Ik heb dit boek gekocht als scheidingsboek tussen de boeken uit Europa en uit Azië. Kaplan is Amerikaan natuurlijk, maar hij probeert de Indische oceaan hier vanuit Aziatisch perspectief te schetsen.
Voor ons Europeanen begint de Indische oceaan als wij hem ontdekken, eerst de Portugezen, daarna wij Nederlanders en de Engelsen. Daarvoor lijkt hij niet te bestaan. Maar daarvoor was de zee natuurlijk een grote handelsoceaan voor alle gebieden daaromheen, vooral door de moessonwind, die schepen over de oceaan joeg. Oman was een grote handelshub, de Chinese generaal Zhe voer met zijn jonken van China naar Afrika, Zanzibar was een multicultureel handelscentrum, specerijen werden vervoerd van Indonesië en India naar Arabië. Daarna begon de overheersing van de Indische oceaan door de Eurpeanen. Nederland komt er niet goed van af. Wat deed de VOC eigenlijk in Indië? Met andere woorden, hoe gedroegen de Nederlanders zich? Het antwoord is: verschrikkelijk slecht. De afstand die Kaplan heeft tot het onderwerp is in dit geval verfrissend.
Op dit moment komt volgens Kaplan de tijd terug dat Azië de Indische oceaan weer gaat beheersen. Die toekomstvisie zie je in alle landen in dit boek, die mee willen liften op betere economische omstandigheden. Het voorbeeld is zijn veel gevallen de Emiraten. de steden moeten het Dubai van ... worden. Maar je leest ook de moeilijkheden van de mislukte staten. Somalië bestaat niet, Pakistan is een mislukt idee, China een eenpartijenstelsel, Myanmar is het drugscentrum van Azië, Sri lanka heeft de oorlog met de Tamils op verschrikkelijke wijze gevoerd, Bangladesh is straatarm en India en Indonesië zijn de twee democratieën die worden belaagd door geloofsextremisme. Tussen die twee uitersten bevind deze wereld zich, waar het vooruitgangsdenken plaatsvindt in een derde wereld omgeving. Dit vooruitgangsdenken lijkt in veel gevallen toch meer op een droom dan een realiteit. De steden die het nieuwe Dubai zouden moeten worden ken ik, tien jaar na het verschijnen van dit boek, nog steeds niet, en veel is een terugverlangen naar de tijd toen het nog goed ging met het land.
Dit boek is voor het eerst uitgegeven in 2010, tien jaar geleden nog maar. Maar tijdens het lezen merk je hoeveel er in die tien jaar is veranderd. Kaplan schrijft dat hij hoop heeft dat India een democratie is die zich vanwege die democratie zal verzetten tegen het hindoe-extremisme. Inmiddels is Modi president. In Indonesië is inmiddels een oud generaal aan de macht, en ondanks de voorbeelden die Kaplan geeft dat de islam in Indonesië een andere is dan die in Arabië omdat het ingebed is in een andere cultuur, is er een strijd gaande om de sharia overal in Indonesië in te voeren. In Thailand zit een andere koning binnen een door de strijdkrachten geleid land, in Myanmar zijn verkiezingen geweest met een soort democratische regering, maar worden Rohina wreed uit het land gezet. Baken van stabiliteit is China.
Bijna alle vooruitgang moet worden gerealiseerd met olie. Pijpleidingen voor olie en gas naar China, havens voor de opslag van olie en gas, kanalen voor de doorvoer van olie en gas. In die zin is er in de afgelopen tien jaar ook veel veranderd hoop ik, is het denken over energie minder het denken in olie en gas, en meer in hernieuwbare bronnen. Wat daar de gevolgen van zijn voor deze regio is onduidelijk.
Het was interessant om over plekken te lezen, zoals Oman, of Zanzibar, die ik eigenlijk niet ken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten