Dit boek speelt zich af op de onbekende Portugese kolonie Sao Tomé en Principe, voor de kust van Afrika, in 1905 tot 1908. Slavernij was een van de onderliggende leesthema's van dit jaar. Het laatste boek van 2012, en eerste van 2013, handelt over de periode dat slavernij feitelijk overal al wel verboden was, maar regeringen, plantagehouders en gouveneurs met de wet een handje lichten. Zo werden de Angolezen die op de plantages op Sao Tomé werkten wel betaald, en haden ze feitelijk het recht op terugkeer naar hun land, of het wisselen tussen plantages. Dit recht konden ze echter niet uitvoeren. Daarmee waren het eigenlijk nog altijd slaven.
De hoofdpersoon van dit boek Luïs Bernardo Valença, wordt door de koning van Portugal aangesteld om ervoor te zorgen dat de Engelse consul, die op het eiland komt om verslag te doen voor de Engelse regering, een niet volledig negatief verslag uitbrengt. Dat zal namelijk leiden tot een boycot van cocao uit Sao Tomé. Dat de plantagehouders niet geneigd zijn om hun praktijken, en hun feitelijk gratis werknemers, te veranderen, laat zich raden.
Al snel na zijn aankomst op de eilanden ontdekt de nieuwe gouverneur dat de dertigduizend Angolese werklieden op de plantages weliswaar in rechte geen slaaf zijn (zij hebben een arbeidsovereenkomst en ontvangen loon), maar dat hun in feite geen keus wordt gelaten – van repatriëring komt niets terecht, ook niet na het verstrijken van hun contract. Bovendien blijven huisvesting en medische verzorging van de werklieden op de meeste roças ver onder de maat en is het werk er onmenselijk hard. Mishandeling door blanke opzichters blijkt geen uitzondering te zijn.
Op het eiland is verder geen enkel cultureel vertier. De nieuwbakken gouveneur, gewend aan het modaine Lissabon, voelt zich er verloren. Als de Engelse consul op het eiland ariveert, ontstaat er dan ook een vriendschap tussen de twee, die eigenlijk vijanden zijn. De verhouding vercompliceert verder als de gouveneur verliefd wordt op de vrouw van de consul.
Die liefdesverhouding is het enige zwakke aan dit boek, dat verder een prachtige historische roman is. De relatie heeft weinig psychologische diepgang, en verkeert soms bijna op het niveau van een chicklit. Vrij plastische sex en een vrij plastische relatie.
In Portugal heeft deze goed verkopende roman een discussie aangezwengeld over het koloniale verleden. Hier is een interview met de auteur hierover: http://lusophonia.com/?q=node/151 Het boek wordt soms de Portugese Max Haveklaar genoemd. Overeenkomsten zijn er dan ook, maar zelf vond ik Max Havelaar literair gezien een veel diepere roman. De vertelconstructie was interessanter, de zinnen mooier. Dat komt voor mij denk ik ook omdat het in die tijd geschreven is, terwijl Evenaar toch echt een moderne historische roman is.
vrijdag 28 december 2012
zaterdag 22 december 2012
Dagboek van een oude dwaas - Junichero Tanizaki
Qua thematiek lijkt dit boek wel op 'De sleutel', een eerdere Tanizaki die ik gelezen heb, maar dit boek is veel minder rijk. De hoofdpersoon, de oude Utsugi, is niet erg complex, en inderdaad wel wat de titel aangeeft, een oude dwaas. Waar de karakters in De sleutel complex zijn in hun verlangens en het spel van aantrekking en afstoting to het eind toe gevoerd wordt, is dit meer recht toe recht aan. Tanizaki was aan het eind van zijn leven toen hij dit schreef, en tussen de scenes met de sexuele fascinatie van Utsugi voor zijn schoonzus door lees je over het leven van een oude man, die op de been wordt gehouden met medicatie.
Zijn muze, schoondochter Satsuko is interessant. Zij komt helemaal niet Japans over. Ze rijdt auto, gaat naar bokswedstrijden, en deed mij sterk denken aan de filmactrices uit de Franse films uit de jaren vijftig, Simone Signoret wordt zelfs genoemd in dit boek.
Zijn muze, schoondochter Satsuko is interessant. Zij komt helemaal niet Japans over. Ze rijdt auto, gaat naar bokswedstrijden, en deed mij sterk denken aan de filmactrices uit de Franse films uit de jaren vijftig, Simone Signoret wordt zelfs genoemd in dit boek.
donderdag 13 december 2012
De smaak van venijn - Alan Bradley
Ik zal nooit echt fan van het genre young adult worden denk ik, net zoals ik ook niet zo meer houd van kinderboeken om te lezen. Het is allemaal net te makkelijk, te gericht op wat ik niet meer ben. Met de hoofdpersoon die houdt van scheikunde en een wat vreemde familie had ik iets Adams family achtigs in mijn hoofd toen ik 'Flavia' meenam, maar dat is het net niet. Niet griezelig.
Het verhaal van de postzegel is leuk, er is duidelijk aandacht aan besteed. Ik heb er wel lekker in gelezen, maar zal niet speciaal meer van Flavia hoeven lezen.
zondag 9 december 2012
Ooku the inner chambers vol 7
Na 6 afleveringen komen we weer terug in de wereld die in de eerste manga geportreteerd wordt, die van shogun Yoshimune. Aan het eind van het eerste deel krijgt Yoshimune, O-nobu, het boek chronicle of a dying day, waarin de geschiedenis van het shogunaat verteld wordt. In dit deel, nummer zeven, blijkt dat er een tweestrijd is in de inner chambers om de opvolging als shogun. Een deel steunt Yoshimune van het Kii domein, een ander deel Tsugutomo van het Owari domein. Geko-in, de vader van de huidige shogun (die is nog maar vijf, en erg ziekelijk) en Manabe Akifuso, de hoogste kamenier, steunen Owari. Door intrige van haar vazallen wint uitiendelijk Yoshimune. Hiermee eindigt the chronicle of a dying day.
Yoshimune baart drie dochters. De vader van haar eerstgeborene sterft later. Ze laat een ziekenhuis bouwen en geneesvrouwen daar zoeken naar een genezing voor de red face pocks, de ziekte die alleen mannen treft. Ook denkt ze na over de situatie van mannen die werken en vrouwen die de macht hebben. Ze wil graag Japan weer openstellen aan de wereld, maar ziet in dat een wereld met mannen aan het roer fysiek te sterk is voor het Japan met vrouwelijke heersers. Ze is bang overlopen te worden. Ze laat the chronicles of a dying day lezen aan een man, Komiyama, die haar schriftgeleerde wordt. De twee fracties die bij het aantreden van Yoshimune tegenover elkaar stonden, Geko-in en ten'ei-in, lijken zich met elkaar te verzoenen.
Alles lijkt te leiden tot een rustiger periode. Maar dan, in het laatste plaatje, zien we Yoshimunes troonopvolgster, lady Fuku. Zij ziet er ziek uit, haar mond hangt naar beneden.
Yoshimune baart drie dochters. De vader van haar eerstgeborene sterft later. Ze laat een ziekenhuis bouwen en geneesvrouwen daar zoeken naar een genezing voor de red face pocks, de ziekte die alleen mannen treft. Ook denkt ze na over de situatie van mannen die werken en vrouwen die de macht hebben. Ze wil graag Japan weer openstellen aan de wereld, maar ziet in dat een wereld met mannen aan het roer fysiek te sterk is voor het Japan met vrouwelijke heersers. Ze is bang overlopen te worden. Ze laat the chronicles of a dying day lezen aan een man, Komiyama, die haar schriftgeleerde wordt. De twee fracties die bij het aantreden van Yoshimune tegenover elkaar stonden, Geko-in en ten'ei-in, lijken zich met elkaar te verzoenen.
Alles lijkt te leiden tot een rustiger periode. Maar dan, in het laatste plaatje, zien we Yoshimunes troonopvolgster, lady Fuku. Zij ziet er ziek uit, haar mond hangt naar beneden.
Abonneren op:
Posts (Atom)