Dat was een interessant boek, vooral de delen over de Japanse bezetting
en de Bersiap gezien uit Indo ogen. De geschiedenis van Indonesië is erg
verbrokkeld natuurlijk, omdat er voor de Bersiap eigenlijk alleen een
geschreven Nederlandse geschiedenis is. De geschiedenis na 1945 is weer
erg gekleurd in te positief Indonesisch perspectief. Neem de moorden op
vermeende communistische strijders tijdens de machtsovername door
Soeharto, waar in deze roman één zin aan besteed wordt, die in de
documentaire The act of killing pas vorig jaar echt uit de doeken is
gedaan.
Wat ik weet over de Japanse bezetting vanuit geschiedenislessen op school was dan ook erg gericht op Nederlanders daar, in Jappenkampen en de politionele acties. Daarvan werd overigens in zekere zin wel een gemengd beeld gegeven, het was de tijd dat we net onder ogen mochten zien dat onze aanwezigheid in de archipel na 1945 een oorlog was. De stukken in Nederland ken ik allemaal wel van de tv, het ei naar Lubbers, de Molukse acties, Wieteke van Dort; allemaal stukjes nieuws. Maar onderdeel van mijn eigen geschiedenis is het eigenlijk toch ook weer niet. Ik besef pas dat ik die dingen heb meegemaakt als ik ze hier weer eens lees.
Eveline Stoel heeft zichzelf uit het verhaal geschreven, hoewel ze er natuurlijk wel in zit. Dit moet na de 83 verjaardag van Asta zijn geweest, omdat Eveline Stoel in het begin refereert aan een levensverhaal van vijf bladzijden dat Asta heeft geschreven. Dat is echter ook de tijd dat Asta naar het bejaarden - en later verpleeghuis ging en haar geheugen achteruit ging. Asta is 86 geworden, dus ze moet haar hele verhaal in dat ene jaar verteld hebben toen ze dat nog kon. Misschien is er daarom ook wel een soort literaire vertelvorm gekozen voor dit verhaal, dat tussen non fictie en roman in zit.
Vanuit integratieperspectief is het verhaal van Asta's familie interessant om te zien of volledig afzien van je geschiedenis en eigen cultuur de manier is om te integreren. In zekere zin is de integratie in Nederland gelukt; de kinderen hebben werk, zijn getrouwd, zijn onderdeel van de Nederlandse maatschappij. Maar ze blijven er ook tussenin staan, zoals ze er altijd tussen in hebben gestaan. Geen Indonesiërs, maar ook geen Nederlanders in Indië, geen Nederlanders maar ook geen Aziaten tijdens de Japanse bezetting, geen Indonesiërs tijdens de Bersiap en geen Nederlanders in Nederland. Toen Buddy uiteindelijk terug ging naar Indonesië werd hij ook daar niet gezien als Indonesiër, maar als toerist.
Waar ik een hekel aan heb in boeken is zo'n 'verklarende woordenlijst', die eigenlijk alleen gebruikt wordt om een soort couleur locale sausje te geven aan het verhaal. Ook hier weer. En volstrekt onnodig; kom op, bapao, boemboe bali, tempé, sawa, dat zijn geen woorden die verklaard hoeven worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten