t-shirt op een terras een ijsje eten, dat je om een uur of zeven in de ochtend wakker werd, het huisje uit liep in de tuin, citroenen ging plukken en amandelen rapen en dan had had je een ontbijt, dat je onder de vorsende blik van Ana, de buurhond, op een stoeltje in de zon kon opeten. Die sfeer van zelfvoorziening is iets dat ik thuis wilde nabootsen, dus ging ik appelbomen en citroenstruiken planten, naast de munt onder de beuk en de potjes met kruiden. Na al het werk en een natte zomer heb ik nu één zielige citroen aan de boom hangen. Ik kom dus niet veel verder dan op een zonnige dag ontbijten op mijn dakterras met een zelfgemaakt broodje jam en iets te lezen.
Chris Stewart was drummer van de band, werd schaapscheerder en kocht een boerderijtje in de afgelegen vallei van Andalusië. Een droom van velen. Het simpele leven, zelfvoorzienend, met schaapjes, een hond, een kruidentuin, sinaasappelbomen, een rivier en een gitaar, is zeker een onbereikbaar ideaal van mij. Ik ben er helaas totaal ongeschikt voor. Toen ik tijdens het lezen van dit boek een beetje een doe het zelf vibe kreeg en in de badkamer ging werken, schreeuwde mijn hele lichaam na een dag al dat mensen inhuren toch echt helemaal mijn ding is. Ik kan zelfs niet gitaar spelen.
Dus woon ik in de stad. Ik heb allerlei substituten voor het simpele landleven. Ik heb een huurkip, waarvan ik met de bonnetjes eieren kan halen in de supermarkt. Ik ga winkelen in de winkel naast de biologische tuin. Maar het is allemaal plaatsvervangend voor het echte ideaal: driving over lemons.
Chris Steward schrijft erg leuk en grappig over zijn ideaal, en over hoe ingewikkeld zoiets eigenlijk is. Een brug bouwen over de rivier, stromend water aanleggen, een deel van het huis afbreken en opnieuw opbouwen, schapen hoeden in de bergen, omgaan met de locals. Het mooiste hoofdstuk vond ik dat over het aanleggen van stromend water in de acequias. Naast het lopen met het water, wat ik geweldig vind, is het de manier waarop de acequinas beheerd worden, samen met iedereen, in verbinding met de bomen, de wortels en de natuur. Het is alle aantrekkingskracht van het zelfvoorzienende leven in een ding samengebald. Iets dat volgens mij wij Noorderlingen in de huidige crisis voor eens en altijd gaan afbreken in de Zuidelijke landen. Dat soort paternalistisch gedoe, dat is helemaal niet productief. Bovendien is er geen geld mee te verdienen. Daarom moeten wij dat alles in een verdienmodel plaatsen en verkopen aan de meest biedende. Want als je eigenaar bent van de buizen, ben je eigenaar van het water. En kun je de rivier per kubieke meter verkopen.
'Because you don't much care to judge people's characters,' she awnsered after a moment's thought. 'It's a strength, you know, as well as a weakness.'
Toen ik in de Algarve op vakantie was, in een gehuurd huisje, was het leukste, even afgezien van op 1 januari in de zon in je t-shirt op een terras een ijsje eten, dat je om een uur of zeven in de ochtend wakker werd, het huisje uit liep in de tuin, citroenen ging plukken en amandelen rapen en dan had had je een ontbijt, dat je onder de vorsende blik van Ana, de buurhond, op een stoeltje in de zon kon opeten. Die sfeer van zelfvoorziening is iets dat ik thuis wilde nabootsen, dus ging ik appelbomen en citroenstruiken planten, naast de munt onder de beuk en de potjes met kruiden. Na al het werk en een natte zomer heb ik nu één zielige citroen aan de boom hangen. Ik kom dus niet veel verder dan op een zonnige dag ontbijten op mijn dakterras met een zelfgemaakt broodje jam en iets te lezen.
Chris Stewart was drummer van de band, werd schaapscheerder en kocht een boerderijtje in de afgelegen vallei van Andalusië. Een droom van velen. Het simpele leven, zelfvoorzienend, met schaapjes, een hond, een kruidentuin, sinaasappelbomen, een rivier en een gitaar, is zeker een onbereikbaar ideaal van mij. Ik ben er helaas totaal ongeschikt voor. Toen ik tijdens het lezen van dit boek een beetje een doe het zelf vibe kreeg en in de badkamer ging werken, schreeuwde mijn hele lichaam na een dag al dat mensen inhuren toch echt helemaal mijn ding is. Ik kan zelfs niet gitaar spelen.
Dus woon ik in de stad. Ik heb allerlei substituten voor het simpele landleven. Ik heb een huurkip, waarvan ik met de bonnetjes eieren kan halen in de supermarkt. Ik ga winkelen in de winkel naast de biologische tuin. Maar het is allemaal plaatsvervangend voor het echte ideaal: driving over lemons.
Chris Steward schrijft erg leuk en grappig over zijn ideaal, en over hoe ingewikkeld zoiets eigenlijk is. Een brug bouwen over de rivier, stromend water aanleggen, een deel van het huis afbreken en opnieuw opbouwen, schapen hoeden in de bergen, omgaan met de locals. Het mooiste hoofdstuk vond ik dat over het aanleggen van stromend water in de acequias. Naast het lopen met het water, wat ik geweldig vind, is het de manier waarop de acequinas beheerd worden, samen met iedereen, in verbinding met de bomen, de wortels en de natuur. Het is alle aantrekkingskracht van het zelfvoorzienende leven in een ding samengebald. Iets dat volgens mij wij Noorderlingen in de huidige crisis voor eens en altijd gaan afbreken in de Zuidelijke landen. Dat soort paternalistisch gedoe, dat is helemaal niet productief. Bovendien is er geen geld mee te verdienen. Daarom moeten wij dat alles in een verdienmodel plaatsen en verkopen aan de meest biedende. Want als je eigenaar bent van de buizen, ben je eigenaar van het water. En kun je de rivier per kubieke meter verkopen.
maandag 9 juli 2012
Slaap / De olifant verdwijnt - Haruki Murakami
Slaap
Die avond wilde ik lezen op mijn dakterras. Ik zette de stoel op en schonk mezelf een glaasje whiskey in. Het was Tallisker. Ik deed er één druppel water in, daardoor komen de smaken van whiskey bij elkaar. Ik begon te lezen. De zon streelde mijn gezicht. Ze zou binnenkort achter de flat verdwijnen. Ik keek naar mijn dakterras. Ik had veel planten. Dit jaar had ik stokrozen gekweekt, en korenbloemen. Achter mij stonden twee stamappels.Er zaten zwarte eitjes in de planten. De rozen en de korenbloemen zaten er vol mee! Ik zag mieren op en neer de plant bewandelen. Dat was niet goed. Ik vind het wel mijn dakterras, maar mijn flat grenst niet aan het terras. De buurflat kon ik niet opzadelen met een mogelijke insektenplaag. Ik moest iets doen. Ik legde het boek neer. Ik ruimde de rozen en de korenbloemen in vuilniszakken. De appelboom topte ik af. Uit de bak waar de korenbloemen in hadden gezeten kropen de mieren. Ik leegde hem en zette hem onder water. Daarna bracht ik de vuilniszakken met plantenresten naar beneden in de vuilcontainers.
Het was al laat. De zon was verdwenen. Ik besloot binnen verder de lezen en ruimde de stoel op. Ik stootte tegen het whiskeyglas. Het brak, de wiskey stroomde over de balkontegels. De mieren wandelden om de whiskeyplas heen. Ik ruimde eerst de glasresten op en ging daarna naar mijn flat.
Ik las verder in bed. Nu ik geen whiskeyglas meer had, dronk ik Pu-erh thee. Het boek ging over lezen en chocola. Mijn poes mauwde en wilde geaaid worden. Na het aaien draaide ze twee rondjes op mijn schoot en ging slapen. Daar heeft ze helemaal geen moeite mee. Ze slaapt bijna altijd. Ik zag een tekening van een chocoladereep. Ik heb geen chocola in huis en de winkel is al dicht. Ik moet verder lezen zonder chocolade. Ik schonk een nieuw kopje Pu-erh thee in.
Ik kon nu goed lezen. Ik zat in een bepaald ritme. Blad na blad sloeg ik om. Buiten begon het te regenen. Het einde. Het boek was uit. Er overviel mij een bepaald gevoel. Alsof ik iets van de wereld begreep. Ik legde het boek weg ik viel in slaap.
Ik werd wakker. Het was kwart over zes, volgens de wekker. De zon scheen door mijn gele gordijnen. Ik had iets begrepen, herinnerde ik me. Maar ik wist het niet meer. Ik was het kwijt.
De olifant verdwijnt
De Nederlandse versie van De olifant verdwijnt is een andere bundel dan die in andere talen. Zo staat het verhaal 'Slaap' niet in de Nederlandse 'De olifant verdwijnt' en wel in de Engelse 'The elephant vanishes'. Omdat Slaap in die bundel staat heb ik na 'Slaap' 'De olifant verdwijnt' gelezen. De verhalen zijn geschreven tussen 1983 (Schuurtjes in brand steken) tot 1989 (Slaap en TV people), hoewel de (c) in het boek de data 1993 - 2005 meldt. Het laatste verhaal 'Opwindvogels en dinsdagse vrouwen' is tevens het eerste hoofdstuk van de Opwondvogelskronieken. Over de Opwindvogelkronieken schreef ik:'Het doet me heel erg denken aan een stripboek van Moebius, de Hermetische garage van Jerry Cornelius uit het boek Majoor Fataal. Moebius schreef twee pagina's per keer voor een stripblad, maar schreef de volgende pagina's zonder de eerste nog weer in te kijken. Het lijkt alsof Murakami voor eenzelfde procede heeft gekozen.' Dat gevoel blijkt dus niet helemaal onterecht. Als kort verhaal wordt het een verhaal over de teloorgang van een relatie.Deze bundel verhalen zijn typische Murakami's. De hoofdpersonen zijn normaler dan normaal en door een vage omstandigheid verandert hun realiteit. In De tweede broodjesroof ziet de hoofdpersoon een andere wereld als een soort droom. In TV-people komen wezens uit een andere wereld het apartement van de hoofdpersoon binnen en in De olifant verdwijnt wordt een olifant steeds kleiner tot hij verdwijnt. De verhalen vinden plaats in buitenwijken van Tokyo, het Japanse suburbia, zeg maar.
Zoals altijd speelt ook populaire cultuur en literatuur een grote rol. Zo leest de hoofdpersoon in Slaap 'Anna Karenina', uit Tv-people 'de nieuwe dikke roman van Gabriel Garcia Marquez' en in De olifant verdwijnt Len Deighton.
Ondanks het surrealisitsche decor van de verhalen gaan ze wel degelijk over emoties. 'Opwindvogels en dinsdagse vrouwen' is een verhaal over een relatie waarvan je merkt dat hij op springen staat, Slaap draait om het mislukken van een huwelijk en het verlaten van elkaar. De andere verhalen gaan over verlies en eenzaamheid. De wereld lijkt veel van de hoofdpersonen uit Murakami verhalen niet te passen, vast een reden waarom ik me ermee verwand voel.
zondag 8 juli 2012
Parrotfish - Ellen Wittlinger
A quick look around Buxton High provided numerous cases of girls acting like girls and boys acting like boys - and few people acting like themselves.
Sekse is een ingewikkeld onderwerp; als aan de rechterkant van het veld Arnold Swarzenegger staat en aan de linkerkant Jennifer Lopez, waar sta jij dan? "You can make a lot of money with that set-up", volgens Grady. Grady is een veertienjarige jongen, die helaas voor hem geboren is als Angela. Enter Parrotfish, een leuk boek over transgender, dat niet probeert overdramatisch te zijn en daardoor aantrekkelijk positief blijft. Het schooltrauma wordt behandelt op een authentieke manier. De hobbels van Grady blijven misschien wat te eenvoudig, het zal in het echt allemaal veel ingewikkelder zijn, maar een feelgood boek over de transgender problematiek mag ook wel eens geschreven worden. Hij, Grady, is een leuk karakter, net zoals de anderen in het boek. Het zijn geen eendimensionale personages, behalve misschien de class bully, maar zijn allemaal echte mensen. Aan het eind probeert de schrijfster een beetje het einde van Little Miss shunshine na te bootsen, en in de film blijft dat beter overeind dan in het boek. De papagaaivissen als symbool voor transgender vind ik niet helemaal passen, en dat vind misschien de schrijfster ook wel. "I am not a fish", laat ze Grady zeggen over het werkstuk van haar medescholier.
Maar daartegenover staan veel bespiegelingen die wel mooi zijn en veel scenes die zo uit het leven komen, zoals de vreugde als Grady eindelijk met de post een chest binder krijgt, de pijn die het insnoeren van zijn borsten doet, wat het betekent om een hij te willen zijn, maar dan toch nog te menstureren, 'and then, as I hurried down the hall toward my locker, I felt a twinge of pain low down in my abdomen, because apparently a bad day can always get worse. Already kids were whispering about me as I passed them, maybe using the same words Danya had. Freak. Mutant. Pervert. And now I was a boy who had just started his period and was probably bleeding all over his jockey shorts. Yeah, that was normal', of de manier waarop in de laatste hoofdstukken consequent door iedereen, inclusief de alwetende verteller, hij wordt gebruikt. Ik denk dat vooral vanwege het positieve verhaal dit boek veel voor transgenders kan betekenen. Zeker voor pubers, die zich nog meer in het verhaal van eerste verliefdheid en schooldans kunnen herkennen, maar ook voor meer volwassen transgenders, die vooral moed kunnen putten uit de positieve instelling van de roman en zijn hoofdpersoon.
Sekse is een ingewikkeld onderwerp; als aan de rechterkant van het veld Arnold Swarzenegger staat en aan de linkerkant Jennifer Lopez, waar sta jij dan? "You can make a lot of money with that set-up", volgens Grady. Grady is een veertienjarige jongen, die helaas voor hem geboren is als Angela. Enter Parrotfish, een leuk boek over transgender, dat niet probeert overdramatisch te zijn en daardoor aantrekkelijk positief blijft. Het schooltrauma wordt behandelt op een authentieke manier. De hobbels van Grady blijven misschien wat te eenvoudig, het zal in het echt allemaal veel ingewikkelder zijn, maar een feelgood boek over de transgender problematiek mag ook wel eens geschreven worden. Hij, Grady, is een leuk karakter, net zoals de anderen in het boek. Het zijn geen eendimensionale personages, behalve misschien de class bully, maar zijn allemaal echte mensen. Aan het eind probeert de schrijfster een beetje het einde van Little Miss shunshine na te bootsen, en in de film blijft dat beter overeind dan in het boek. De papagaaivissen als symbool voor transgender vind ik niet helemaal passen, en dat vind misschien de schrijfster ook wel. "I am not a fish", laat ze Grady zeggen over het werkstuk van haar medescholier.
Maar daartegenover staan veel bespiegelingen die wel mooi zijn en veel scenes die zo uit het leven komen, zoals de vreugde als Grady eindelijk met de post een chest binder krijgt, de pijn die het insnoeren van zijn borsten doet, wat het betekent om een hij te willen zijn, maar dan toch nog te menstureren, 'and then, as I hurried down the hall toward my locker, I felt a twinge of pain low down in my abdomen, because apparently a bad day can always get worse. Already kids were whispering about me as I passed them, maybe using the same words Danya had. Freak. Mutant. Pervert. And now I was a boy who had just started his period and was probably bleeding all over his jockey shorts. Yeah, that was normal', of de manier waarop in de laatste hoofdstukken consequent door iedereen, inclusief de alwetende verteller, hij wordt gebruikt. Ik denk dat vooral vanwege het positieve verhaal dit boek veel voor transgenders kan betekenen. Zeker voor pubers, die zich nog meer in het verhaal van eerste verliefdheid en schooldans kunnen herkennen, maar ook voor meer volwassen transgenders, die vooral moed kunnen putten uit de positieve instelling van de roman en zijn hoofdpersoon.
En hier is een papegaaivis:
Eilanden - Boudewijn Büch
Ik heb dit boek gelezen als ontbijtboek, waar het ook erg voor geschikt is. Onder het eten iedere dag een eiland. Het boek bevat 26 hoofdstukken, over 27 eilanden, want één hoofdstuk gaat vreemd genoeg over twee eilanden, T.A.A.F. en Tonga. Maar ook dat laatste is niet helemaal waar, want in het prachtige register van genoemde eilanden staan 327 eilanden genoemd die ergens in dit boek vermeld worden, van Urk tot Groenland. Groenland betreft dan gelijk een probleem, omdat het wel in het register vermeld wordt, maar volgens hoofdstuk 26 en de begeleidende tekst van het register zelf niet als eiland mag worden geclassificeerd.
Het grappige van het geheel is dat Büch nooit op een van de beschreven eilanden is geweest. Net als ik voor ik de travelbug kreeg ging hij naar plaatsen toe door er over te lezen. Voor zijn tv -programma De wereld van Boudewijn Büch is hij later wel naar allerlei eilanden afgereist.
Eilanden brengt je in een melancholische stemming. Hoe lang eilanden ook bestaan, een ding weet je zeker, uiteindelijk wint het water. Eilanden zijn kleine zwarte puntjes op de kaart. Sommige eilanden zijn langdurig vergeten. Eilanden vermeld talrijke zoektochten naar eilanden in diverse atlassen waarin ze niet vermeld staan. Leven op eilanden is over het algemeen geen romantische bestaan, maar net als het eiland zelf een bestaan in de marge. Tot het moment waarop het eiland bekend wordt. Helaas is de ontdekking van een eiland geen bevrijding, maar in ieder van de eilanden een verovering, waarbij de lokale bevolking wordt uitgemoord, gerepatrieerd, als slaaf vervoerd naar andere eilanden, hun zieltjes gewonnen, of gewoon wordt genegeerd. We namen uitheemse dieren mee, ratten, katten, eenden, die het eiland gingen overheersen. Sommige eilanden zijn gewoon als testgrond platgebombardeerd, verschroeid in nucleaire straling.
Behalve de eilanden maakt ook de geopolitiek ervan dit boek interessant. Het is geschreven in 1981, en diep verankert in de koude oorlog. Fascinerend is hoe veel latere conflicten, de golfoorlog van 1990 bijvoorbeeld, in dit boek al als onafwendbaar gezien worden.
In het hoofdstuk over Jamaica wordt gesproken over de Maroons, gevluchte slaven die zich verborgen hielden op het eiland. Als zij werden opgepakt werden ze verbannen naar Nova Scotia en later gerepatrieerd naar Siera Leone. Een verhaal waar ik over heb gelezen in het eerste boek van dit jaar, Het negerboek van Lawrence Hill. Leuk, hoe dingen zo bij elkaar komen.
Ik zet het boek in de kast met gelezen boeken in mijn slaapkamer als referentiemateriaal.
Het grappige van het geheel is dat Büch nooit op een van de beschreven eilanden is geweest. Net als ik voor ik de travelbug kreeg ging hij naar plaatsen toe door er over te lezen. Voor zijn tv -programma De wereld van Boudewijn Büch is hij later wel naar allerlei eilanden afgereist.
Eilanden brengt je in een melancholische stemming. Hoe lang eilanden ook bestaan, een ding weet je zeker, uiteindelijk wint het water. Eilanden zijn kleine zwarte puntjes op de kaart. Sommige eilanden zijn langdurig vergeten. Eilanden vermeld talrijke zoektochten naar eilanden in diverse atlassen waarin ze niet vermeld staan. Leven op eilanden is over het algemeen geen romantische bestaan, maar net als het eiland zelf een bestaan in de marge. Tot het moment waarop het eiland bekend wordt. Helaas is de ontdekking van een eiland geen bevrijding, maar in ieder van de eilanden een verovering, waarbij de lokale bevolking wordt uitgemoord, gerepatrieerd, als slaaf vervoerd naar andere eilanden, hun zieltjes gewonnen, of gewoon wordt genegeerd. We namen uitheemse dieren mee, ratten, katten, eenden, die het eiland gingen overheersen. Sommige eilanden zijn gewoon als testgrond platgebombardeerd, verschroeid in nucleaire straling.
Behalve de eilanden maakt ook de geopolitiek ervan dit boek interessant. Het is geschreven in 1981, en diep verankert in de koude oorlog. Fascinerend is hoe veel latere conflicten, de golfoorlog van 1990 bijvoorbeeld, in dit boek al als onafwendbaar gezien worden.
In het hoofdstuk over Jamaica wordt gesproken over de Maroons, gevluchte slaven die zich verborgen hielden op het eiland. Als zij werden opgepakt werden ze verbannen naar Nova Scotia en later gerepatrieerd naar Siera Leone. Een verhaal waar ik over heb gelezen in het eerste boek van dit jaar, Het negerboek van Lawrence Hill. Leuk, hoe dingen zo bij elkaar komen.
Ik zet het boek in de kast met gelezen boeken in mijn slaapkamer als referentiemateriaal.
vrijdag 29 juni 2012
Winter in Madrid - C.J.Sansom
De oorlog in Spanje is een beetje een vergeten oorlog. Net als de dictators van Spanje, Portugal en Griekenland een beetje de vergeten dictators zijn. We denken altijd dat we al lang een westerse Europese democratie zijn, maar de laatste dictatuur is pas verdwenen in de jaren zeventig. Deze thriller geeft een inkijkje in het Spanje van 1940, toen Franco net de dictatorstroon besteeg. Het boek is in de stijl van Graham Greene en deed mij, hoewel het niet zo goed is, denken aan de film The third man. Het leest lekker weg, een collega deed er twee dagen over, ik een week. Het is als thriller niet ongemeen spannend en heeft de beperkingen van het genre. Zo is de romantiek wel erg romantisch. Maar ach, het deert allemaal niet zo, het is een lekker wegleesboek. Sommige figuren in de roman zijn personages die echt hebben bestaan, kun je lezen in het nawoord.
Ik neem dit boek mee naar een bookcrossmeeting.
Ik neem dit boek mee naar een bookcrossmeeting.
dinsdag 19 juni 2012
Het rode korenveld - Mo Yan
...waarin zich in een landschap van overstelpende pracht gebeurtenissen afspelen van en onthutsende wreedheid, is de flaptekst en dat is volkomen acuraat. Gaf De rijstmoeder al de enorme wreedheden van de Japanse soldaten weer, dit is daarvan de overtreffende trap. De nietsontziende stijl van Mo yan helpt om iets van de onvoorstelbaarheid van de Japanse oorlog te voelen. Soms poetisch Het bloed dat uit zijn wonden stroomt, deed het ijs onder hem smelten, maar ook met plastisch gruwelijke, maar wel noodzakelijk details, waarbij je voelt hoe de gewonden lijden, de dood smerig en pijnlijk is. Bij de scene waarin een gevangen Chinees gevild wordt moest ik terugdenken aan de Opwindvogelkronieken van Murakami, waarin hetzelfde plaatsvindt. Maar daar was de scene zo over, al vond ik hem in dat boek ook gruwelijk, hier duurt het een paar pagina's. Ik heb meerdere keren van afschuw het boek ver van mijn hoofd gehouden. Maar wel doorlezen, want Mo Yan kan goed vertellen.
Het verhaal is niet chronologisch verteld en soms vermoed ik dat Mo Yan vier verschillende opzetten (het boek heeft vier hoofdstukken en een einddeel) van dit verhaal met elkaar verbonden heeft. Een studie naar dit boek geeft dit ook aan: This novel began as a short story published in 1986, so well received that it later was expanded into five chapters and published as “a family saga” in 1987, by the People’s Liberation Army Publishing House, Beijing (http://web.cocc.edu/cagatucci/classes/hum210/redsorghum/redsorghum.htm).
Sommige zinnen geven in een flits de toekomst aan, grootvader komt terug uit Hokaido japan (in 1958), vader wordt verstopt in een gat onder het huis (in 1957), maar hoe grootvader in Japan is gekomen of waarom vader in een gat moet worden begraven, daar is Mo Yan in dit boek niet aan toegekomen, het springt heen en weer tussen 1920, 1939 en 1941. Het einde zit in deel 4 van het boek, dus voor het einddeel, als het dorp wordt aangevallen door de Japanners en de door een andere Chinese factie gevangen genomen Chinese rebellen, waaronder de vader en grootvader van de verteller, los worden gemaakt om met zijn allen de Japanners te weerstaan. Het moment van losmaken van de touwen waarmee ze vastzitten is het eigenlijke einde van het boek.
Een ander onderdeel van deze roman zijn de schitterende omschrijvingen van de landschappen, het wuivende graan, de rode korenvelden waar de burgerszich verbergen en de honden zich tegoed doen aan de dode soldaten.
Ik heb de misschien nog wel beroemdere film ook gezien, maar veel daarvan herken ik niet terug in dit boek. Wel de prachtige scene die in het begin van de film zit, (die veel chronologischer verteld wordt) en op pagina 50 van het boek, waarin grootmoeder in haar draagstoel, waar ze niet uit mag komen (de dragers mogen de bruid niet zien) naar haar aan Lepra lijdende bruidegom wordt gedragen.
Al met al een prachtig boek, best read van 2012 tot zover.
Ik neem dit boek mee naar een bookcrossmeeting.
Het verhaal is niet chronologisch verteld en soms vermoed ik dat Mo Yan vier verschillende opzetten (het boek heeft vier hoofdstukken en een einddeel) van dit verhaal met elkaar verbonden heeft. Een studie naar dit boek geeft dit ook aan: This novel began as a short story published in 1986, so well received that it later was expanded into five chapters and published as “a family saga” in 1987, by the People’s Liberation Army Publishing House, Beijing (http://web.cocc.edu/cagatucci/classes/hum210/redsorghum/redsorghum.htm).
Sommige zinnen geven in een flits de toekomst aan, grootvader komt terug uit Hokaido japan (in 1958), vader wordt verstopt in een gat onder het huis (in 1957), maar hoe grootvader in Japan is gekomen of waarom vader in een gat moet worden begraven, daar is Mo Yan in dit boek niet aan toegekomen, het springt heen en weer tussen 1920, 1939 en 1941. Het einde zit in deel 4 van het boek, dus voor het einddeel, als het dorp wordt aangevallen door de Japanners en de door een andere Chinese factie gevangen genomen Chinese rebellen, waaronder de vader en grootvader van de verteller, los worden gemaakt om met zijn allen de Japanners te weerstaan. Het moment van losmaken van de touwen waarmee ze vastzitten is het eigenlijke einde van het boek.
Een ander onderdeel van deze roman zijn de schitterende omschrijvingen van de landschappen, het wuivende graan, de rode korenvelden waar de burgerszich verbergen en de honden zich tegoed doen aan de dode soldaten.
Ik heb de misschien nog wel beroemdere film ook gezien, maar veel daarvan herken ik niet terug in dit boek. Wel de prachtige scene die in het begin van de film zit, (die veel chronologischer verteld wordt) en op pagina 50 van het boek, waarin grootmoeder in haar draagstoel, waar ze niet uit mag komen (de dragers mogen de bruid niet zien) naar haar aan Lepra lijdende bruidegom wordt gedragen.
Al met al een prachtig boek, best read van 2012 tot zover.
Ik neem dit boek mee naar een bookcrossmeeting.
maandag 28 mei 2012
Een jongensvriendschap - Michiel Heyns
Deze roman speelt in het dorpje Verkeerdespruit, ergens in het niets in Zuid Afrika. Afrikaans is er de voertaal, blank de huidskleur. Dat levert voor Europanen vervreemdende zinnen op: Ouwe Dik-Willem Vosloo, wiens moeder was overleden aan het fijngemalen glas dat de Engelsen in de concentratiekampen door haar eten hadden gegooid [...].
Hoofdpersoon Simon is een buitenbeentje, een jongen die leest en net zo goed Afrikaans als Engels spreekt. Ik denk niet graag terug aan mijn eigen jeugd, maar soms word je gedwongen. Leg Verkeerdespruit in Noord-Oost groningen en je hebt ongeveer mijn jeugd. Een boertig stadje en een jongetje dat graag las en worstelde met zijn sexualiteit en totaal niet begreep wat de volwassenen en jongeren om hem heen van hem wilden. Achteraf gezien had Delfzijl beter Verkeerdespruit kunnen heten.
Een tennispartij op de kostschool waar Simon inmiddels op zit, een typisch Engels gebouw, dat ook qua sfeer erg doet denken aan deze scholen in Groot Brittanië, kanaliseert de herinneringen van Simon aan het dorp waar hij geboren is. De sfeer van het plattelandsdorp wordt knap neer gezet, met een aantal excentrieke dorpsgenoten zoals Bettie van de centrale zonder kin, de leraren van zijn lagere school en Steve de eerste hippie die het dorp aan doet. De reactie van de volwassenen op deze indringer lijkt in eerste instantie een bekrompen poging om de toekomst tegen te houden, maar is in het licht van de gebeurtenissen niet helemaal onterecht. De worsteling met zijn ontluikende seksualiteit en zijn strijd om een plek te veroveren in het dorp zorgen voor voortdurende spanning bij Simon. De observaties van het dorp en de inwoners zijn vreselijk grappig, met een zwart randje. Michiel Heyns blijft trekken aan het zweertje tot de wond opengaat. Simon blijkt dan niet geheel sympatiek, hij kan zijn gevoel dat hij er bij moet horen, zijn vertwijfeling om wat hij voelt niet genoeg de baas om vriendelijk te blijven.
Ik schrijf wel eens 'arme jongeren' bij weer zo'n young adultboek dat zo makkelijk is. Dit vond ik nou een jongerenboek dat behalve heel leesbaar ook stof tot nadenken gaf.
Ik neem dit boek mee naar een bookcrossmeeting.
Een tennispartij op de kostschool waar Simon inmiddels op zit, een typisch Engels gebouw, dat ook qua sfeer erg doet denken aan deze scholen in Groot Brittanië, kanaliseert de herinneringen van Simon aan het dorp waar hij geboren is. De sfeer van het plattelandsdorp wordt knap neer gezet, met een aantal excentrieke dorpsgenoten zoals Bettie van de centrale zonder kin, de leraren van zijn lagere school en Steve de eerste hippie die het dorp aan doet. De reactie van de volwassenen op deze indringer lijkt in eerste instantie een bekrompen poging om de toekomst tegen te houden, maar is in het licht van de gebeurtenissen niet helemaal onterecht. De worsteling met zijn ontluikende seksualiteit en zijn strijd om een plek te veroveren in het dorp zorgen voor voortdurende spanning bij Simon. De observaties van het dorp en de inwoners zijn vreselijk grappig, met een zwart randje. Michiel Heyns blijft trekken aan het zweertje tot de wond opengaat. Simon blijkt dan niet geheel sympatiek, hij kan zijn gevoel dat hij er bij moet horen, zijn vertwijfeling om wat hij voelt niet genoeg de baas om vriendelijk te blijven.
Ik schrijf wel eens 'arme jongeren' bij weer zo'n young adultboek dat zo makkelijk is. Dit vond ik nou een jongerenboek dat behalve heel leesbaar ook stof tot nadenken gaf.
Ik neem dit boek mee naar een bookcrossmeeting.
zondag 13 mei 2012
Bonita Avenue - Peter Buwalda
Ik zag een onderdeel in DWDD over dit gehypte debuut. Uit een stukje dat werd voorgelezen in de uitzending bleek dat het voor een deel in Utrecht speelde, daarom ben ik het gaan lezen. Over mijn woonplaats lezen was erg leuk, stukjes over straten die ik ken, de Antonius Matheuslaan, wijk C, Overvecht...
De eerste twee hoofdstukken vond ik erg interessant. Met vooruit- en terugblikken kreeg je allerlei informatie over de personen en wat hun nog zal overkomen. Ik ging er helemaal voor zitten. Maar daarna zakte het boek toch weg. Er gebeurde eigenlijk niets meer dat niet al in die eerste twee hoofdstukken was aangekaart. Uitdiepen is leuk, maar ergens moet er wel iets nieuws gebeuren vind ik, of nieuwe informatie komen, en dat gebeurde maar niet.
Ik vond het wel een typisch Nederlands boek in zijn sfeer. Er is genoeg gorigheid, zoals dat vaak voorkomt in Nederlandse literatuur, met pies en poep en sex. Het laatste hoofdstuk is volgens mij zelfs daarom geschreven, lekker plastisch beschrijven hoe een lijk in stukken wordt gezaagd. Met een grijns geschreven een met een grijns gelezen.
Mijn grote probleem met deze roman is dat hij niet af is. Hij bestaat uit twee delen, een deel in 2000 en een deel dat speelt in 2008. De delen zijn door elkaar geschreven in flashbacks en vooruitverwijzingen. Dat kan allemaal, maar het deel uit 2008, daar wordt niets mee gedaan en stopt zomaar. "Wat weet jij hiervan?" ging Boudewijn verder. "Hij heeft Mike jouw adres in Los Angeles ontfutseld. Wat is die Bever van plan? Bel me, verdomme." Ik vind een open einde niet erg, maar dit is gewoon niet af. Losse eindjes, swah, maar dit is de helft van het boek! Alles wat er in die periode gebeurt, Aaron Bever die zijn schoonmoeder op het station ziet, Joni die een bedrijfspand koopt, het valt in een gat. Waarom is het geschreven? Waarom heeft Joni haar familie weer verlaten om iets in de pornoindustrie te doen? Om de schrijver te behagen? Leuk hoor, lekker schrijven over de aars die zich om de vinger zuigt, en dat is zeker beter dan 50 shades of grey. Maar als je als schrijver er verder niets mee doet, wordt het niet meer dan wat het nu is, een aars die zich om een vinger zuigt. Ik begrijp dat alle recensenten zo blij waren dat ze weer eens een lekker mannenboek konden lezen na alle Jodi Picoults en dergelijke en het Peter Buwalda snel hebben vergeven, en inderdaad, het is een lekker mannenboek, maar wel een onaf mannenboek. Al met al wordt het daardoor wel een erg dun verhaaltje dat weinig meer om het lijf heeft (no pun intended). Leuk geschreven, maar weinig diepgang. Veel grappige gegevens, veel buitenkant, weinig hart.
'Een staande ovatie,' schrijft de Standaard volgens de blurb. Van mij niet meer dan een 6 1/2. Jammer, want het verhaal heeft veel voor zich; het gegeven over judo is leuk, de vuurwerkramp, en uit elkaar vallende familie. De humor is villein en er spreekt aan alle kanten plezier uit in het maken ervan. Nu nog een keer schrappen en er een mooi einde aan maken waarin alles bij elkaar komt en er betekenis in het verhaal komt.
De eerste twee hoofdstukken vond ik erg interessant. Met vooruit- en terugblikken kreeg je allerlei informatie over de personen en wat hun nog zal overkomen. Ik ging er helemaal voor zitten. Maar daarna zakte het boek toch weg. Er gebeurde eigenlijk niets meer dat niet al in die eerste twee hoofdstukken was aangekaart. Uitdiepen is leuk, maar ergens moet er wel iets nieuws gebeuren vind ik, of nieuwe informatie komen, en dat gebeurde maar niet.
Ik vond het wel een typisch Nederlands boek in zijn sfeer. Er is genoeg gorigheid, zoals dat vaak voorkomt in Nederlandse literatuur, met pies en poep en sex. Het laatste hoofdstuk is volgens mij zelfs daarom geschreven, lekker plastisch beschrijven hoe een lijk in stukken wordt gezaagd. Met een grijns geschreven een met een grijns gelezen.
Mijn grote probleem met deze roman is dat hij niet af is. Hij bestaat uit twee delen, een deel in 2000 en een deel dat speelt in 2008. De delen zijn door elkaar geschreven in flashbacks en vooruitverwijzingen. Dat kan allemaal, maar het deel uit 2008, daar wordt niets mee gedaan en stopt zomaar. "Wat weet jij hiervan?" ging Boudewijn verder. "Hij heeft Mike jouw adres in Los Angeles ontfutseld. Wat is die Bever van plan? Bel me, verdomme." Ik vind een open einde niet erg, maar dit is gewoon niet af. Losse eindjes, swah, maar dit is de helft van het boek! Alles wat er in die periode gebeurt, Aaron Bever die zijn schoonmoeder op het station ziet, Joni die een bedrijfspand koopt, het valt in een gat. Waarom is het geschreven? Waarom heeft Joni haar familie weer verlaten om iets in de pornoindustrie te doen? Om de schrijver te behagen? Leuk hoor, lekker schrijven over de aars die zich om de vinger zuigt, en dat is zeker beter dan 50 shades of grey. Maar als je als schrijver er verder niets mee doet, wordt het niet meer dan wat het nu is, een aars die zich om een vinger zuigt. Ik begrijp dat alle recensenten zo blij waren dat ze weer eens een lekker mannenboek konden lezen na alle Jodi Picoults en dergelijke en het Peter Buwalda snel hebben vergeven, en inderdaad, het is een lekker mannenboek, maar wel een onaf mannenboek. Al met al wordt het daardoor wel een erg dun verhaaltje dat weinig meer om het lijf heeft (no pun intended). Leuk geschreven, maar weinig diepgang. Veel grappige gegevens, veel buitenkant, weinig hart.
'Een staande ovatie,' schrijft de Standaard volgens de blurb. Van mij niet meer dan een 6 1/2. Jammer, want het verhaal heeft veel voor zich; het gegeven over judo is leuk, de vuurwerkramp, en uit elkaar vallende familie. De humor is villein en er spreekt aan alle kanten plezier uit in het maken ervan. Nu nog een keer schrappen en er een mooi einde aan maken waarin alles bij elkaar komt en er betekenis in het verhaal komt.
Atonement
Ik heb gisteren de film Atonement gezien en besefte me dat dat de roman was die ik had moeten lezen in plaats van De roman in de viool.
maandag 30 april 2012
De rijstmoeder - Rani Manicka
Is het paradijs niet gewoon een ommuurde tuin?
Na The rain before it falls en Animals people is dit het derde boek in één jaar dat gaat om ingesproken cassettebandjes. Ze zijn wel alledrie heel verschillend van opzet. In de andere twee boeken is het qua stijl heel duidelijk dat het om ingesproken cassettebandjes gaat, hier is dat in de opzet veel minder. Ik dacht er ook aan het eind pas aan dat dit dus het derde boek is dat hierover gaat.
De rijstmoeder is een familiegeschiedenis over vier generaties menselijk onvermogen. Alle familieleden hebben hun verdriet, maar niemand is in staat het aan de ander te uiten. Pas als het jaden beeldje weer op zijn rechtmatige plek is gekomen, is er iets van hoop voor de volgende generatie. De Maleisische gebruiken stellen dat het jaden beeldje generaties lang slecht karma geeft. De Westerse filosofie is dat je je pijn moet delen om het te kunnen begraven; als kleindochter Nisha de cassettebandjes beluisterd heeft kan zij begrip opbrengen voor de houding van haar familieleden.
De delen in tijdens de Japanse bezetting zijn het krachtigst. Daarna waaiert de geschiedenis uit over de vijf kinderen, hun aanhang en kinderen en de kinderen van de derde generatie. Door de vele hoofdpersonen wordt het verhaal dan onsamenhangender. De gruwelijke beelden van de verkrachtigen en onderwerping door Japanse soldaten blijven het hele boek hangen, net als het optreden van de Japanse soldaten bij alle volgende generaties van de familie van de rijstmoeder blijft kleven.
De rijstmoeder had verwantschap met mijn andere boek uit Azië, A suitable boy. De fixatie op een blanke huid bijvoorbeeld, of de vrucht de Doerian, maar vooral de samenleving van verschillende geloofsovertuigingen en gemeenschappen.
[...] toen hij me vertelde hij in het begin 's nachts uit zijn zachte bed stapte en wegkroop tussen de twee onderste planken van een kast, deed me denken aan toen mijn broertje net uit Zuid-Korea was overgekomen. Als het licht uit was stapte hij uit bed en ging onder het bed op de vloer slapen...
Tijdens het lezen kreeg ik ook herinneringen aan Het boek der vaders, waarin de opgeschreven familiegeschiedenis elf generaties lang meegesleept wordt; alle generaties hebben een soort band met elkaar, waardoor ze elkaars geschiedenissen kunnen zien, in dromen en voorspellingen, tot generatie 12, die dat niet meer kan, en net zo wanhopig weer op zoek gaat naar de geschiedenis die de eerdere generatie zo wanhopig wilde uitwissen. Zo gaat het ook in de Rijstmoeder; Als Nisha haar geschiedenis kent, die door een val van de trap uit haar geheugen is gewist, kan ze beginnen met haar verdere leven.
Ik zet die boek in de openbare boekenkast van café Averechts, zodat anderen het kunnen lezen.
Na The rain before it falls en Animals people is dit het derde boek in één jaar dat gaat om ingesproken cassettebandjes. Ze zijn wel alledrie heel verschillend van opzet. In de andere twee boeken is het qua stijl heel duidelijk dat het om ingesproken cassettebandjes gaat, hier is dat in de opzet veel minder. Ik dacht er ook aan het eind pas aan dat dit dus het derde boek is dat hierover gaat.
De rijstmoeder is een familiegeschiedenis over vier generaties menselijk onvermogen. Alle familieleden hebben hun verdriet, maar niemand is in staat het aan de ander te uiten. Pas als het jaden beeldje weer op zijn rechtmatige plek is gekomen, is er iets van hoop voor de volgende generatie. De Maleisische gebruiken stellen dat het jaden beeldje generaties lang slecht karma geeft. De Westerse filosofie is dat je je pijn moet delen om het te kunnen begraven; als kleindochter Nisha de cassettebandjes beluisterd heeft kan zij begrip opbrengen voor de houding van haar familieleden.
De delen in tijdens de Japanse bezetting zijn het krachtigst. Daarna waaiert de geschiedenis uit over de vijf kinderen, hun aanhang en kinderen en de kinderen van de derde generatie. Door de vele hoofdpersonen wordt het verhaal dan onsamenhangender. De gruwelijke beelden van de verkrachtigen en onderwerping door Japanse soldaten blijven het hele boek hangen, net als het optreden van de Japanse soldaten bij alle volgende generaties van de familie van de rijstmoeder blijft kleven.
De rijstmoeder had verwantschap met mijn andere boek uit Azië, A suitable boy. De fixatie op een blanke huid bijvoorbeeld, of de vrucht de Doerian, maar vooral de samenleving van verschillende geloofsovertuigingen en gemeenschappen.
[...] toen hij me vertelde hij in het begin 's nachts uit zijn zachte bed stapte en wegkroop tussen de twee onderste planken van een kast, deed me denken aan toen mijn broertje net uit Zuid-Korea was overgekomen. Als het licht uit was stapte hij uit bed en ging onder het bed op de vloer slapen...
Tijdens het lezen kreeg ik ook herinneringen aan Het boek der vaders, waarin de opgeschreven familiegeschiedenis elf generaties lang meegesleept wordt; alle generaties hebben een soort band met elkaar, waardoor ze elkaars geschiedenissen kunnen zien, in dromen en voorspellingen, tot generatie 12, die dat niet meer kan, en net zo wanhopig weer op zoek gaat naar de geschiedenis die de eerdere generatie zo wanhopig wilde uitwissen. Zo gaat het ook in de Rijstmoeder; Als Nisha haar geschiedenis kent, die door een val van de trap uit haar geheugen is gewist, kan ze beginnen met haar verdere leven.
Ik zet die boek in de openbare boekenkast van café Averechts, zodat anderen het kunnen lezen.
donderdag 26 april 2012
Het verre paradijs - Kate Grenville
Poetoewa, en hij had de betekenis in zijn boekje geschreven:
je hand aan het vuur verwarmen en er dan zachtjes de vingers van een ander mee masseren.
Dat was een verrassend boek. Ik had het uit mijn boekenkast gepakt als tussendoorboek, lekker lezen zonder nadenken, maar het bleek een erg mooi geschreven boek dat tot nadenken uitnodigd. Vooral het derde deel, 'De namen der dingen', waarin de wat sociaal moeilijke Daniel Rooke, een astronoom die bij de marine aangemonsterd heeft op de Sirius, het eerste schip met Britse gevangen dat op Australië aankomt om de nieuwe kolonie te bevolken, leert hoe taal een verbondenheid schept tussen mensen, is mooi verbeeld. Rooke wil de taal van de Aboriginals uit het gebied leren, net zoals het aboriginalmeisje Tagaran zijn taal wil begrijpen. In dit proces van zoeken naar elkaars woorden ontstaat een innige intimiteit tussen hen. "Het leren van een taal was geen kwestie van het verbinden van twee willekeurige punten door middel van een lijn. Het was een sprong naar binnen bij de ander."
Omdat ik hem zo mooi vind, ook de Engelse cover van dit boek: Dit boek komt in mijn kast met gelezen boeken.
Dat was een verrassend boek. Ik had het uit mijn boekenkast gepakt als tussendoorboek, lekker lezen zonder nadenken, maar het bleek een erg mooi geschreven boek dat tot nadenken uitnodigd. Vooral het derde deel, 'De namen der dingen', waarin de wat sociaal moeilijke Daniel Rooke, een astronoom die bij de marine aangemonsterd heeft op de Sirius, het eerste schip met Britse gevangen dat op Australië aankomt om de nieuwe kolonie te bevolken, leert hoe taal een verbondenheid schept tussen mensen, is mooi verbeeld. Rooke wil de taal van de Aboriginals uit het gebied leren, net zoals het aboriginalmeisje Tagaran zijn taal wil begrijpen. In dit proces van zoeken naar elkaars woorden ontstaat een innige intimiteit tussen hen. "Het leren van een taal was geen kwestie van het verbinden van twee willekeurige punten door middel van een lijn. Het was een sprong naar binnen bij de ander."
Omdat ik hem zo mooi vind, ook de Engelse cover van dit boek: Dit boek komt in mijn kast met gelezen boeken.
woensdag 25 april 2012
A suitable boy - Vikram Seth
One, ten, hundred, thousant, wan, lakh, million, crore, ee, billion.
Het is moeilijk om een boek van 1350 bladzijden te beschrijven. Ik ben er eind januari in begonnen en met een stop van twee weken omdat het te zwaar was om mee te nemen naar Lissabon, was het eind april uit. Jammer, ik had nog wel verder willen lezen over de vier families.
Er gebeurt zo veel in dit boek, dat iedere beschrijving zijn doel mist. A suitable boy is een prachtig voorbeeld van hoe Literatuur toegankelijk en lekker is, voor zowel liefhebbers van de Buddenbrooks als van Jane Austen. In essentie is het verhaal natuurlijk een familiesoap, en Vikram Seth is vreselijk grappig. Je kan bijna niet anders dan in een gierende lachbui uitbarsten als na 1450 bladzijden moeder Mehra tegen haar zoon zegt: "You will also marry a girl I choose. A suitable girl I want for you." Of als opa tijdens een theatervoorstelling van een comedy van Shakespeare in huilen uitbarst, zoals bij Indiase films gebruikelijk is. Of de volgende dialoog tussen Mr Maitra en een mediterende Goeroe tijdens Pull Mena, het feest waarop de Hindu's de Ganges eren door er in te baden. Volgens de goeroe krijgt de man rust.
'But I get no peace.'
'Sannyaas itself is peace.'
But this did not satisfy Mr Maitra. 'tell me some method,' he pleaded.
Sanaki Baba soothed him. 'I will, I will,' he said. 'When you come next time.'
'Why not today?'
Sanaki Baba looked around. 'Some other day. Whenever you want to come, come.'
'Will you be here?'
'I will be here untill the 20th.'
'How about the 17th? the 18th?'
'It will be very crowded because of the full moon bathing day,' said Sanaki Baba, smiling. 'Come on the morning of the 19th.'
'Morning. What time?'
'19th morning... eleven o'clock.'
Mr Maitra beamed with pleasure, having succeeded in getting an exact time for peace. 'I will come,' he said delightedly.
Zoals elke soap zijn er verhalenlijnen waarvan je smult en verhaallijnen die je minder vindt. Veel van de politiek had van mij wel iets minder gemogen, de uitgeschreven dialogen in de politieke arena zijn, hoewel grappig aan het eind, vaak erg langdradig. Alle karakters in het boek zijn symphatiek, behalve misschien opa Seth (zou die toevallig de achternaam van de schrijver hebben gekregen?), die in zijn overdreven woedeuitbarstingen wel erg grappig is. De acties van de hoofdpersonen zijn, hoewel je het er soms niet mee eens bent als lezer, wel logisch en begrijpelijk vanuit hun achtergrond. Mrs. Mehra, die voor haar dochter Lata a suitable boy zoekt, omdat Lata in haar onschuld hevig verliefd is geworden op een moslimjongen, probeert, ondanks dat ze met alle geweld sommige relaties tegen wil houden, wel het beste te vinden voor haar dochter. Meenakshi is een verwend nest, die uit een gegoede familie komt en getrouwd is met de broer van Lata, duidelijk een mindere partij (hoewel ze wel van hem houdt), probeert haar afkomst uit de betere sociale kringen te bevestigen. Ze is het gewend te krijgen wat ze hebben wil. Lata is de typische Jane Austen hoofdpersoon, gekweld door een hevige liefde die ze niet mag en kan uiten en die ze uiteindelijk ook niet meer wil uiten. Zoals vaak in soaps, zijn de bijfiguren eigenlijk leuker dan de hoofdpersoon. Voor wie mij kent en het boek heeft gelezen zal het geen verrassing zijn dat de dichter Amit Chatterji het dichtst bij mij staat. In alle turmoil die rond hem in de familie tot uiting komt, blijft hij rustig zijn familie observeren en op zijn zolderkamer een roman schrijven en gedichten maken voor zijn onbereikbare
L
a
t
a
Maar A suitable boy is meer dan een familiegeschiedenis. Door zijn omvang wordt het een boek over de wording van het onafhankelijke India, met zijn vele facties en religies en de pijnlijke scheuring met Pakistan. Nieuws uit India zien we hier weinig. Ik weet wie Jawaharlal Nehru is, die in a Suitable boy als romanpersoon wordt opgevoerd, maar daar houdt het ook wel mee op. Wat ik van India weet komt uit literatuur; De grotten van de Marahbar, The jewel in the crown, Het hongerig getij. Veel over alle religieuze feesten weet ik niet, zeker niet van de Hindoestaanse. Ik heb veel geleerd en kwam tijdens het lezen van a Suitable boy krantenberichten tegen over de viering van Holi in Utrecht, die mij anders niet zouden zijn opgevallen. Tijdens het lezen heb ik in de 10 gratis uren Spotify die ik per maand heb Indiase ghazals geluisterd. Ook nieuw voor mij.
Een laatste quote uit a Suitable boy, voor mensen die mij kennen erg grappig:
'By the way, I am very sorry about mrs. Kapoor. I remember meeting her in Allahabad - but that must have been - what? - five years ago.'
'Eleven.'
Dit boek komt in mijn kast met gelezen boeken.
Het is moeilijk om een boek van 1350 bladzijden te beschrijven. Ik ben er eind januari in begonnen en met een stop van twee weken omdat het te zwaar was om mee te nemen naar Lissabon, was het eind april uit. Jammer, ik had nog wel verder willen lezen over de vier families.
Er gebeurt zo veel in dit boek, dat iedere beschrijving zijn doel mist. A suitable boy is een prachtig voorbeeld van hoe Literatuur toegankelijk en lekker is, voor zowel liefhebbers van de Buddenbrooks als van Jane Austen. In essentie is het verhaal natuurlijk een familiesoap, en Vikram Seth is vreselijk grappig. Je kan bijna niet anders dan in een gierende lachbui uitbarsten als na 1450 bladzijden moeder Mehra tegen haar zoon zegt: "You will also marry a girl I choose. A suitable girl I want for you." Of als opa tijdens een theatervoorstelling van een comedy van Shakespeare in huilen uitbarst, zoals bij Indiase films gebruikelijk is. Of de volgende dialoog tussen Mr Maitra en een mediterende Goeroe tijdens Pull Mena, het feest waarop de Hindu's de Ganges eren door er in te baden. Volgens de goeroe krijgt de man rust.
'But I get no peace.'
'Sannyaas itself is peace.'
But this did not satisfy Mr Maitra. 'tell me some method,' he pleaded.
Sanaki Baba soothed him. 'I will, I will,' he said. 'When you come next time.'
'Why not today?'
Sanaki Baba looked around. 'Some other day. Whenever you want to come, come.'
'Will you be here?'
'I will be here untill the 20th.'
'How about the 17th? the 18th?'
'It will be very crowded because of the full moon bathing day,' said Sanaki Baba, smiling. 'Come on the morning of the 19th.'
'Morning. What time?'
'19th morning... eleven o'clock.'
Mr Maitra beamed with pleasure, having succeeded in getting an exact time for peace. 'I will come,' he said delightedly.
Zoals elke soap zijn er verhalenlijnen waarvan je smult en verhaallijnen die je minder vindt. Veel van de politiek had van mij wel iets minder gemogen, de uitgeschreven dialogen in de politieke arena zijn, hoewel grappig aan het eind, vaak erg langdradig. Alle karakters in het boek zijn symphatiek, behalve misschien opa Seth (zou die toevallig de achternaam van de schrijver hebben gekregen?), die in zijn overdreven woedeuitbarstingen wel erg grappig is. De acties van de hoofdpersonen zijn, hoewel je het er soms niet mee eens bent als lezer, wel logisch en begrijpelijk vanuit hun achtergrond. Mrs. Mehra, die voor haar dochter Lata a suitable boy zoekt, omdat Lata in haar onschuld hevig verliefd is geworden op een moslimjongen, probeert, ondanks dat ze met alle geweld sommige relaties tegen wil houden, wel het beste te vinden voor haar dochter. Meenakshi is een verwend nest, die uit een gegoede familie komt en getrouwd is met de broer van Lata, duidelijk een mindere partij (hoewel ze wel van hem houdt), probeert haar afkomst uit de betere sociale kringen te bevestigen. Ze is het gewend te krijgen wat ze hebben wil. Lata is de typische Jane Austen hoofdpersoon, gekweld door een hevige liefde die ze niet mag en kan uiten en die ze uiteindelijk ook niet meer wil uiten. Zoals vaak in soaps, zijn de bijfiguren eigenlijk leuker dan de hoofdpersoon. Voor wie mij kent en het boek heeft gelezen zal het geen verrassing zijn dat de dichter Amit Chatterji het dichtst bij mij staat. In alle turmoil die rond hem in de familie tot uiting komt, blijft hij rustig zijn familie observeren en op zijn zolderkamer een roman schrijven en gedichten maken voor zijn onbereikbare
L
a
t
a
Maar A suitable boy is meer dan een familiegeschiedenis. Door zijn omvang wordt het een boek over de wording van het onafhankelijke India, met zijn vele facties en religies en de pijnlijke scheuring met Pakistan. Nieuws uit India zien we hier weinig. Ik weet wie Jawaharlal Nehru is, die in a Suitable boy als romanpersoon wordt opgevoerd, maar daar houdt het ook wel mee op. Wat ik van India weet komt uit literatuur; De grotten van de Marahbar, The jewel in the crown, Het hongerig getij. Veel over alle religieuze feesten weet ik niet, zeker niet van de Hindoestaanse. Ik heb veel geleerd en kwam tijdens het lezen van a Suitable boy krantenberichten tegen over de viering van Holi in Utrecht, die mij anders niet zouden zijn opgevallen. Tijdens het lezen heb ik in de 10 gratis uren Spotify die ik per maand heb Indiase ghazals geluisterd. Ook nieuw voor mij.
Een laatste quote uit a Suitable boy, voor mensen die mij kennen erg grappig:
'By the way, I am very sorry about mrs. Kapoor. I remember meeting her in Allahabad - but that must have been - what? - five years ago.'
'Eleven.'
Dit boek komt in mijn kast met gelezen boeken.
zaterdag 7 april 2012
Heldere hemel - Tom Lanoye
In een dag uitgelezen. Het was dus voorzienigheid dat ik in een boekwinkel stapte en een boek kocht, en zeker geen koopwoede. :) Nu heb ik nog iets te lezen.
Dit boekenweekgeschenk bestaat uit zeven hoofdstukken, waarvan 1 proloog en 1 epiloog. Er blijven dus vijf hoofdstukken over, die ieder 1 scene bevatten van een bladzijde of vijftien. Hoewel dus vrij dun is het wel een mooi afgerond verhaal over het verval van een huwelijk. Een van de betere boekenweekgeschenken.
Dit boek ga ik ergens buiten neerleggen als bookcrossingboek, zodat het gelezen kan worden door iemand anders.
Dit boekenweekgeschenk bestaat uit zeven hoofdstukken, waarvan 1 proloog en 1 epiloog. Er blijven dus vijf hoofdstukken over, die ieder 1 scene bevatten van een bladzijde of vijftien. Hoewel dus vrij dun is het wel een mooi afgerond verhaal over het verval van een huwelijk. Een van de betere boekenweekgeschenken.
Dit boek ga ik ergens buiten neerleggen als bookcrossingboek, zodat het gelezen kan worden door iemand anders.
vrijdag 6 april 2012
Het schijnbestaan - Jose Saramago
Ik las dit boek voor het grootste deel in Lissabon. Het was een goede keuze. Op het eerste gezicht gebeurt er niet veel in het boek. Het heeft een heerlijk langzaam tempo, dat past bij de oude pottenbakker en zijn familie, over wie het boek gaat. Als zijn schalen en borden door 'het centrum' niet meer gekocht worden, bedenkt zijn dochter dat ze keramieken beeldjes kunnen maken. Dat soort beeldjes zag ik voortdurend in mijn zwerftochten door Lissabon.
Het centrum is, net als de stad in De stad der blinden of het land in Het stenen vlot, meer dan een winkelcentrum, het is een volledige microcosmos, met piramides, een zandstrand, een communicatiesatelliet, een paardenracebaan, een hangbrug, een tyrannosaurus en een Trojaans paard.
Het is een dromerig boek, een beetje zoals de Japanse films waar ik van houd, over oude mensen en dingen die voorbij gaan. Marta was staring fervently at her father, with passionate intensity, and she was thinking, This is my old father, the forgivable overstatement of someone still in the early dawn of adulthood, one should not refer to a man of sixty-four, albeit rather low in spirits like the man in question, as old, that might have been the custom in the days when teeth began to fall out at thirty and the first wrinkles to appear at twenty-five, but nowadays, it is only from eighty years onward that old age, authentic and unambiguous and from which there can be no return, nor even any pretense at a return, begins, de facto and unapologetically, to deserve the name by which we designate our last days.
De dialogen zijn geschreven zonder punctuatie. De gesprekken staan gewoon met komma's achter elkaar. Mij is niet duidelijk waarom Saramago voor die stijl heeft gekozen, ik zie geen noodzaak daarvoor binnen het verhaal en het voegt niets toe vind ik. Ik ben uiteindelijk zelf de punctuatie in mijn hoofd gaan invullen. Misschien was dat ook wel Saramago's bedoeling, om meer aandacht te geven aan de communicatie van de hoofdpersonen.
Van alle karakters in het boek is de hond 'Gevonden' vond ik het meest uitgesproken. Het is ook een echt karakter, niet zo maar een huisdier. Hij voelt, denkt, doet mee, bepaalt voor een deel het plot, maar wel echt op zijn honds.
Je raakt erg begaan met de oude pottenbakker, maar uiteindelijk woon ik, net als de meeste Westerse mensen denk ik, in een soort 'centrum' en zou ik niet anders kunnen. Of het gepropageerde leven buiten het centrum nou wel zo aanlokkelijk is? Ik vind moestuinieren en zelf brood bakken erg leuk, maar wel in een gemaakte setting. Dan moet ik het consumentisme, de reclame, de voortschrijdende technologie en het varkensharenbrood maar voor lief nemen. Mijn veilige setting kan niet bestaan zonder de schaduwkant. Maar overal worden we gedwongen om ons te gedragen alsof het consumptisme een heilige graal is. De biowinkel is open op zondag tussen 10.00 uur en 18.00 uur, Nike verkoopt geen spijkerbroeken, maar een way of life, aarbeienkleur is gesynthetiseerd luizenbloed. Werkelijkheid en commerciële fantasie, slapen en waken, vergankelijkheid en eeuwigheid, zijn zodanig met elkaar verweven dat niemand zich nog bewust is wat echt is en wat fantasie, wat vergankelijk is en wat eeuwig, wat werkelijk is en wat een droom. We zouden u alles verkopen wat u nodig hebt, als we niet liever hadden dat u nodig hebt wat wij u te verkopen hebben.
Dit boek staat in mijn kast met gelezen boeken.
woensdag 21 maart 2012
No en ik - Delphine de Vigan
Ik heb dit boek gelezen in het kader van de boekverfilmingsreeks van bioscoop 't Hoogt en boekwinkel Savanah bay.
Lou Bertignac is een meisje van dertien met een IQ van 160. Als ze de dakloze No(lwenn) ontmoet voelt ze voor het eerst een soort van zielsverwantschap met iemand. Op school heeft ze geen vrienden en haar familie heeft door een groot verlies moeite om emoties met elkaar te delen. Als No, murwgebeukt door het straatleven, zich niet meer kan verzetten, proberen Lou en haar ouders het leven van No weer op poten te zetten door haar in huis te nemen. Dit heeft een groter effect op de familie Bertignac dan op No.
Het verhaal wordt verteld vanuit Lou's perspectief, die met haar dertien jaar niet in het hoofd van de achttienjarige No kan kijken. Dat betekent wel dat No niet meer dan een katalysator voor de volwassenwording van Lou en het helen van de familiebanden van haar familie wordt. Haar emoties komen altijd uit de tweede hand, uit die van Lou. Lou vertelt in plaats van dat de lezer voelt; zelf weet Lou niet precies wat ze voelt en de gevoelens van anderen beschrijft ze. Slechts aan het eind, als Lou zelf de wereld voelt, voel je als lezer mee. Dat is consequent verteld, maar soms ook makkelijk, mede ook door de taal, die toch vooral is geschreven voor pubers en jongvolwassenen.
In bijvoorbeeld Het verhaal van de hond in de nacht krijg je als lezer echt het gevoel dat de hoofdpersoon een hyperintelligent en wat wereldvreemd persoon is. Ondanks dat Lou twee klassen heeft overgeslagen wordt zij dat nooit. In haar taalgebruik en de manier waarop ze haar verhaal vertelt merk je niet veel van haar vroegwijsheid, behalve als ze dat letterlijk zegt. Ze doet vreemde proefjes, maar verder blijft ze voor mij een vrij normale dertienjarige. Sommige van de proefjes, zoals het onderzoek naar het effect van broodroosterstand acht op verschillende soorten brood, zie ik een intelligent meisje van dertien zo doen, andere vind ik toch wat gezocht.
Het alles of niets gevoel dat pubers zo kunnen hebben vind ik in het verhaal erg goed getroffen. De vriendschap van Lou met No is meer dan een vriendschap, zowel voor No als voor Lou. Het is een levensbehoefte. "We zijn samen toch?" Als Lou besluit om met No mee te gaan klinkt dat als een onlogisch besluit, maar in het hoofd van en dertienjarige wordt het juist erg begrijpelijk.
Het verhaal is gevoelig en teder geschreven, met hart voor de hoofdpersonen. Zeker voor beginnende volwassen lezers is dit een mooi boek. Aan het eind blijkt de wereld niet zo maakbaar als ze in het begin leek te zijn.
6 april ga ik naar de film van dit boek.
Dit boek heb ik opgestuurd naar een andere lezer.
Lou Bertignac is een meisje van dertien met een IQ van 160. Als ze de dakloze No(lwenn) ontmoet voelt ze voor het eerst een soort van zielsverwantschap met iemand. Op school heeft ze geen vrienden en haar familie heeft door een groot verlies moeite om emoties met elkaar te delen. Als No, murwgebeukt door het straatleven, zich niet meer kan verzetten, proberen Lou en haar ouders het leven van No weer op poten te zetten door haar in huis te nemen. Dit heeft een groter effect op de familie Bertignac dan op No.
Het verhaal wordt verteld vanuit Lou's perspectief, die met haar dertien jaar niet in het hoofd van de achttienjarige No kan kijken. Dat betekent wel dat No niet meer dan een katalysator voor de volwassenwording van Lou en het helen van de familiebanden van haar familie wordt. Haar emoties komen altijd uit de tweede hand, uit die van Lou. Lou vertelt in plaats van dat de lezer voelt; zelf weet Lou niet precies wat ze voelt en de gevoelens van anderen beschrijft ze. Slechts aan het eind, als Lou zelf de wereld voelt, voel je als lezer mee. Dat is consequent verteld, maar soms ook makkelijk, mede ook door de taal, die toch vooral is geschreven voor pubers en jongvolwassenen.
In bijvoorbeeld Het verhaal van de hond in de nacht krijg je als lezer echt het gevoel dat de hoofdpersoon een hyperintelligent en wat wereldvreemd persoon is. Ondanks dat Lou twee klassen heeft overgeslagen wordt zij dat nooit. In haar taalgebruik en de manier waarop ze haar verhaal vertelt merk je niet veel van haar vroegwijsheid, behalve als ze dat letterlijk zegt. Ze doet vreemde proefjes, maar verder blijft ze voor mij een vrij normale dertienjarige. Sommige van de proefjes, zoals het onderzoek naar het effect van broodroosterstand acht op verschillende soorten brood, zie ik een intelligent meisje van dertien zo doen, andere vind ik toch wat gezocht.
Het alles of niets gevoel dat pubers zo kunnen hebben vind ik in het verhaal erg goed getroffen. De vriendschap van Lou met No is meer dan een vriendschap, zowel voor No als voor Lou. Het is een levensbehoefte. "We zijn samen toch?" Als Lou besluit om met No mee te gaan klinkt dat als een onlogisch besluit, maar in het hoofd van en dertienjarige wordt het juist erg begrijpelijk.
Het verhaal is gevoelig en teder geschreven, met hart voor de hoofdpersonen. Zeker voor beginnende volwassen lezers is dit een mooi boek. Aan het eind blijkt de wereld niet zo maakbaar als ze in het begin leek te zijn.
6 april ga ik naar de film van dit boek.
Dit boek heb ik opgestuurd naar een andere lezer.
zondag 29 januari 2012
De roman in de viool - Natasha Solomons
Elise Landau, jongste dochter van een joodse familie in Wenen, verlaat eind jaren dertig haar familie en ontvlucht het fascistische Oostenrijk om als dienstertje in Engeland te werken. Ze komt in de kost op het landgoed Tynefort. Soms was er even een flikkering van Downton Abbey, maar waar dat gebouw echt tot leven komt in de serie, gebeurt dat met Tyneford nooit. De beschrijvingen zijn eenvoudig, gericht op het doen en laten van Elise en niet op het vast prachtige gebouw waar ze terechtkomt. Dit geldt ook voor de beschrijvingen van de omgeving. Geen prachtige Wuthering heights, maar de karrenwielen knarsten over de weg en de paardenhoeven klepperden.
Ondanks haar upperclass opvoeding in Wenen redt Elise het behoorlijk op Tynefort, en voor je weet geeft de jongeheer des huizes haar Engelse les. Je voelt het al aankomen... Mind you, ik hou best van een beetje romantiek, A room with a view is mijn favoriete boek ooit, maar er volgt een liefdesaffaire die voor mij veels te Rebecca is, veels te veel Door mijn dunne blouse heen voelde ik mijn hart bonzen op het ritme van de brekende golven.
Dat is jammer. Er zit een mooie roman in de feiten waarop dit boek is gebaseerd. Alleen heeft Natasha Solomons hem niet geschreven, die schreef een soort historische chicklit.
Ondanks haar upperclass opvoeding in Wenen redt Elise het behoorlijk op Tynefort, en voor je weet geeft de jongeheer des huizes haar Engelse les. Je voelt het al aankomen... Mind you, ik hou best van een beetje romantiek, A room with a view is mijn favoriete boek ooit, maar er volgt een liefdesaffaire die voor mij veels te Rebecca is, veels te veel Door mijn dunne blouse heen voelde ik mijn hart bonzen op het ritme van de brekende golven.
Dat is jammer. Er zit een mooie roman in de feiten waarop dit boek is gebaseerd. Alleen heeft Natasha Solomons hem niet geschreven, die schreef een soort historische chicklit.
donderdag 26 januari 2012
En we gaan nog niet naar huis gastarbeiderskinderen over hun jeugd - Sladjana labovic
We moeten zuinig zijn op Nederland want we hebben het hier allemaal echt goed.
Nu ik geen abonnement op een krant meer heb heb ik tegenwoordig een ontbijtboek. Mijn idee is om korte verhalen te lezen tijdens het ontbijten, zodat ik rustig blijf ontbijten en ondertussen elke keer een verhaaltje lees. Zo heb ik dus deze bundel gelezen over gastarbeiderskinderen. Ik heb expres de verhalen van de bekendere gastarbeiderskinderen, politici, profvoetballers en dergelijke, niet gelezen, maar juist de verhalen van onbekende Nederlanders.
Het is mij altijd de vraag in hoeverre zo'n bundel verhalen representatief is. Als schrijver wil je natuurlijk verscheidenheid in je verhalen, zo is er het moslimmeisje met een Nederlandse vriend en de homoman (een erg onaardige homoman overigens vond ik, brr, die vreemd ging met andere vrouwen toen hij nog geen relatie met een man had, maar wel vind dat vrouwen als maagd het huwelijk in moeten gaan, want anders krijgen ze de smaak van andere mannen te pakken). Die verhalen bestaan natuurlijk, maar als je 25 willekeurige verhalen opschrijft, in hoeverre krijg je dan deze verhalen?
Er vallen wel dingen op als je deze verhalen leest. Zo is het grootste culturele verschil in Nederland blijkbaar gastvrijheid bij het eten, want iedereen in deze bundel heeft het erover hoe ongastvrij wij Nederlanders zijn; onze voordeur gesloten tenzij we van tevoren gebeld hebben voor een afspraak en altijd te weinig eten voor onverwachte gasten. Terwijl de gezinnen van de geportretteerde mensen altijd voldoende eten voor iedere onverwachte gast op tafel hebben staan en iedereen altijd kan aanschuiven.
Ook valt op dat geen één, echt geen één gastarbeider van Nederland zijn thuis heeft gemaakt. De generatie van mijn vader, de gastarbeiders, leefde in het verleden en droomde van de toekomst. Het heden is aan ze voorbij gegaan. Ze hebben nooit genoten. En hun kinderen ook maar met mate. Elk gastarbeiderkind, zelfs als het in Nederland geboren is en het land van haar ouders alleen kent van vakanties, heeft een soort romantisch verlangen naar dat land. Voor sommigen is het nog altijd, ook als ze hier geboren zijn, hun land van herkomst, voor anderen hun tweede land. Maar voor ieder kind dat in deze bundel geportretteerd wordt is het geboorteland van hun ouders een deel van hen.
Ik was te jong voor deze generatie gastarbeiders, die kwamen toen ik nog niet geboren was, of heel jong. Maar ik zie nu wel weer precies hetzelfde gebeuren. Polen, Roemenen, Oostblokkers, inwoners uit EU-leden, ze komen hier om te werken. Er zijn speciale huizen en kamers waar ze gehuisvest worden. Ze worden gebruikt, uitgebuit, met zijn velen op een kamer, de louche uitzendbureaus zijn weer terug. Een minister die verwacht geen problemen want ze zullen allemaal teruggaan, zegt hij. En dat ze zo leven, ach ja, dat is niet erg vinden wij in Nederland, want dat willen ze zelf. De Oostblokse meneer werkt nu in de sociale werkplaats want er is even geen werk voor hem. Zijn vrouw en dochter zijn ook in Nederland, maar sst, want die mogen hier eigenlijk niet zijn. En ik, ik luister braaf en help als ik kan, en ondertussen vraag ik me af wie hier nou eigenlijk blij van wordt.
Dit boek heb ik meegenomen naar een bookcrossingmeeting.
Nu ik geen abonnement op een krant meer heb heb ik tegenwoordig een ontbijtboek. Mijn idee is om korte verhalen te lezen tijdens het ontbijten, zodat ik rustig blijf ontbijten en ondertussen elke keer een verhaaltje lees. Zo heb ik dus deze bundel gelezen over gastarbeiderskinderen. Ik heb expres de verhalen van de bekendere gastarbeiderskinderen, politici, profvoetballers en dergelijke, niet gelezen, maar juist de verhalen van onbekende Nederlanders.
Het is mij altijd de vraag in hoeverre zo'n bundel verhalen representatief is. Als schrijver wil je natuurlijk verscheidenheid in je verhalen, zo is er het moslimmeisje met een Nederlandse vriend en de homoman (een erg onaardige homoman overigens vond ik, brr, die vreemd ging met andere vrouwen toen hij nog geen relatie met een man had, maar wel vind dat vrouwen als maagd het huwelijk in moeten gaan, want anders krijgen ze de smaak van andere mannen te pakken). Die verhalen bestaan natuurlijk, maar als je 25 willekeurige verhalen opschrijft, in hoeverre krijg je dan deze verhalen?
Er vallen wel dingen op als je deze verhalen leest. Zo is het grootste culturele verschil in Nederland blijkbaar gastvrijheid bij het eten, want iedereen in deze bundel heeft het erover hoe ongastvrij wij Nederlanders zijn; onze voordeur gesloten tenzij we van tevoren gebeld hebben voor een afspraak en altijd te weinig eten voor onverwachte gasten. Terwijl de gezinnen van de geportretteerde mensen altijd voldoende eten voor iedere onverwachte gast op tafel hebben staan en iedereen altijd kan aanschuiven.
Ook valt op dat geen één, echt geen één gastarbeider van Nederland zijn thuis heeft gemaakt. De generatie van mijn vader, de gastarbeiders, leefde in het verleden en droomde van de toekomst. Het heden is aan ze voorbij gegaan. Ze hebben nooit genoten. En hun kinderen ook maar met mate. Elk gastarbeiderkind, zelfs als het in Nederland geboren is en het land van haar ouders alleen kent van vakanties, heeft een soort romantisch verlangen naar dat land. Voor sommigen is het nog altijd, ook als ze hier geboren zijn, hun land van herkomst, voor anderen hun tweede land. Maar voor ieder kind dat in deze bundel geportretteerd wordt is het geboorteland van hun ouders een deel van hen.
Ik was te jong voor deze generatie gastarbeiders, die kwamen toen ik nog niet geboren was, of heel jong. Maar ik zie nu wel weer precies hetzelfde gebeuren. Polen, Roemenen, Oostblokkers, inwoners uit EU-leden, ze komen hier om te werken. Er zijn speciale huizen en kamers waar ze gehuisvest worden. Ze worden gebruikt, uitgebuit, met zijn velen op een kamer, de louche uitzendbureaus zijn weer terug. Een minister die verwacht geen problemen want ze zullen allemaal teruggaan, zegt hij. En dat ze zo leven, ach ja, dat is niet erg vinden wij in Nederland, want dat willen ze zelf. De Oostblokse meneer werkt nu in de sociale werkplaats want er is even geen werk voor hem. Zijn vrouw en dochter zijn ook in Nederland, maar sst, want die mogen hier eigenlijk niet zijn. En ik, ik luister braaf en help als ik kan, en ondertussen vraag ik me af wie hier nou eigenlijk blij van wordt.
Dit boek heb ik meegenomen naar een bookcrossingmeeting.
Abonneren op:
Posts (Atom)