Als jonge volwassene las ik alle boeken van john Irving. Tot Weduwe voor een jaar of De zoon van het circus, daar wil ik vanaf zijn, zijn India roman, waar ik niet doorheen kwam. Sindsdien heb ik geen Irving meer gelezen. Deze titel kende ik dan ook helemaal niet toen ik hem tegenkwam op de plank van een vriend die zijn vaders boeken heeft gekregen. Ik heb hem geleend om weer eens een Irving te lezen.
Dit is wel een Irving met typische Irving kenmerken; New hampshire, sex, beren, nu ja, you name it, het komt langs. Hij schrijft hier ook over een schrijver, zijn eigen schrijven is dan natuurlijk het referentiepunt; Irving speelt leuk met het gegeven van zijn eigen romans in de roman. Zoek ze allemaal.
Ergens schrijft Danny, de romanpersonage die schrijver is, dat hij graag een boek bij het eind begint. Deze roman doet dat ook, bij eider hoofdstuk. Dat voelde voor mij erg schokkerig in plaats van een zee is het een branding. Het gevolg is dat Irving ook iedere keer veel moet uitleggen in een hoofdstuk in plaats van het te laten voelen.
Ik heb het wel helemaal uitgelezen, wat me met die India roman dus niet is gelukt. Maar het was een mixed ervaring. Zou dat met de Irvings die ik altijd mooi heb gevonden, Owen Meany als de beste, nu ook zo zijn? Ik moet het maar niet proberen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten