zondag 2 februari 2020

The rise and fall of the Dinosaurs - Steve Brusatte

Ik heb een heerlijk boek over dinosauriërs gelezen, The rise and fall of the dinosaurs. Als kind was ik helemaal verslingerd aan dino's. Ik had een  piepschuimen blok afgebrand in de vorm van een soort landschap met bergen en dalen en daarin modeldino's op mijn kamer, een beetje zoals sommige mensen modelspoorlijntjes in een landschap hebben rijden. Het was begin jaren tachtig, en de dino's die we kenden kwamen uit allerlei verschillende tijden. Zo had ik een Tyranosaurus, een Stegosaurus, een Triceratops en een Brontosaurus, die uit verschillende tijden komen. Ik had ook een soort pre-struisvogel, die wellicht weer van veel later kwam, en een gepantserde Akylosaurus.
Er was nog veel niet bekend van dino's, de opgravingen in China en Zuid Amerika waren nog niet gedaan. Steve Brusatte lijkt bij alle opgravingen betrokken te zijn geweest, van de allereerste protodino's in Polen, de gevederde dino's in China, de enorme dino's in Zuid-Amerika en natuurlijk de Tyranosauri in de VS. Zijn eigen verhaal is een beetje versnipperd, omdat het verhaal van de dino's chronologisch verteld wordt. Zo is Brusatte ineens van post-doc weer student of puber met een fascinatie voor paleontologie en dan weer leraar op de Universiteit.
Wat ik heb opgeschreven in mijn schrijfboekje:

Dino's voorvaderen zijn de archosauriërs, die een evolutionaire lijn hebben met de krokodilachtigen, en via protosauriës naar dinosauriërs. Die link is vaag, wat dinosauriërs zijn is een wetenschappelijke afspraak, namelijk alle rechtstreekse voorvaderen van de eerst gevonden sauriërs, Iguanodon en megalosaurus. Een dier dat dar net onder zit is dus qua afspraak geen dinosauriër, maar dat zou je niet aan het dier kunnen zien. De dinosauriërs zijn onder te verdelen in de duckbills zoals Iguanodon en een andere lijn daarvan de Triceratops, de Sauropods, de langnekdino's zeg maar, en de theropods, de vleeseters. Uit de lijn van vleeseters evolueren uiteindelijk de vogels!

In het begin van het Trias waren de krokodilachtigen _de_ grote dieren, (proto)dino's waren vooral kleinere soorten die samen leefden met de krokodilachtigen, maar duidelijk in de schaduw. Door de groete uitbarstingen van vulkanen aan het eind van het Trias en het begin van de Jura veranderde het klimaat, wat tot uitsterven leidde van de grote krokodilachtigen. De voedselniches die ontstonden werden ingevuld door de dino's. Door de grote hoeveelheid voedselmogelijkheden ontstond er een grote verscheidenheid van dino's. Die was de tijd van de sauropods, de Brontosauriërs en dergelijke. Al het land was in het Trias nog verenigd in een groot continent. Begin van de Jura splitste het continent zich op, maar er waren nog landbruggen nar overal, zodat elke soort overal kon op land kon komen.

Hoe konden Sauropods zo groot worden?

  • Ze konden zonder veel energie te gebruiken heel veel te eten vinden!
  • Ze hebben speciale longen, net zoals vogels nu nog steeds hebben, zodat ze bij het in- en uitademen zuurstof kunnen opnemen.
  • Ze groeien heel snel
  • Hun botten zijn extreem hol, maar toch stevig, zodat ze groot kunnen worden, maar niet zo zwaar als wij bij hun grote zouden zijn met onze massieve botten.
  • Hun lichaam zit vol luchtzakken (ontdekt door afdrukken daarvan in de botten die zijn gevonden), voor de afvoer van hitte.
Aan het eind van de Jura vind weer een klimaatverandering plaats, waardoor er een uitstervingsgolf plaatsvindt. Niet zo groot als die aan het begin van het Trias, of het begin van de Jura, maar op het Noordelijke halfrond sterven de sauropods uit. De voedselniches worden overgenomen door de duckbills, de Triceratopsen en dergelijke. T-rexen, de koning van de sauriërs, evolueren vanuit kleine snelle sauriers, ongeveer zo groot als een dog. De continenten zijn nu niet meer met elkaar verbonden, daardoor ontstaat over de wereld in het Krijt de grootste verscheidenheid aan dino's. Hele kleine dino's op de eilanden die laten Europa worden, de wereld van de Triceratops en T-Rex in Noordelijk Amerika, allerlei soorten gevederde dino's in China, en enorme sauropods in Zuidelijk Amerika bijvoorbeeld. 

T-Rex

  • T-rex had veren! Kleine protoveren, meer als haren.
  • Ook had T-rex 'vogellongen'.
  • Ze gebruiken hun kleine armen om hun prooi dichtbij te houden. De armen van T-rexen hadden dus een functie!
  • Hun herseninhoud is vergelijkbaar met die van chimpansees. Ze waren dus behoorlijk slim, maar erg sensorisch. Ze hadden een extreem goed gehoor en ruikzin en konden 3D-zien. Hun oog-lichaam coördinatie moet erg goed zijn geweest. (Dit blijkt uit CT-scans van schedels)
  • De voorlopers van T-rex waren klein, zoals Velociraptors.
  • Ze jaagden in groepen! Ieks!
  • T-rexen konden als enige dino's dwars door de botten van andere dino's bijten. Ze vraten hun prooi met huid en bot op.
De gevederde dino's deden allerlei evolutionaire experimenten met vliegen, sommigen zweefden, anderen kregen extreme borstspieren en kleine lichte lichamen om te kunnen vliegen. Vogels zijn dino's!

Geen opmerkingen: