Het boek speelt in het begin in het rurale Bhutan, waar familiebanden
nauw en overheersend zijn, net als mannen. Het vertelt het verhaal van Tsomo. Bij haar geboorte worden haar sterren
gelezen en daaruit blijkt dat ze ver zal reizen. Haar moeder neemt dit
met een korreltje zout, want waarheen kunnen vrouwen reizen? Maar haar
leven brengt Tsomo door Bhutan, Nepal, India en Tibet. Op zoek naar haar
spirituele leven zit haar Aardse leven toch behoorlijk in de weg. Tsomo
wil graag leren lezen en schrijven, maar dat leert haar vader, een
godsdienstonderwijzer, haar niet, want daar hebben vrouwen niets aan.
Hoe zou ze dan ooit een spiritueel leven kunnen leiden? Haar eerste man komt bij hun wonen, en legt het aan met haar zus, die hij bezwangerd. Ze moet hem maar delen, vinden man- en zuslief.
Uiteindelijk besluit Tsomo
haar man, en daarmee dus dorp en familie, te verlaten en komt ze terecht
in Thimphu, de hoofdstad van Bhutan, waar ruraal achterland en Westers
India elkaar treffen in de bouw van een snelweg (jaja), die tientallen
jaren niet door auto's bereden wordt omdat bijna geen Bhutaan die heeft.Twintig jaar later komt Tsomo weer terug in de stad. Overal toeteren de auto's en snellen ze over de weg, die Tsomo inmiddels zonder angst kan oversteken; ze heeft inmiddels vaker drukke straten overgestoken.
Het is een
typisch Oxfam Novib boek, met verklarende woordenlijst achterin, maar
wel een van de betere vind ik, ik heb het met plezier gelezen. Het is
geen hogere literatuur, geen ingwikkelde structuur of schrijfstijl,
gewoon simpel een verhaal van een vrouw in de Himalaya.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten