We zijn een onderdeel van het verleden.
Verschillende Ada's in de tijd van 1450 tot nu zijn met elkaar verbonden door voorwerpen, een armband, een kamer. Onder meer de wiskundige Ada Lovelace, die, toen het nog een gedachtenexperiment was, computerprogramma's uitdacht. In het boek heeft ze een verhouding van Charles Dickens. Maar ook een Ada uit 1450 die net haar zoontje is verloren, en een Joodse Ada in de Tweede Wereldoorlog in Berlijn. Het interessante is dat in het boek voorwerpen, zoals de kamer en de ketting, maar ook een bezem, de vertelstem hebben. Door de landing van de eerste witte mensen in Ghana is het verhaal van de Ghanese mensen doorgeknipt, denk ik dat Sharon Dodua Otoo wil zeggen, en is aan het eind nog steeds niet bij elkaar gekomen. 'We vinden wel een manier.' zegt de vertelstem als de verbindende ketting weer niet bij Ada terechtkomt. Maar waar de vorige keren witte mannen ervoor zorgden dat dat niet gebeurde, is het nu een keuze van de Ada's zelf. 'Hoe kun je iets geven dat niet van jou is?' zeggen de Ada's tegen de witte man die de ketting aan hun wil geven.
Er zitten allerlei lussen in dit boek die de manier van vertellen erg interessant maken. Het eerste deel gaat vooral over de Ada's uit het verleden, verhalen die een onderdeel zijn van de Ada van nu, eigenlijk 3 korte scenes in stukken geknipt. Deel 2 over de Ada van nu bestaat uit hoofdstukken met een aantal terugkerende tijdsaanduiding, en de contra tijd, 12 uur later. De hoofdstukken met dezelfde tijdsaanduiding hebben een verbinding met elkaar, waardoor je het verhaal nog een keer wilt lezen, maar dan met hoofdstukken met dezelfde tijden achter elkaar door.
Ik lees wel boeken met prachtige covers, want ook deze vind ik heel mooi.