vrijdag 6 april 2012
Het schijnbestaan - Jose Saramago
Ik las dit boek voor het grootste deel in Lissabon. Het was een goede keuze. Op het eerste gezicht gebeurt er niet veel in het boek. Het heeft een heerlijk langzaam tempo, dat past bij de oude pottenbakker en zijn familie, over wie het boek gaat. Als zijn schalen en borden door 'het centrum' niet meer gekocht worden, bedenkt zijn dochter dat ze keramieken beeldjes kunnen maken. Dat soort beeldjes zag ik voortdurend in mijn zwerftochten door Lissabon.
Het centrum is, net als de stad in De stad der blinden of het land in Het stenen vlot, meer dan een winkelcentrum, het is een volledige microcosmos, met piramides, een zandstrand, een communicatiesatelliet, een paardenracebaan, een hangbrug, een tyrannosaurus en een Trojaans paard.
Het is een dromerig boek, een beetje zoals de Japanse films waar ik van houd, over oude mensen en dingen die voorbij gaan. Marta was staring fervently at her father, with passionate intensity, and she was thinking, This is my old father, the forgivable overstatement of someone still in the early dawn of adulthood, one should not refer to a man of sixty-four, albeit rather low in spirits like the man in question, as old, that might have been the custom in the days when teeth began to fall out at thirty and the first wrinkles to appear at twenty-five, but nowadays, it is only from eighty years onward that old age, authentic and unambiguous and from which there can be no return, nor even any pretense at a return, begins, de facto and unapologetically, to deserve the name by which we designate our last days.
De dialogen zijn geschreven zonder punctuatie. De gesprekken staan gewoon met komma's achter elkaar. Mij is niet duidelijk waarom Saramago voor die stijl heeft gekozen, ik zie geen noodzaak daarvoor binnen het verhaal en het voegt niets toe vind ik. Ik ben uiteindelijk zelf de punctuatie in mijn hoofd gaan invullen. Misschien was dat ook wel Saramago's bedoeling, om meer aandacht te geven aan de communicatie van de hoofdpersonen.
Van alle karakters in het boek is de hond 'Gevonden' vond ik het meest uitgesproken. Het is ook een echt karakter, niet zo maar een huisdier. Hij voelt, denkt, doet mee, bepaalt voor een deel het plot, maar wel echt op zijn honds.
Je raakt erg begaan met de oude pottenbakker, maar uiteindelijk woon ik, net als de meeste Westerse mensen denk ik, in een soort 'centrum' en zou ik niet anders kunnen. Of het gepropageerde leven buiten het centrum nou wel zo aanlokkelijk is? Ik vind moestuinieren en zelf brood bakken erg leuk, maar wel in een gemaakte setting. Dan moet ik het consumentisme, de reclame, de voortschrijdende technologie en het varkensharenbrood maar voor lief nemen. Mijn veilige setting kan niet bestaan zonder de schaduwkant. Maar overal worden we gedwongen om ons te gedragen alsof het consumptisme een heilige graal is. De biowinkel is open op zondag tussen 10.00 uur en 18.00 uur, Nike verkoopt geen spijkerbroeken, maar een way of life, aarbeienkleur is gesynthetiseerd luizenbloed. Werkelijkheid en commerciƫle fantasie, slapen en waken, vergankelijkheid en eeuwigheid, zijn zodanig met elkaar verweven dat niemand zich nog bewust is wat echt is en wat fantasie, wat vergankelijk is en wat eeuwig, wat werkelijk is en wat een droom. We zouden u alles verkopen wat u nodig hebt, als we niet liever hadden dat u nodig hebt wat wij u te verkopen hebben.
Dit boek staat in mijn kast met gelezen boeken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten