Dit boek gaat over de verdoemde relatie tussen Arthur Rimbaud en Paul Verlaine, eind 19e eeuw. Rimbaud was de eerste Rock& Roll legende zo je wilt, de eerste beatnik zo je wilt. Rimbaud - William S. Burroughs - Sid Vicious - Kurt Cobain, het is een doorlopende lijn. Hij wilde leven voor de kunst, en ook daarin was hij een van de eersten. Het idee dat dat kon, kunstenaar zijn, kwam voor een groot deel via hem. Rimbaud was ook een van de eerste homoiconen. Zijn relatie met Verlaine was wijd en zijd bekend en geruchtmakend.
Zodra je het eerste hoofdstuk leest, ben je in Londen, in 1870. Tussen de geuren, de stank, de kroegen, de haven, de kleuren. Aan de hand van de bekende gegevens en de nagelaten geschriften van Rimbaud en Verlaine vertelt Paul Claus de vervloekte relatie tussen de twee, het afstoten en vergeven, de drank en drugs, dromen en werkelijkheid. Een relatie die broeit en knapt, zoals ook de wereld broeide en knapte, van communisme, anarchisme, koningsgezindheid.
Dit boek is zowel interessant voor Patti Smith fans, die groot fan was van Rimbaud, en op een toegankelijke manier meer willen weten (mijn tip: Lees eerst dit boek en daarna de Wikipedia!), voor mensen die Rimbauds werk kennen , want daarmee speelt Paul Claes een mooi spel, als voor iedereen die meer wil weten over een van de eerste homoiconen en zijn spetterende relatie met mededichter Verlaine.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten