De stad aan de rand van de hemel is natuurlijk Istanbul, in de tijd van de Otomanen, omstreeks 1600. Waar ik vond dat de moslimcultuur van die tijd in De geograaf van de paus van Amin Maalouf, ook een historische roman, die iets eerder speelt, omstreeks 1550, prachtig en werkelijk geportretteerd werd, doet Istanbul in De stad aan de rand van de hemel aan als een sprookje uit Duizend en een nacht. Heel veel hoofdstukken beginnen ook als een sprookje: 'Op een dag ging Jahan...' etcetera. Dat sommige figuren uit de roman, Sinan de architect bijvoorbeeld, gebaseerd zijn op ware personen, en ook de prinses Mihrimah waar heeft bestaan, en hun leven binnen de grenzen van historische fictie wordt verteld, heb ik in de roman nooit gevoeld.
Ik dacht eerst dat het aan de vertaling zou kunnen liggen, maar de vertalers hebben ook ander werk van Elif Shaf vertaald wat wel heel interessant is, en mooi geschreven. Misschien is het dat dit boek in het Engels is geschreven, toch Shafaks tweede taal. Op zich is het heel nobel en interessant om een hele roman te schrijven in een taal die niet je geboortetaal is, maar misschien doet de taal stylistisch daarom eenvoudig aan. Zelf zegt Shafak in een Interview dat schrijven in het Engels haar dichter bij Istanbul brengt dan schrijven in het Turks. Ik ben het hier niet mee eens.
En misschien is het gewoon ik; de roman krijgt hele goede reviews in the Guardian en the NY Times en is longlisted voor een history novel prijs. Voor mij was en bleef het echter een romantisch sprookje, helaas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten