Ik vond het verhaal van dit boek mooi, maar ik vond het niet elegant geschreven. het zijn onrustige, hakkende zinnen, soms zelf maar halve zinnen, herhalende halve zinnen. Dat vond ik het hele boek door, dus dat was zo bedoeld.
Ghana ga weg beschrijft mooi het uiteenvallen van een familie, of eigenlijk meer, het weer bij elkaar komen van een volledig uiteengevallen familie, waarvan leden al jaren niet met elkaar gesproken hebben. Het verhaal hoe de familie uit elkaar is gevallen is mooi in elkaar gezet. Veel is indirect, zonder veel te vragen gaan de leden van dingen uit, vanuit hun eigen gevoelens en gedachten. Zo denkt Kehinde, een van een tweeling, tot diep in zijn volwassen leven dat hij niet de kunstenaar mocht worden die hij is, maar eigenlijk chirurg had moeten zijn net als zijn vader, en dat zijn vader hem daarom altijd als de mindere van zijn broer, wel chirurg, heeft gevonden. Tot hij, op bezoek bij familie van zijn vader, uiteindelijk hoort dat zijn vader, en zijn grootvader, eigenlijk diep in hun eigen ziel ook kunstenaar waren, en zijn vader wellicht heel anders over hem dacht dan hij altijd geloofde.
Bij die gedachten en dat verhaal past die schrijfstijl dan wel.
Het boek geeft ook een goed beeld van het moderne Afrika, de steden, de huizen, het stof. De bedienden, wat voor mij vreemd was, bijna negentiende eeuws Engels, mensen die pas in hun element zijn als er bezoek komt, vorm is, etiquette vereist lijkt.
In veel boeken die ik over deze streek van Afrika gelezen heb, Nigeria, Ghana, Liberia, datgene wat ik donker Afrika noem, zit een vorm van magie, voodoo, een associatieve gedachtenstroom zoals in een koortsdroom. Die zitten ook in dit boek. De setting is dus modern, maar er sijplet nog steeds iets van vroegere voodooreligie doorheen; de tweeling, die een soort totem is voor good fortune, broer en zus die elkaars gevoelens voelen, al zijn ze ver van elkaar af.
Ghana ga weg geeft ook een mooi beeld over immigratie. Hoe de twee hoofdpersonen, uit Ghana en Nigeria, in de VS komen en wat het voor hen betekent. Zo heeft Kweku het gevoel dat hij moet slagen, van zichzelf, van zijn land, van zijn vrouw, en raakt volkomen in paniek als er iets gebeurt waardoor dat niet lukt. Ook de kinderen vinden van zichzelf dat ze moeten slagen, altijd de hoogste cijfers hebben, altijd de top van de klas zijn.
Er zit herhaling in de familiegeschiedenissen. Beide families zijn uit elkaar getrokken door grote gebeurtenissen, de immigratie trekt uiteindelijk ook deze familie uit elkaar. En komt Folasadé (wat een mooie naam) bij hun huwelijks- en werkcrisis uiteindelijk tot de conclusie dat ze doen wat ze altijd doen bij een crisis: weglopen.
Immigratie is ook identiteit. Kweku, de vader, gaat uiteindelijk terug naar Ghana, en is in de ogen van zijn zoon de archetypische Afrikaanse man die zijn vrouw verlaat, kinderen achterlaat en een bijzit neemt. Hij is, ondanks afstuderen op de Uni in de VS, en daar een gezin beginnen en een glanzende carière als chirurg, tot het moment..., voor zijn kinderen een Afrikaan gebleven. Met dat gevoel niet die Afrikaan te willen zijn waarvoor hij zijn vader houdt, worstelt Obu weer in zijn relatie.
De kinderen zijn over de hele wereld uitgespuwt, en zijn in hun vezels geen Afrikanen meer, ze houden niet van het land waar ze nu voor de begrafenis naartoe moeten, niet van de cultuur, niet van de uitingen van die cultuur in het Westen. Maar ze zijn ook geen Amerikanen, waar zij opgegroeid zijn, of Engelsen, waar zij wonen.
Hun moeder, Folasadé (ik mag het nog een keer schrijven) is opgegroeid in Nigeria, via de VS, waar ze haar Ghanese ontmoet, uiteindelijk terechtgekomen in Ghana, waar ze een huis heeft geërfd (dat huis met de bedienden). Haar vader was Igbo, zij was dat ook, maar dat is iets dat ze is kwijtgeraakt in de Biafra oorlog, waar haar vader wordt vermoord en zij moet vluchten.
Wat de tweeling uiteindelijk overkomt is groot, en misschien wel te groot. Alsof het toch allemaal niet genoeg was voor Taiye Selasi en er iets groots en duisters moest zijn, om tot catharsis te mogen leiden. Want over kleine dingen die groot worden, schrijf je geen roman. Dat vond ik wel jammer.
Ik had helaas een misdruk van dit boek, er missen dertig pagina's. Die heb ik in de bibliotheek gelezen. Het boek gaat nu dus helaas weg, want aan een misdruk heeft niemand meer iets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten