donderdag 31 december 2015

De woede van Abraham - Conny Braam

Een lekker leesbaar boek over de geschiedenis van het Noordzeekanaal. Ze hebben er twintig jaar over gegraven, met schoppen!

maandag 21 december 2015

The testament of Mary - Colm Toibin

De laatste boeken van het jaar maken veel goed, want komen allen in de top lijstjes van 2015. Want ook dit is een prachtig kleinnood. In hele mooie taal verteld Toibin het verhaal van Mary, zonder dat zijn een heilige wordt. Ze is een moeder die treurt om haar overleden zoon, die het pad dat Jezus kiest maar niets vindt.

Een nacht, Markovitsj - Qyelet Gundat-Goshen

 Wat een heerlijk boek! Heel Zuid Amerikaans, hoewel het is geschreven door een Israelische schrijver (haar debuut), en over Israel gaat. Het hart van de adjunct begon als een roestige vliegtuigpropellor te schudden, het bloed schuimde in zijn aderen, zijn lichaamtemperatuur schoot omhoog en alle vogels van Tel Aviv (mussen op straat, duiven op de pleinen, merels op elektriciteitskabels, honingvogels in de tuinen, meeuwen aan de kade en één papagaai in een bordeel) begonnen tegelijk te zingen. Het verhaal neemt je mee en laat je niet meer los. Ayelet Gundar-Goshen beschrijft treffend de pijn van eenzaamheid en menselijke relaties. Bella, Zeëv en Markovitsj zoeken zich een plek in een land waar zij hoopvol heen zijn gegaan, maar waar de werkelijkheid ingewikkelder is.


donderdag 3 december 2015

De geschiedenis van de Arabische volken - Albert Hourani

Na Europe a History ben ik hierin begonnen. Zo gaan we langzaam de hele wereldgeschiedenis af. :) Ik heb het voorlopig gelezen tot het ontstaan van het Ottomaanse rijk.
De wereld van een moslim die omstreeks 1500 nC leefde moet eeuwigdurend hebben geleken, begint dit boek. In de 700 jaar was het rijk der moslims wel veranderd, maar iemand ui 1500 die naar 800 nC zou worden verplaatst, of vice versa, zou in een wereld terechtkomen die hij in zekere zin zou begrijpen en waar hij zonder moeite de cultuur en gebruiken zou begrijpen. Dit bleef zo tot nar de val van het Ottomaanse rijk, in 1918. Meer dan 1000 jaar!
Het eerste deel van dit boek dat ik heb gelezen gaat over de opkomst van het Arabische rijk. Er waren verschillende stammen, families, machthebber, tot de Turken uit het Oosten met de Timoeriden en Turkse strijders in dienst van de Arabieren, de Mammelukken in Egypte, het rijk overnamen. De cohesie kwam niet zozeer voort uit de verschillende families, of heersers binnen het hele rijk, maar de cultuur en godsdienst. De eerste honderden jaren waren qua cultuur ook vooral gebaseerd op het bij elkaar brengen van het Moslim geloof en de stamgebruiken. In het recht, zo schrijft Hourani, was het stamrecht het gebruik en de Sharia de vernislaag die dat acceptabel maakte. Bibliotheken werden opgericht, geschriften geschreven, om het geloof, dat wat Mohamed was ingegeven door Allah, betekenis te geven. Wat betekende dat nu binnen de wereld? hoe moest je je gedragen naar God toe? Wat betekende het voor overervingsrecht, trouwrecht? En ook, wie had nu het recht dingen af te dwingen, de kalief of de geestelijke?

Een beknopte geschiedenis van zeven moorden - Marlon James

Nou, beknopt is deze geschiedenis zeker niet, want het is een + 10 centimeter boek. Typisch het geval van iemand die heel veel woorden gebruikt. Zoho! En alle personages gebruiken ook heel veel woorden. Maar het boek geeft een goede inkijk in de turbulente periode van Jamaica in de jaren zeventig en tachtig, en de periode van de koude oorlog.

woensdag 4 november 2015

A little Life - Hanya Yanagihara


Ik heb vier weken in dit boek vertoefd. Iedere dag zo'n twintig bladzijden, meer kon ik niet. Uiteindelijk vond ik vooral het begin van dit boek, over de vier vrienden die hun leven zoeken in NYC als ze begin twintiger zijn, het allermooist. Ik wist niet dat je zo over volwassen worden kon schrijven. Het verhaal van Jude, zijn manier van omgaan met de wereld, zijn constante vrees, zijn stelligheid dat hij niet genoeg is voor iedereen en constant iedereen excuses moet maken, zijn zelfhaat, zijn beeld dat hij eigenlijk ondanks wat iedereen tegen hem zegt, niet thuis mag horen in de maatschappij, dat iemand zegt dat hij aardig is maar dat dat ieder moment zou kunnen veranderen, zijn een heel erg iiwi, alsof iemand over mijn gevoel heeft geschreven. Dat is ook wel eng.Het boek is erg mooi geschreven, heel rustig, zonder pieken, ondanks dat wat Jude meemaakt erg uitdaagt tot het schrijven in uitroeptekens. De vraag die voortdurend opkomt is waarom ik dit boek met zoveel zelfhaat lees, en waarom Yanagihara het heeft geschreven. Zij moet jaren met Jude in haar hoofd hebben gelopen tijdens het schrijven en hoewel Jude aardig is, is dat ook een vorm van zelfcastijding misschien.
Door de schrijfstijl is er een soort afstand tussen de lezer en Jude, en dat is misschien maar goed ook. Maar ondanks dat is er geen moment van opluchting in het boek, geen moment van genezing of absolutie, zelfs de interventie aan het eind biedt geen soelaas. Een klein leven...
In zekere zin is dit een gay novel, maar een nieuwere soort gay novel, een moderne homo roman. De klassieke thema's in de homoroman, discriminatie, AIDS, komen hier niet voor. Dit is een roman over relaties, vriendschap.

De wandeling - Robert Walser

Erg leuk, heel erg Biesheuvel.

maandag 28 september 2015

Ik geef je de zon - jandy Nelson


Het einde van de wereld begint met regen.



 Ik geef je de zon is een alleraardigst jeugdboek, met ronde karakters en mooi geschreven. Het is niet simpel zoals zoveel jeugdboeken zijn, alsof jongeren geen mooie taal kunnen lezen, maar uitdagend geschreven. Het neemt zijn lezers serieus. De thematiek, rouwverwerking, scheiding, homoseksualiteit, jaloersheid, sexualiteit, is vol, maar voelt nooit volgepropt. Het eind is misschien iets te simpel, misschien omdat ik zelf er niet zo in geloof dat alles allemaal goed komt, net zo als ik ook niet zo geloof in Engelse jongens met leren jassen en tatoo's, maar dat vergeef je snel.

dinsdag 15 september 2015

Boy, Snow, Bird - helen Oyeyemi

Volgens de blurb is het een hervertelling van Sneeuwwitje, maar daar merk je niets van, met een lief sprookje heeft dit weinig te maken.
Het gaat over identiteit, over man en vrouw zijn, in de spiegel kijken, wat het betekent om black of blank te zijn. Helen Oyeyemi verandert voortdurend van gezichtspunt, waardoor je bij het lezen ook steeds bij jezelf te rade gaat en je eigen vooronderstellingen onder de loep moet nemen. Het is een roman die je naar jezelf laat kijken. Aan het eind van het verhaal zit nog een lesbisch en misschien transgender verhaallijntje.
Daarnaast verweeft Oyeyemi, net als in haar eerdere boeken, de klassieke Westerse culturele verhalen met Afrikaanse en Afro-Amerikaanse legendes.
Het verhaal: Een jonge vrouw, Boy Novak, vlucht op haar 21ste van haar vader in New York naar een onbeduidende kleine stad in Massachusetts. Het is dan ergens in de jaren vijftig. Ze is daar opzoek naar zichzelf en naar werk, wat ze uiteindelijk vind in een boekwinkel. Ze trouwt met Arturo, een edelsmid, die zijn vrouw verloren is, en een dochter heeft Snow, een prachtig blank kind, Snow. Als haar eigen kind geboren wordt, Bird, blijkt dat Bird niet blank is, maar donker, en de familie van Arturo Afro-Amerikanen zijn die zich vanwege hun hele lichte huid voordoen als blank. De geboorte van Bird is de steen in de vijver waardoor iedereen zichzelf opnieuw moet identificeren. Wat betekent het gezicht in de spiegel dat ik zie, wat is uiterlijk, ijdelheid, jaloersheid? Waar pas ik, wat ben ik?

Ik weet overigens niet wat ik van het einde moet denken...

dinsdag 25 augustus 2015

De fietsrepubliek - Pete Jordan

Ik ben naar een lezing van Pete Jordan geweest ihkv de tourstart in Utrecht, en heb daar dit boek gekocht. Ik heb dit boek als ontbijtboek gelezen. Er is blijkbaar een Amerikaan voor nodig om onze fietsgeschiedenis te beschrijven. Door zijn beschrijving van de geschiedenis van het fietsen in Nederland, en zijn beschrijving van zijn eigen verhuizing naar Amsterdam, wordt wat voor ons zo normaal is weer iets uitzonderlijks. Ik heb het vaak met een glimlach gelezen. Ik kijk nu toch weer anders naar al die fietsers door de stad. 'Met een gevoel van trots' zegt de Volkskrant in haar review, en dat gevoel klopt wel.
Onze fietsmanie is begonnen in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Zelfs toen al werd er in ingezonden brieven in de krant geschreven over hoe weinig fietsers zich aan de regels hielden, en hoe iedereen maar wat deed. Hetzelfde wat je nu nog hoort. Pete Jordan beschrijft de fietsersgeschiedenis in de bezettingsjaren als een soort sluimerende passieve verzetsactie tegen de bezetters. In de jaren zestig en zeventig werd de fiets een anarchistisch verzetssymbool tegen de macht, met de Provo's en het witte fietsenplan. Een plan dat, ironisch genoeg misschien, juist buiten Nederland overal uiteindelijk wel body heeft gevonden. In de meeste steden buiten ons land zijn er allemaal huurfietsen die je kunt meenemen en op andere plekken in de stad weer terug kunt zetten. Daar komen wij dan aan met onze 'OV-fiets', die je maar op één plek terug kunt zetten. In de jaren negentig en later werd de fiets weer het vervoermiddel voor iedereen, waar ook in de stadsplanning aandacht aan werd gegeven. Als bestuurders nog proberen om plannen te bedenken zonder fietsmogelijkheden, zoals bij de verbouwing van het Rijksmuseum, lukt dat niet meer.
Tijdens de lezingen waren er naderhand een aantal ronde tafels gesprekken waar mijn wenkbrauwen toch gingen fronsen. Want fietsen mag dan wel politiek vaste grond hebben gekregen, ik vraag me toch af of we niet hebben verloren. Want ik hoorde van fietsers eigenlijk niets anders dan dat de opgelegde regels moeten verdwijnen, want als er geen verkeerslichten en zo meer zijn moeten we weer opletten en gaat, blijkbaar een mirakel, alles weer goed. En van automobilisten dat de regel dat fietsers, als verkeersdeelnemer zonder bescherming, in principe geen schuld hebben bij een ongeluk van tafel moet, want als fietsers weer schuld krijgen van ongelukken passen ze beter op. In beide opties zie ik niet zoveel, maar dat is de jaren 2000 consensus blijkbaar.

zondag 16 augustus 2015

Asta's ogen - Eveline Stoel

Dat was een interessant boek, vooral de delen over de Japanse bezetting en de Bersiap gezien uit Indo ogen. De geschiedenis van Indonesië is erg verbrokkeld natuurlijk, omdat er voor de Bersiap eigenlijk alleen een geschreven Nederlandse geschiedenis is. De geschiedenis na 1945 is weer erg gekleurd in te positief Indonesisch perspectief. Neem de moorden op vermeende communistische strijders tijdens de machtsovername door Soeharto, waar in deze roman één zin aan besteed wordt, die in de documentaire The act of killing pas vorig jaar echt uit de doeken is gedaan.
Wat ik weet over de Japanse bezetting vanuit geschiedenislessen op school was dan ook erg gericht op Nederlanders daar, in Jappenkampen en de politionele acties. Daarvan werd overigens in zekere zin wel een gemengd beeld gegeven, het was de tijd dat we net onder ogen mochten zien dat onze aanwezigheid in de archipel na 1945 een oorlog was. De stukken in Nederland ken ik allemaal wel van de tv, het ei naar Lubbers, de Molukse acties, Wieteke van Dort; allemaal stukjes nieuws. Maar onderdeel van mijn eigen geschiedenis is het eigenlijk toch ook weer niet. Ik besef pas dat ik die dingen heb meegemaakt als ik ze hier weer eens lees.
Eveline Stoel heeft zichzelf uit het verhaal geschreven, hoewel ze er natuurlijk wel in zit. Dit moet na de 83 verjaardag van Asta zijn geweest, omdat Eveline Stoel in het begin refereert aan een levensverhaal van vijf bladzijden dat Asta heeft geschreven. Dat is echter ook de tijd dat Asta naar het bejaarden - en later verpleeghuis ging en haar geheugen achteruit ging. Asta is 86 geworden, dus ze moet haar hele verhaal in dat ene jaar verteld hebben toen ze dat nog kon. Misschien is er daarom ook wel een soort literaire vertelvorm gekozen voor dit verhaal, dat tussen non fictie en roman in zit.
Vanuit integratieperspectief is het verhaal van Asta's familie interessant om te zien of volledig afzien van je geschiedenis en eigen cultuur de manier is om te integreren. In zekere zin is de integratie in Nederland gelukt; de kinderen hebben werk, zijn getrouwd, zijn onderdeel van de Nederlandse maatschappij. Maar ze blijven er ook tussenin staan, zoals ze er altijd tussen in hebben gestaan. Geen Indonesiërs, maar ook geen Nederlanders in Indië, geen Nederlanders maar ook geen Aziaten tijdens de Japanse bezetting, geen Indonesiërs tijdens de Bersiap en geen Nederlanders in Nederland. Toen Buddy uiteindelijk terug ging naar Indonesië werd hij ook daar niet gezien als Indonesiër, maar als toerist.
Waar ik een hekel aan heb in boeken is zo'n 'verklarende woordenlijst', die eigenlijk alleen gebruikt wordt om een soort couleur locale sausje te geven aan het verhaal. Ook hier weer. En volstrekt onnodig; kom op, bapao, boemboe bali, tempé, sawa, dat zijn geen woorden die verklaard hoeven worden.

zondag 2 augustus 2015

Dark places - Gillian Flynn

Dit boek heet met recht literaire thriller. Libby Day is de enige overlevende van een brute moordpartij ergens op het platteland van de VS. Het andere Amerika, het midden-midden, waar de mais kilometers lang in de velden groeit van boerengezinnen die hun hoofd niet meer boven water kunnen houden. Het Amerika, dat je nooit ziet omdat Charlize Theron de hoofdrol speelt.
Het thrillerelement van deze roman is de zoektocht naar wat er nu eigenlijk is gebeurd die nacht waarop het gezin is vermoord. Libby, toen zeven jaar, heeft verklaard dat ze haar broer het gezin heeft zien vermoorden. Die is er voor veroordeeld. Ze heeft al die jaren geprobeerd de zaak te verdringen, leeft van het geld dat ze van mensen gedoneerd krijgt als zielig slachtoffertje van een brute moord, en een boekdeal van een aantal jaren geleden. Steeds vaker komt bij haar naar boven dat ze haar broer niet heeft gezien, ze had zich verstopt en heeft mannenstemmen gehoord. Als ze bij een groep complotdenkers een lezinkje geeft bieden die haar geld om met andere betrokkenen te praten. Want haar broer kan de moord niet gepleegd hebben. Toch? 
De roman heeft afwisselend hoofdstukken in het heden, vanuit het gezichtspunt van Libby, en van de dag van de moord zelf, vanuit het gezichtspunt van haar moeder en haar broer. Karakters in dit boek lopen allemaal over het slappe koord tussen goed en kwaad. Het zijn geen mensen waar je verliefd op wordt, maar daardoor zijn ze levend, vol contrasten. Flynn schrijft prachtige zinnen. De roman is schitterend opgebouwd, tot het einde blijft de rol van iedereen onduidelijk. Het eind, waarin de roman even een thriller wordt, vond ik nog het minst pakkend. Dat thrillerelement was ook helemaal niet nodig.

vrijdag 24 juli 2015

Smoske, de neushoorn die er geen zin had - Michiel Kamphuis

Een typisch glimlachboek, waar ik soms hardop om heb gegrinnikt. Blij dat ik nu eindelijk weet wat er met Zinedine Zidane is gebeurd in de fameuze finale.

maandag 20 juli 2015

Nooit meer slapen - WF Hermans

Ik besef plotseling dat ik in een voortdurende vrees leef te moeten bestaan in een maatschappij waar iedereen iedereen voor de gek houdt.

Dit boek heb ik als bookcrossboek in de OBCZ gekregen van anonymus donator. Mijn reis naar Noord Noorwegen was natuurlijk de gelegenheid om dit boek eindelijk te lezen en daar ben ik niet rouwig om; wat een leuk boek!
Er zitten allerlei elementen in die ik tijdens mijn Noorwegen reis ook ontdekte; het verende van de mossige ondergrond bijvoorbeeld, of de enorme hoeveelheid poeltjes en meertjes. De muggen waren er niet, misschien heeft Alfred Isendorf ze allemaal met zijn spuitbus gedood. :)
Alfred leven hangt van toevallige nutteloosheid aan elkaar, zijn reis is aan alle kanten mislukt. Hij ploetert en raakt steeds verder van koers, alle ongeluk lijkt hij aan te trekken. De manier waarop hij probeert te begrijpen wat er gebeurt en steeds andere dingen bedenkt, steeds negatiever, tot iedereen tegen hem is, herken ik helaas wel.

gelezen in mijn vakantie aan de Lofoten


maandag 22 juni 2015

De stad aan de rand van de hemel - Elif Shafak

De stad aan de rand van de hemel is natuurlijk Istanbul, in de tijd van de Otomanen, omstreeks 1600. Waar ik vond dat de moslimcultuur van die tijd in De geograaf van de paus van Amin Maalouf, ook een historische roman, die iets eerder speelt, omstreeks 1550, prachtig en werkelijk geportretteerd werd, doet Istanbul in De stad aan de rand van de hemel aan als een sprookje uit Duizend en een nacht. Heel veel hoofdstukken beginnen ook als een sprookje: 'Op een dag ging Jahan...' etcetera. Dat sommige figuren uit de roman, Sinan de architect bijvoorbeeld, gebaseerd zijn op ware personen, en ook de prinses Mihrimah waar heeft bestaan, en hun leven binnen de grenzen van historische fictie wordt verteld, heb ik in de roman nooit gevoeld.
Ik dacht eerst dat het aan de vertaling zou kunnen liggen, maar de vertalers hebben ook ander werk van Elif Shaf vertaald wat wel heel interessant is, en mooi geschreven. Misschien is het dat dit boek in het Engels is geschreven, toch Shafaks tweede taal. Op zich is het heel nobel en interessant om een hele roman te schrijven in een taal die niet je geboortetaal is, maar misschien doet de taal stylistisch daarom eenvoudig aan. Zelf zegt Shafak in een Interview dat schrijven in het Engels haar dichter bij Istanbul brengt dan schrijven in het Turks. Ik ben het hier niet mee eens.
En misschien is het gewoon ik; de roman krijgt hele goede reviews in the Guardian en the NY Times en is longlisted voor een history novel prijs. Voor mij was en bleef het echter een romantisch sprookje, helaas.

donderdag 4 juni 2015

Petropolis - Anya Ulinich

Dit boek staat al heel lang op mijn boekenplank. Ik heb het gepakt omdat ik ziek werd en iets wilde hebben dat lekker las en niet te ingewikkeld geschreven was, zodat ik het ook kon lezen met mijn hoofd vol mucus. Daar was dit boek erg geschikt voor. Het las inderdaad lekker weg en was niet te moeilijk. Het is precies wat je van een imigrantenboek verwacht. Pas helemaal aan het einde, als Sasjas moeder zich in haar bibliotheek opsluit om daar te sterven, wordt het boek iets anders, literairder. Daar wordt dit opgroei en imigrantenverhaal een roman.

The Twyborn affair - Patrick White

Ik heb dit boek vorig jaar gekocht in Readings in Melbourne, de favoriete boekwinkel van mijn B&B hostes. Het verhaal is in drie delen. Ik heb het eerste deel gelezen en vond de tounge in cheeck humor van de lesbische Australische dame in Frankrijk wel grappig, maar de in zichzelfgekeerde zoektocht van de biseksuele trangender hoofdpersoon heel erg naar. In het tweede deel gaat de hoofdpersoon na de eerste Wereldoorlog terug naar zijn ouders in Australië. Een heel deel over vaderissues, dat werd me wat te veel. Bovendien werd ik ziek, en wilde ik luchtiger leeswerk, dus heb ik het na een deel weggelegd.

zondag 24 mei 2015

Stralende dagen - Michael Cunningham

 Geheel per ongeluk had ik zowel het orgineel als de vertaling in mijn boekenkast staan. Laten we wel zijn, als je de twee boeken ziet, heb je toch geen idee dat dat hetzelfde boek is? Ik heb uiteindelijk de vertaling gelezen, omdat die al heel lang in mijn kast staat, en ik die al heel lang graag wilde lezen.
Stralende dagen zijn eigenlijk drie losstaande verhalen, die op een paar punten met elkaar verbonden worden. Zo heten de hoofdpersonen in alle verhalen hetzelfde, spelen ze alleen in New York en zijn er een paar spullen die in alle verhalen een kleine rol spelen, zoals een witte porseleinen kom. De drie verhalen zijn opgehangen aan het gedicht Leaves of grass van Walt Whitman, zoals zijn eerde boek De uren is opgehangen aan Mrs Dalloway.


De drie verhalen zijn post 11 september verhalen, waarbij ze nu net niet gaan over
11 september. Toch krijg je bij alle drie verhalen het gevoel dat het over de wereldna de aanslagen van 11 september gaat. De verhalen gaan over Wat het is Amerikaan te zijn, Wat het is mens te zijn. Dat zijn juist de vragen die door de aanslag op het World Trade Center opgeworpen zijn. Wat betekent het Amerikaan te zijn? Wat zijn de huidige steden, wat is de frontier, wat betekent de vrijheid om de frontier op te zoeken? Wat betekent de dood, wat is leven? Ook Walt Whitman gaat daar over, en in die zin klopt het wel om het gedicht in het verhaal te verwerken.
Alle drie de verhalen gaan over zoeken naar jezelf, het kwijtraken van jezelf, het kwijtraken van je geloof in mensen, zoals iedereen wat is kwijtgeraakt door de aanslagen van 11 september.
Het eerste verhaal is het mooist literair verbeeld, het is een 19e eeuws spookverhaal spookverhaal. Het tweede verhaal is een soort Homeland in het huidige tijdsgewricht en het laatste deel is een literair SF verhaal over Amerika in de toekomst.
Ik vond het eerste verhaal geweldig, de twee andere verhalen vond ik qua schrijfstijl wat minder interessant, maar gaan wel ergens over. Het idee dat in het laatste verhaal geopperd wordt, en in het hele gedicht van Walt Whitman mee doorspekt is dat we allen een zijn in de dood, We worden geresorbeerd in het heelal, gaan op in het mechanisme van het universum vind ik erg mooi, en had ik nog nooit zo verwoord gezien.
In reviews die ik na het lezen van het boek heb ingezien merk ik hoe er nog tegen SF aangekeken wordt in de literaire wereld. Steeds meer schrijvers gaan zich er aan wagen omdat het heel interessant is, maar recensisten zien het toch nog als een pulpgenre, waarin je eigenlijk niet mag schrijven, zeker niet als lieraire schrijver. Ik heb jarenlang SF gelezen, en voor mij voelt het dus absoluut niet zo, het is voor mij een herinneringstocht.
Tenslotte dan nog het stuk uit Leaves of Grass wat ik erg mooi vond:

The beards of the young men glisten'd with wet, it ran from teir long hair,
Little streams pass'd all over their bodies.
An unseen hand also pass'd over their bodies,
It descended trembingly from their temples and ribs

dinsdag 12 mei 2015

De illegale werker - Anne de Vries

Een vriendin heeft dit boekje gekregen op school voor geschiedenis en gaf het aan mij om te crossen. Ik heb het nu eerst zelf gelezen, tijdens deze 4 en 5 mei periode. Het aardige ervan vind ik dat het geschreven is toen de oorlog net afgelopen was. Geschiedenisboeken van nu zijn op afstand, reflecterend, omdat wij, de lezers, en ook de onderzoekers, de schrijvers, inmiddels op afstand zijn. Toen dit boekje werd geschreven kon je de Tweede Wereldoorlog amper geschiedenis noemen.
Het boekje doet aan als een lezing voor verzetstrijders, een soort terugblik om een jaarlijkse bijeenkomst. Het is dan ook eerder verschenen in het gedenkboek van de illegaliteit uit 1952. Veel verhalen van verzetsstrijders uit eerste hand, verteld aan mensen die het weten, die bij alle beschrijvingen herinneringen ophalen.
Je moet je wel door wat Huizinga-achtige propere-Nederlander-zinnen heenwerken in het begin. Ik vind ook dat Anne de Vries het geloof teveel als kenmerkend beschouwd voor de illegaliteit. Daarmee doet hij onrecht aan al die mensen, communisten, havenarbeiders, die zich verzetten zonder geloof.
Het boek laat goed zien dat de (weinige) verzetslieden in Nederland uit alle geledingen van de maatschappij kwamen.
En toen zag men gebeuren dat meerdere mensen die voorop hadden gestaan toen er nog geen gevaar dreigde, zich terugtrokken [...] Dat anderen, die zich om den brode niet konden terugtrekken, bv ambtenaren, tot een compromis en telkens vernederender compromis bereid waren. Hun plaatsen werden langzamerhand ingenomen door anderen, en het is opvallend dat onder de laatsten zoveel kleine, bescheiden, onopvallende mensen waren, mannen die tot nu toe in de achterste gelederen hadden gestaan en die nu een moed en een onverzettelijkheid aan de dag legden, waarvan zij zich zelf nimmer bewust waren geweest.
Mannen. Tijdens het lezen was er een soort korte nieuwsdiscussie over vrouwen in het verzet, en dat daar meer aandacht voor moest zijn. Dit boekje heeft een heel hoofdstuk over vrouwen in het verzet. Anne de Vries begint met de opmerking dat Het verzet mannen en vrouwen waren, in dezelfde moed, vindingrijkheid en initiatief. Zowel mannen als vrouwen in het Verzet hebben alles op het spel gezet, in alle geledingen van het Verzet, zowel ondersteunend als leidinggevend. Er staan weining foto's in het boek, maar op twee ervan staat een vrouwelijke districtsleider. Toch gaan alle voorbeelden die Anne de Vries noemt over vrouwen in het Verzet om ondersteunende functies, vooral koerieren. Geen enkele over de leidinggevende vrouwen. Toch jammer.
Aan het eind komt weer even een Huizinga zin, over het vaandel onbesmet tot in de overwinning gedragen. Nergens wordt echter vermeldt dat het Verzet de bevrijders geholpen heeft in hun strijd.

vrijdag 8 mei 2015

Bloedrechters - Petros Markaris

Bloedrechters zijn de terroristen die een boot kapen en de groep die willekeurige reclamemakers liquideren. Maar ook de agenten en beulen van de Griekse dictatuur, die pas, dat vergeten wij snel, in de jaren zeventig is gestopt.

maandag 27 april 2015

De vegetariër - Han Kang

Het gevoel overviel haar dat ze nooit echt in deze wereld had geleefd. Het was een feit. Ze had nooit geleefd. Zelfs als kind had ze, zover terug als ze zich kon herinneren, alleen maar alles verdragen. Ze had geloofd in haar eigen, aangeboren goedheid, haar menselijkheid, en ernaar geleefd zonder anderen te benadelen. Haar toewijding om alles op de juiste manier te doen was nooit verflauwd, haar hele welslagen was ervan afhankelijk, en zo zou ze eindeloos doorgegaan zijn.

De openingszin van dit boek is zoals ik ze zelf graag schrijf: Voordat mijn vrouw vegetariër werd, had ik haar in allke opzichten altijd volstrekt oninteressant gevonden. Yeong-hye is de vrouw die oninteressant werd gevonden en vegetariër werd. Daarmee zet ze zichzelf buiten de maatschappij, en wordt ze zichzelf, onvoorwaardelijk, puur. Haar verhaal lees je door de ogen van drie andere personen, die ook op zoek zijn naar zichzelf, maar niet de onvoorwaardelijkheid aan de dag willen leggen als Yeong-Hey. Vanaf het moment dat Yeong-hye vegetariër wordt desintegreerd haar familie. Haar besluit is zo ontregelend voor haar man, die zich het liefst aan alle conventies houdt, en Korea heeft er veel!, dat het hem niet lukt met haar samen te wonen. Hij schakelt haar familie in om Yeong-Hye tot rede te brengen; immers, je familie wil je niet tot schande brengen. De scene die volgt is verbijsterend.
De man van haar zus, videokunstenaar, wil op zijn eigen manier uit de conventies stappen en raakt geobsedeerd door zijn schoonzus, met wie hij een obsessieve, erotisch geladen video wil maken. Dit deel heeft prachtige beelden en vooral kleuren.
In het derde deel is Yeon-Hye's zus In-hye aan het woord, die het gevoel heeft nooit echt te hebben geleefd. Iedereen lijkt in deze roman alleen maar te kunnen leven in hun dromen. Buiten de dromen zijn de conventies en verwachtingen van de (Koreaanse) maatschappij zo drukkend, dat je er niet aan kunt ontsnappen. De verhouding tussen systeem en individu, conventie en passie, verwachtingspatronen en dromen zijn bij Han Kang belkemmend scherp. Het gaat eigenlijk om het vinden van je vrijeheid, maar een andere vrijheid dan wij allen kunnen bevatten. vrijheid leidt tot onsporing. Yeong-hye gelooft uiteindelijk dat zij helemaal geen eten meer nodig heeft, alleen nog water, omdat ze in wezen een boom is. Dat derde deel is prachtig.
De vegetariër is sensueel, uitdagend, vernederend, met verontrustende vragen. Een verhaal waar je je voortdurend tegen schrap wilt zetten.

donderdag 23 april 2015

De geograaf van de paus - Amin Maalouf

Dit vond ik een geweldig boek! Vooral de berschrijvingen van Fez en Granada vond ik geweldig. Het beste boek van dit jaar.

woensdag 15 april 2015

Dear white people - Justin Simien

Ik heb dit boek en twee tickets naar de film Dear white people gewonnen bij VPRO cinema. De film vond ik niet eens zozeer gaan over post racial America, maar meer over de zwarte cultuur en al haar subculturen en hoe zij omgaat met de overwegend blanke universiteitscultuur in de VS.Een film die ik overigens zag in een bioscoop met tien anderen volkomen blanke mensen. Waar was iedereen?! We zijn nu toch wel klaar met de volgende Keenan Yvory Wayans film hoop ik? (Ik weet het, dit is een generalisering)

Dit boekje is voor mij een dubbele cultuurshock, want behalve de black culture is het ook nog eens een boek over overwegend jongerencultuur, met zijn twitter, snapshat en intagram en Amerikaanse SBS6 tv shows die ik niet of slechts van naam ken. Om nog maar te zwijgen over Kayne West en twerking;  met beide heb ik helemaal niets. En de meeste rappers vind ik overdreven macho's met een enge fascinatie voor alles wat schittert en slechte rijm.
In essentie is dit boekje de Zwarte Piet discussie in de VS. Zwarte Piet is natuurlijk in essentie een blackface, en ik snap dat men daar in het buitenland al helemaal anders tegenaan kijkt dan hier. Misschien dat het diagram Should I wear a blackface nog verdieping kan brengen in deze volledig doorgeschoten discussie.

Hoe grappig dit boekje ook is op sommige momenten, ik voel toch ook een enorme treurigheid in hoe weinig we elkaar durven vertrouwen.

Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers - Rutger Bregman, Jesse Frederik

Dit boekje van de maand van de filosofie van 2015 bevat eigenlijk 5 essays, die een beetje aan elkaar verbonden worden aan het eind. Deel een gaat over hoe we de economie, die ooit een moraalfilosofie was, hebben veranderd in een systeem van formules. Deel 2 is een essay over hoe de moraal uit de politiek, en meer uit liberalisme, verdween. Waar er in de begintijd van het liberalisme een duidelijk standpunt was over hoe je inkomen verdiend was, en duidelijk was dat onverdiend inkomen moest worden tegengegaan, is mede door de formulisering van de economie de huidige liberale stelling dat het inkomen dat verdiend wordt gerechtvaardigd is, omdat dat nu eenmaal is wat de markt aangeeft.
Deel 3 gaat om de stelling van Keynes dat we in 2030 15 uur zouden werken per week. Integenstelling daartoe zijn we echter steeds harder gaan werken. Volgens het boek klopt de standaard verklaring dat we meer zijn gaan werken om meer spullen te kunnen kopen niet. 'Onze consumptieverslaving wordt grotendeels door Aziatische loonslaven en robots bevredigd.' Er is hierdoor ruimte ontstaan voor onzinbanen, waarin de meesten van ons zichzelf 30 tot 40 uur per week bevinden, communicatiemedewerker, marketingdeskundige, dat soort dingen.
In dit hoofdstuk staat ook het mooie verhaal van de bankenstaking in Ierland in 1970. Het bleek snel dat de staking hoegenamd geen invloed had op de maatschappij. De Ieren gingen een eigen bankensysteem bouwen, met de kroeg als middelpunt. Ze bleven gwoon cheques aan elkaar uitschrijven, en met die cheques konden ze weer dingen kopen. Alleen konden die cheques niet meer ingewisseld worden bij de bank, maa dat bleek ook helemaal niet nodig. Mind you, dit is bija 50 jaar geleden. Nu zouden we er niet meer mee wegkomen denk ik, de bank is als institutt te verankerd in ons dagelijkse doen. Neem alleen al pinnen.
Deel 4 gaat om dat dubbeltjes bijna nooit kwartjes worden. Onze sociale, klasse, mobiliteit is in wezen niet groter geworden sinds de middeleeuwen!Geen verheffing of emancipatie, maar stilstand. De stelling uit The son also rises van Gregory Clark is dat je sociale status genetisch, erfelijk is. Voor een familie aan de top duurt het tien tot 15 generaties voor hun status weer gemiddeld is. Dat is meer dan 1000 jaar!
Zelf denk ik niet zozeer dat het genetisch of erfelijk is, het is omgekeerd. Onze maatschappij is gebouwd op en door die rijke families van 1000 jaar geleden. Logischerwijs sijpeld het voordeel dat zij hadden nog steeds door. Onze economie is na 1800 verherbouwd tot een survival of the fittest maatschappij. Daardoor lijkt het dat sociale status genetisch of erfelijk is, maar is dit volgens mij in wezen een onderliggende structuur in de economische maatschappij die we hebben opgebouwd.
Deel 5 tenslotte gaat om ongelijkheid in de 21ste eeuw. Sinds de jaren 80- groeit overal de ongelijkheid, ook in Nederland. We moeten, is de coclusie van het boek, de economie weer meer beschouwen als een moraalfisolofie en moralistische vragen stellen: Wanneer hebben we recht op eigendom? Welke mate van ongelijkheid valt te rechtvaardigen?En welke rijkdom is echt verdiend?

donderdag 2 april 2015

De jongen die nooit heeft bestaan - Sjón

Wat weten wij eigenlijk van de geschiedenis van IJsland, behalve dat Erik de rode er een tussenstop had voor hij via Groenland naar Amerika voer? Niet veel. Dat de Spaanse griep er groots heeft huisgehouden wist ik bijvoorbeeld niet. Ook de zelfstandigheid van IJsland van Denemarken, een dag die in dit boek voorkomt, lees je niet in geschiedenisboeken van Europa.
De jongen die nooit heeft bestaan verbind verschillende historische thema's met elkaar, de vroege stille film, de uitbraak van Spaanse griep in IJsland en het einde van de Eerste Wereldoorlog, homoseksualiteit in zo'n kleine gemeenschap. De jongen in kwestie, Manni, leeft aan de rand van de maatschappij, observeert Reykjavik zonder er zelf deel van uit te maken, als wees, tot de Spaanse griep toeslaat en hij in de maatschappij komt te staan. Het boek krijgt dan ook meer glans, meer leven, dat vind ik knap gedaan. Aan het eind komt nog een historisch perspecief, het ontstaan van kunstenaarsgroepen in het interbellum.
In het begin vond ik de vervreemding wat moeilijk plaatsbaar in een historische roman, maar naarmate de roman vorderde, werd het steeds logischer. Door de Spaanse griep komen de werld van Manni en de echte wereld dichter bij elkaar.

zondag 29 maart 2015

Europe; A history - Norman Davies

Het volgende hoofdstuk uit dit boek gelezen, over de vernietiging van Europa, de 1e en 2e Wereldoorlog. Dit is het meest schokkende deel van de geschiedenis van Europa, en dan heb je de revolutie van Frankrijk al gehad. Het goede van dit geschiedenisboek is dat je ook in de tekst voelt dat dit de schokkende geschiedenis is van Europa. Misschien omdat het dichterbij is, en je daardoor meer voelt van deze oorlogen dan van laten we zeggen een oorlog uit de Middeleeuwen, maar toch, juist deze periode van de geschiedenis is doordrenkt met het bloed van onschuldigen en de teloorgang van enig moreel kompas. Dat de wereld nooit meer hetzelfde zal zijn.

De jidische politiebond - Michael Chabon

Wat een leuk verhaal met een hele andere wereld, waarin de 2e Wereldoorlog net anders is verlopen.

zaterdag 14 maart 2015

Spillover - David Quammen

Dit non-fictie boek gaat over zoonosis, het overgaan van ziektes van dier naar mens. Achtereenvolgens komen aan bod: Hendra, Ebola, Malaria (dat lang niet als zoonose werd gezien), Sars, diverse bacteriele infecties, zoals Q-koorts en de ziekte van Lyme, Nipah en uiteindelijk de gelukte zoonose HIV. Het boek eindigt met een stukje over infuenza, ook een zoönose en misschien wel de meest bedreigende.
De kritiek op dit boek dat het vooral over David Quammen gaat http://www.wsj.com/articles/SB10000872396390443686004577637970106904672, deel ik niet. Natuurlijk gaat het over David Quammen, hij is de verteller en inderdaad, hij is langs alle plekken gegaan om interviews af te nemen en hij heeft vleermuizen vastgehouden en over de Congo rivier gevaren, en zeker, dat maakt hem voor mij interessant. Maar nergens in het boek wordt vergeten om wie het echt gaat; de mensen die hij interviewt, vooral de onderzoekers die jarenlang veldonderzoek doen op de meest onherbergzame plaatsen om achter de oorzaken van ziekten te komen. Dat zijn er overigens maar weinig, bij HIV kom je bijvoorbeeld voortdurend dezelfde namen tegen, Hahn en Peeters, en verscheidene anderen komen bij verschillende infectieonderzoeken terug.
Misschien is het positieve van dit boek nog wel dat hoewel het erop lijkt dat zoönoses steeds vaker voorkomen, gelukte zoönoses heel beperkt zijn. Er is de influenza van 1918 en de HIV-infectie van de jaren 80. Bij beide kun je er niet omheen hoeveel toevalligheden het virus is tegengekomen om zich in mensen te kunnen handhaven. Had de influenza van 1918 zo'n grote inpact kunnen hebben zonder de Eerste Wereldoorlog? Je bent geneigt de vraag met nee te beantwoorden. HIV kwam in een voedingsbodem terecht, toen het in de jaren 40 van de vorige eeuw in Kinshasa (Leopoldville) aankwam. Net was de injectiespuit uitgevonden, en er was in die tijd een soort hype om ziekten met injecties, welke dan ook (er is bijvoorbeeld sprake van melkinjecties) te bestrijden. Dat injectiespuiten moeten worden gesteriliseerd , daar was nog maar in beperkte kring notie van. Later, toen in de jaren 60 HIV in Haiti belandde, was er net begonnen met plasmaferese, en ook nog niet duidelijk dat je die machines bij minder goed gebruik als tegenwoordig virussen konden doorgeven van patient naar patient. Zonder die twee toevalligheden zou HIV waarschijnlijk, en dit is mijn idee, niet Quammens, niet zo'n grote pandemie zijn geworden, en wellicht gewoon zijn uitgedoofd, zoals tot nu toe alle Ebola-uitbraken hebben gedaan, zoals SARS en Hendra en Nipah. Waarbij we natuurlijk niet moeten vergeten dat al deze ziekten gewoon in hun dieren reservoir zitten tot een nieuwe spillover, waarbij de gevolgen door omstandigheden voor het virus veel gunstiger kunnen uitpakken.
Ik vond het echt een geweldig boek, net als Het lied van de Dodo dat ik eerder van hem heb gelezen, en vind dat iedereen die boek zou moeten lezen.

Hendra is een RNA virus, dat vanuit vleermuizen (vliegende honden) in Australië, via paarden in een aantal mensen is terechtgekomen, die dicht in contact met de paarden stonden. De paarden waren een zogenaamd reservoir, waarin de virussen zich in zulke aantallen kunnen vermeerderen dat ze ook voor mensen gevaarlijk zijn. Nipah is een broertje van Hendra, gevonden in vliegende honden in Maleisië, waar varkens reservoir zijn, en in Bangladesh, waar verspreiding ging via het sap van een palmboom dat zowel vleerhonden als mensen dronken.
Ebola is ook een RNA virus. Wat ik niet wist was dat er verschillende Ebola's zijn, vijf, die verschillend virulent zijn. Marburg is een broertje van Ebola. Veel is nog onbekend over Ebola. Men vermoed dat het ook een vleermuisvirus is, maar hoewel anitlichamen in vleermuizen zijn gevonden, is het virus zelf nog niet aangetoond.
Virussen vinden is notoir moeilijk, heb ik begrepen. Het moet of indirect, via antilichamen, of het op kweek zetten in de hoop dat je ze ziet door de schade die ze aanrichten, of via een electronenmicroscoop, waarmee je de virussen dan dood.
Malaria is geen virus, maar een protist. Een protist is een eencellige, zonder celkern. Het werd lange tijd niet gezien als zoönose. Het wordt verspreid via een vlieg, dat wel, maar er werd vanuit gegaan dat de protist die malaria in mensen veroorzaakt geen malaria in dieren veroorzaakt, en dierenmalaria niet door protisten die in mensen kunnen gedeiën. Dit blijkt niet waar, ook in de huidige tijd vind er overdracht van malaria plaats van makaken in Maleisië naar mensen.
De ontwikkeling van de protist van malaria heeft diverse stadia, en is hopeloos ingewikkeld. De protist die door de vlieg wordt overgebracht nestelt zich in de lever (of was het nou de nieren? Ik dacht toch echt de lever). In een volgend stadium, aseksueel, komt zij uit de lever en vermeerder zich in het bloed. In een derde stadium vermederen deze zich in de rode bloedcellen zelf, die opblazen tot ze barsten en een enorme hoeveel nieuwe malariaprotisten uitscheidt in het bloed. Dan is er een sexueel stadium waarbij ze zich scheiden in mannetjes en vrouwtjes. Deze worden door een nieuwe hongerige mug opgezogen, waarna ze zich in de mug samensmelten tot de protist die dan weer door de mug in een ander mens wordt achtergelaten voor een nieuwe ronde. Dit is althans mijn begrip ervan, dat vast vreselijk veel gaten van onkunde bevat.
SARS dan, is wel weer een virus, waar we met de uitbraak ontzettend veel geluk hebben gehad. Het komt voor in vleermuizen (again) en wordt via allerlei dieren op markten in China en Vietnam naar de mens overgebracht. Het is enorm besmettelijk, maar de patiënt wordt eerst ziek voor ze besmettelijk is. In tegenstelling tot bijvoorbeeld griep, waar de patiënt eerst besmettelijk is en dan pas ziek wordt. Dit was een gelukje, want mensen zijn veel voorzichtiger met mensen die al ziek zijn. Ditzelfde geldt min of meer ook voor bijvoorbeeld Ebola. De landen waar SARS uitbrak, Hong Kong, Singapore, zijn enorm schoon en hechten aan hevige maatregelen en boetes om het schoon te houden; neem de 300 dollar boeten voor het spugen van kauwgom. Juist maatregelen daar kwamen in een voedingsbodem waar mensen zich er aan hielden, omdat ze dat gewend waren. En de landen zelf waren wel gewend drastische maatregelen te nemen. Hoewel Quammen zelf een ander idee heeft, en de verkoop van wilde dieren in China nu niet meer op markten zelf, maar onder de toonbank plaatsvindt (net als de verkoop van chimpanseevlees in Congo), kreeg ik uit de beschrijvingen van Quammen wel het idee dat de markten na de SARS uitbraak door maatregelen in China zelf hygiënischer waren, en minder vatbaar voor een uitbraak.
Q-koorts, waardoor het boek een zijstapje neemt naar de uitbraak hier in Nederland, in Utrecht zelfs, uit ik meen 2007, en de ziekte van Lyme zijn bacteriën (bacteriën zijn eencelligen met een celkern). Maar wel speciale bacteriën, die niet reageren op antibiotica. Q-koortsbacteriën kunnen zich buiten het lichaam van de geit handhaven in het milieu, en zo via de wind verspreid worden, als een soort spore.
HIV, zie ook boven, is waarschijnlijk al begin 1900 overgesprongen van dier, de chimpansee, op mens, en via via verspreid langs de Congorivier tot het Leopoldville, Kinshaha dus, bereikte. er is ook en tweede HIV, dat is overgsprongen van apen naar mensen, en minder heftig dodelijk is, en zich verspreid heeft in Oostelijk Afrika.
Een stukje over influenza dat ik nog wil bewaren om later me te herinneren is dat de naamgeving van deze virussen, H5N1, H1N1, etc, te maken heeft met de twee eiwitten waarvan de buitenste schil is opgebouwd. Er zijn 19 vormen van H en 9 van N. Ook influenza is een RNA virus. Zoals menigeen wel weet verandert het griepvirus jaarlijks. Daarom moet je ieder jaar je laten vaccineren als je dat wilt. Dit komt omdat het RNA van het griepvirus bestaat uit 8 delen, die makkelijk loslaten en vervangen kunnen worden. Combineren van verschillend virusmateriaal is voor een griepvirus dus makkelijk.
Hoe komt het dat zoönoses steeds vaker voorkomen? We zijn natuurlijk met steeds meer mensen, 7 miljard inmiddels. Maar dat is niet het hele verhaal. We zijn de laatste jaren, zeker met de uitvinding van de PC en mobiele telefoon, steeds meer in ondoorgrondelijke oerwouden getrokken, op zoek naar delfstoffen. Hierdoor zijn spillovers logischer. De grootschalige landbouw zorgt voor steeds kleinere leefgebieden voor dieren, gebieden die ook steeds verder uit elkaar liggen. Vleermuizen bijvoorbeeld, zijn hierdoor naar stedelijk, menselijk, gebied getrokken, waar ze zich goed kunnen handhaven. Contact tussen dieren en mensen is juist daardoor dus steeds veelvuldiger geworden, is nu de theorie achter de recente uitbraken van vleermuiszoönoses. Grootschalige landbouw brengt nog een eigenschap met zich mee. Landbouw wordt steeds economischer en daardoor steeds eenvormiger, want economen houden niet van veranderingen die ze niet kunnen beheersen. Als een infectie eenmaal in een dier zich kan handhaven, vindt het nu duizenden dieren, opeengepakt om zich heen, die allemaal, economisch, dus hetzelfde, dezelfde vatbaarheid hebben voor de infectie. Een virushemel, zeg maar.

Een aantal mislukte leespogingen

donderdag 19 februari 2015

The guest cat - Takashi Hiraide

Een poes komt in het leven van een echtpaar en verrijkt hun huwelijk en verbond met elkaar. In kleine subtiele scenes van weinig woorden laat Hiraide zien hoe er weer leven in een huwelijk komt. Iedereen die een kat heeft of heeft gehad ziet de scenes van poezengedrag direkt voor zich, en ieder ander kan zich zo inleven in het gevoel dat een huisdier kan oproepen. Het is een troostrijk boek, maar ook een boek over vergankelijkheid en verandering en hoe dat ons raakt.
De ruimte in het boek is beperkt, een huizenblok in Tokyo, maar wordt in de eerste hoofdstukken heel mooi beschreven, totaal niet de miljoenstad die je bedenkt bij Tokyo, mar meer een plek met bomen en steegjes, waar zo ene tempel zou kunnen staan.
Het is een dun boekje, maar 140 pagina's, maar als je het uit hebt wil je het opnieuw lezen, iedere dag een hoofdstuk, als meditatie na de dag. Zo verrijkt the guest cat ok de lezer zijn leven.

zondag 15 februari 2015

The Bone Clocks - David Mitchell

The Bone Clocks lezen is net zoiets als haar kaft bekijken: eclectisch, veel, onoverzichtelijk en prachtig. Het bestaat, zoals veel van Mitchells boeken, uit meerdere verhalen met meerdere hoofdpersonen en verschillende tijden, die samen een soort verbinding hebben. In dit geval een verhaal in een verhaal in een verhaal. Er zijn de zeven losstaande verhalen, met daaronder het levensverhaal zo je wilt van Holly Sykes en haar familie, en daaronder een soort fantasyverhaal over de oorlog tussen Horology en een soort zieletende mensmonsters; Anchorites. Daarbij zitten er allerlei dwarsverbanden in met andere romans van David Mitchell, hoofdpersonen en plaatsen uit diverse, misschien zelfs alle, andere romans komen hier ook voor, in hoofd- en bijrollen. Mitchell heeft hier vast enorm plezier in gehad. Het voelt als  Glass onion, waarin Lennon allerlei verbanden verzint tussen beatlenummers, alleen om zijn critici lekker te kunnen uitlachen als die ze serieus nemen en gaan uitzoeken.
De hele roman is een ode aan verhalen vertellen, tot en met het introduceren van een romanchrijver als hoofdpersoon in een van de verhalen, een eikelige romanschrijver overigens, vol ijdelheid. De verhalen zijn ook allemaal prachtig geschreven. Dat begint in het eerste deel, een wandeling langs de Theems door een 16 jarig meisje dat van huis wegloopt. In het tweede verhaal is een soort sociopaat de hoofdpersoon in de jaren die uiteindelijk leiden naar de bankencrisis, er is een verhaal over Afghanistan. In het verhaal over de schijver reist deze van conventie naar conventie over de hele wereld zonder nog iets te schrijven en het laatste verhaal is een post-apocalyps, waarin duidelijk wordt hoe alles wat we nu normaal vinden, de mogelijkheid om overal te kunnen zijn, met de hele wereld contact te kunnen hebben, broos is en zomaar kan verdwijnen.
Het fantasyverhaal vind ik het minst geslaagd in de roman; het is toch teveel een simpel verhaal tussen goed en kwaad, zonder diepere laag. Ook als deze fantasylaag de andere verhalen instroomt vond ik het minder mooi worden. Alsof Mitchell ook niet precies wist hoe hij zijn verhalen moest laten eindigen en ze als hij er genoeg van had abrupt afbrak met een fantasystukje. Waar in de andere roman met deze stijl die ik van Mitchell heb gelezen de verschillende verhalen nog afgerond waren, worden ze hier abrupt afgebroken. De balans tussen werkelijkheid en fantasy slaat hier net te ver door naar het fantsyelement, vind ik. De verhalen zijn prachtig, net als het tijdsbeeld en het proza. Maar de vraag waarom je het boek leest, een soort diepere laag, een betekenis, is er niet. Om het goed en kwaad fantasydeel, en dat is toch, ja, een heel simpele vertelling. Het verbindt de verhalen niet voldoende, dat blijven toch losstaande entiteiten, er mist een soort overkoepeling.
Kijken naar de cover blijft een belevenis. Alle onderdelen die er op staan komen in de verhalen voor, zoek ze allen!

dinsdag 27 januari 2015

Arctisch dagboek - Jelle Brandt Corstius

Dit boekje kon je vorige boekenweek kopen van twee euro vijftig. Het is een prettig lezend boekje voor een paar uur. Ik herken er veel van tijdens mijn reizen, die niet zo avontuurlijk zijn, en ook niet door moeilijke landen.
Jelle vertelt over hoe zijn liefde voor reizen is ontstaan, als kindje met de bosatlas gefascineerd door landen. Zo is dat ook bij mij begonnen, voor ik echt durfde te reizen.
Hij vertelt verder over Parralelle Jelle, de Jelle die wel goed kan omgaan met de andere reizigers en die wel de juiste antwoorden weet te geven en niet teruggetrokken wil leven, iets dat ik ook erg herken. Maar op het moment dat het gesprek met een medereiziger wèl ergens over gaat, over zijn moeder die de medereizigster nog gekend heeft, is het ook niet goed: 'Ik sta hier met iemand die mijn moeder beter heeft gekend dan ik.'
Mensen zijn inderdaad iritant, als ze lezingen afkraken omdat ze vinden dat ze wel zo ontwikkeld zijn dat het dieper kan, of de foto's van een prijswinnende fotograaf afkraken met de opmerking dat ze een vriendje hebben die goede foto's maakt en die de volgende keer wel mee moet. Maar zelf doet Jelle Brandt Corstius niet heel veel anders als hij de medereizigers die een excursie maken naar een volgens hem onbetekenend onbewoond eiland maken belachelijk maakt. 

zaterdag 17 januari 2015

Tsomo's karma - Kunzang Choden

Het boek speelt in het begin in het rurale Bhutan, waar familiebanden nauw en overheersend zijn, net als mannen. Het vertelt het verhaal van Tsomo. Bij haar geboorte worden haar sterren gelezen en daaruit blijkt dat ze ver zal reizen. Haar moeder neemt dit met een korreltje zout, want waarheen kunnen vrouwen reizen? Maar haar leven brengt Tsomo door Bhutan, Nepal, India en Tibet. Op zoek naar haar spirituele leven zit haar Aardse leven toch behoorlijk in de weg. Tsomo wil graag leren lezen en schrijven, maar dat leert haar vader, een godsdienstonderwijzer, haar niet, want daar hebben vrouwen niets aan. Hoe zou ze dan ooit een spiritueel leven kunnen leiden? Haar eerste man komt bij hun wonen, en legt het aan met haar zus, die hij bezwangerd. Ze moet hem maar delen, vinden man- en zuslief.
Uiteindelijk besluit Tsomo haar man, en daarmee dus dorp en familie, te verlaten en komt ze terecht in Thimphu, de hoofdstad van Bhutan, waar ruraal achterland en Westers India elkaar treffen in de bouw van een snelweg (jaja), die tientallen jaren niet door auto's bereden wordt omdat bijna geen Bhutaan die heeft.Twintig jaar later komt Tsomo weer terug in de stad. Overal toeteren de auto's en snellen ze over de weg, die Tsomo inmiddels zonder angst kan oversteken; ze heeft inmiddels vaker drukke straten overgestoken.
Het is een typisch Oxfam Novib boek, met verklarende woordenlijst achterin, maar wel een van de betere vind ik, ik heb het met plezier gelezen. Het is geen hogere literatuur, geen ingwikkelde structuur of schrijfstijl, gewoon simpel een verhaal van een vrouw in de Himalaya.

dinsdag 6 januari 2015

Project X Cup noodle - Tadashi kato

Een manga over de ontwikkeling van jaja, de Cupnoodles! Comfortfood voor iedere student ter wereld, en sinds niet zo lang ook hier in Nederland te koop bij de supermarkt. Een aantal ontwikkelingen zie je achter elkaar; de verpakking die zowel container als kooktoestel is, de ontwikkeling van de noodles zelf, die speciaal ontworpen zijn om in de container in drie minuten klaar te zijn, de topping, vooral de zoektocht naar de beste garnaal, een vorm van Cup Nodles die we hier in Nederland dan weer niet hebben, en de eerste verkoop in het winkelgebied van Osaka, dat toen net alleen voor voetgangers was.
Ik vond een maand geleden op het internet het Cup Noodle museum en vertelde de wereld via Facebook dat ik daar heen wilde. Daar zal het voorlopig niet van komen, het ligt aan de andere kant van de wereld, dus deze manga is voor nu the next best thing. Ik was dan ook erg blij dat er aan het eind foto's in staan van het Cup Noodles museum!

zaterdag 3 januari 2015

The paying guests - Sarah Waters

Veel mensen die ik ken houden erg van Sarah Waters en het wordt me vaak aangeraden te lezen. Eerder heb ik daarom The little stranger van haar gelezen, en dat vond ik wel een mooi tijdsbeeld, maar ook saai. Nu was Sarah Waters pas geleden in mijn boekwinkel omdat ze een nieuw boek uit had, en dat was de reden het nog eens te proberen.
Saai kun je deze roman niet noemen, hij is mooi geconstrueerd, zodat je naar het einde toe wilt lezen. Omdat je het verhaal ziet van de ogen van Frances en daardoor gegevens mist, blijf je je afvragen of wat je denkt ook echt klopt. Wel had ik moeite met de romantiek, die ik vrij kinderlijk vond. Liefde die overweldigd is goed, maar ik vond dat de twee hoofdpersonen heel naief in hun gevoelens. Ik had ergens in het midden nog steeds het gevoel dat de naiviteit van Frances werd uitgebuit, een gevoel dat Sarah Waters ook gebruikt, later in de roman, maar dat is toch niet zo, blijkt in het eind, dat ook wel erg veel twee mensen lopen de zonsondergang tegemoet feeling heeft. Maar goed, het was spannend en was erg Dowton Abbyesk, dat vergoed veel.

donderdag 1 januari 2015

Bloedmobiel - Seada Nourhussen, Jan-Joseph Stok

Beste Seada Nourhussen,

'Volgens de mensen die er verstand van hebben, hoef ik me niet schuldig te voelen' (over mijn mobieltje - iiwi), schrijf je in de laatste alinea van je boek. Ik ben het daar toch niet helemaal mee eens.
Om te beginnen heb je, schrijf je zelf in het eerste hoofdstuk van je boek, niet één, maar meer mobieltjes. En ik denk dat het daar al begint. De jacht op Coltan en casseriet is heftiger omdat we met zijn allen meer mobieltjes hebben dan we met zijn allen zijn. Bovendien kopen we ook nog eens iedere twee jaar een nieuwer model, want nu zijn ze nog schattiger. Ik denk dat we moeten beginnen met de vraag of dat nodig is.
Ook jij kunt zien, net als ik, dat er een enorm verschil is tussen de, overigens prachtige, foto's bij het laatste hoofdstuk en de foto's bij de eerdere hoofdstukken. Je kunt duidelijk zien dat de mensen medewerkers zijn van het bedrijf, helmen en veiligheidsbrillen dragen en een goed uniform hebben, in tegenstelling tot de jongeren uit de eerdere foto's, die hun eigen shabby broek dragen en een banada om hun hoofd hebben. Maar er zijn ook corruptieproblemen bij de andere mijn, zeg jij dan, en de inwoners van het dorp moeten ook overleven. Dat is zeker waar, maar verandering begint ergens, en dat is bij de mijner normale werkomstandigheden bieden, en een reëel loon. Dat is dus mogelijk, en dat dat op de andere plekken niet gebeurt is omdat daar krachten aan het werk zijn die dat niet mogelijk maken, krachten die wij financieren met het kopen van onze mobieltjes, omdat wij ons niet schuldig hoeven te voelen.
Uiteindelijk draait het om transparantie, zeg je in het laatste hoofdstuk. Maar transparantie wordt snel een dooddoener, dat blijkt ook wel uit de uitspraken van Nokia, die via tussenhandelaren coltan koopt en dus 'geen illegaal gedolven mineralen' aanschaft. Er zitten wel 8 lagen tussen de mijn en Nokia, aldus henzelf. 'De uitdaging zit aan de onderkant van de keten' heet dat dan, en dat is wederom een eenvoudige manier om verder te kunnen gaan waar we mee bezig zijn, zonder ons te hoeven bekommeren hoe we dat doen.Bij de eerste laag worden je handen niet vuil.
De uitdaging zit volgens mij in dat we ons allemaal verantwoordelijk moeten voelen, en daar binnen onze mogelijkheden naar moeten handelen. Wordt Congo een prachtig vredelievend land met voeldoende voedsel als we dat doen? Vast niet, zeker niet zomaar. Maar zolang we doorgaan zoals we gaan heeft het land überhaupt geen kans van slagen.

met vriendelijke groet,
iiwi