Prachtige
literaire afrekening met het kloosterleven. Brouwers neemt je mee
naar het ommuurde leven van een pensionaat in Limburg in de jaren 50,
waar je alleen uit mag als je naar de tandarts moet (maar dan zonder
verdoving!). De jonge leraar Duits Bonaventura is het klooster
ingepraat en heeft zijn wereldse naam opgegeven. Hij observeert wat
er gebeurd met de jongens in het pensionaat. Hij ziet twee jonge
leerlingen een vriendschap onderhouden. Of net iets meer dan dat? De
kloosterleider vind dat reden tot tuchtiging. Wat gebeurt er met de
jongen die nacht? Bonaventura ziet het, hoort het, maar ook hij zegt
niets. Maakt hem dat mede schuldig? Tijdens de tochtjes naar de
tandarts ontmoet hij de winkeleigenaresse Patricia. Ze voelen zich
tot elkaar aangetrokken. Is dit zijn uitweg uit het klooster? En wat
moet er dan gebeuren met zijn leerlingen?
Brouwers neemt nergens een blad voor
zijn mond. De gebeurtenissen zijn gruwelijk, maar zijn prachtige
schrijfstijl biedt lucht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten