Bij het lezen van de lange tocht van Valentino van Zuid Sudan naar uiteindelijk een kamp in Kenia moest ik soms denken aan Kruistocht in spijkerbroek. Maar het beste van deze roman vond ik niet de schokkende tocht, de doden, de oorlog, maar het deel in het vluchtelingenkamp zelf. Hoe zo'n kamp een entiteit op zichzelf wordt, waarin iedereen vast zit en hoe het door iedereen, de rebellengroepen, de hulpverlenersorganisaties en ook de vluchtelingen zelf, ge(mis)bruikt wordt.
'In het Westen denken de mensen dat vluchtelingenkampen tijdelijk zijn. [...] Maar ik ben in een vluchtelingenkamp opgegroeid.[...] Ja, we leefden nog, dus in die zin hadden we een leven: we kregen eten, we konden vriendschappen sluiten, leren en liefhebben. Maar we leefden in een niemandsland.'
Voor Dave Eggers is het een erg lineair verhaal, maar de opzet van het boek, Valentino vertelt zijn verhaal in zijn hoofd aan een aantal mensen die hij in één dag in zijn leven in de VS tegenkomt, is interessant. Ik geef toe dat ik tijdens het lezen verdurend moest denken aan de situatie van Zuid Soedan nu. We denken dat als een land zelfbestuur krijgt, onafhankelijk wordt, het probleem dan opgelost is, maar dat blijkt uiteindelijk maar een flinterdunne korst over een probleem dat onderhuids voortwoekerd. Een conflict waarvan de kiem al in deze vertelling ligt. Hoe kijkt Valentino Deng, en hoe kijkt Dave Eggers, tegen de huidige situatie aan?
Nog interessanter en typisch Eggeriaans is de vorm van deze roman: De autobiografie van valentino Achak Deng, wat het natuurlijk niet is, want het is geschreven door Dave Eggers. Uit diverse berichten begreep ik dat het een fictieve autobiografie is, een roman dus. Toch zijn er verschillende interviews met Valentino Achak Deng, sommige zelfs met beeld. Wat er echt is en wat fictief, daarmee blijft Eggers ook in dit boek spelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten