De hoofdmoot van Dansen op de vulkaan is een relatiecrisis tussen Flo en zijn vriend die het koosnaampje ‘Poep’ heeft meegekregen. Het begint nog allemaal goed als Flo met de dikke fotograaf Sander op reportage gaat naar de Eolische eilanden. Alles wat vreemd is boezemt hem angst in en hij verlangt terug naar Poep, die hij telkens probeert te bereiken, telefonisch of per sms. Pas als hij weer teruggaat kan hij de vreemde omgeving waarin hij verkeert waarderen. Bij thuiskomst wordt hij nog wel geteisterd door nachtmerries over vulkanen waar hij invalt, een motief dat op het eind van de roman terugkomt, maar in het begin een vooraankondiging is van de crisis die op punt van uitbarsten staat tussen Flo en zijn vriend. De relatieproblemen met al zijn facetten: heimelijke verlangens, jaloezie, achterdocht, afstand nemen, heimwee, het verdriet van een breuk overstemmen door anderee mensen te zoeken, nieuwe toenadering tot de oude geliefde en herwonnen vertrouwen: al die facetten komen langs in het boek.
Ik vond het een erg klein intiem en daardoor prachtige graphic novel. Het eerste deel speelt op Vulcano, waar ik vorig jaar ben geweest en wat op de plaatjes precies zo is als het daar was. Het andere eolische eiland wordt niet met name genoemd, maar is volgens mij Panarea. Deel 3 speelt in New York, op hetzelfde moment toen ik er was, toen de Eayafoloyukl, euh, die IJslandse vulkaan, uitbarste.
De manier van tekenen, let bijvoorbeeld eens op de dieren die in elk verhaal voorkomen, geven een extra dimensie aan het verhaal. De eerste zes bladzijden van het deel dat in Amsterdam speelt zijn volledig tekstloos, maar geven de afstand tussen Flo en Bas prachtig weer in al zijn kleinheid. Of let op de rode kopjes, of de tegeltjes in de keuken. Of het dansen in New York.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten