zondag 18 december 2011

Het gouden paviljoen

Het staat op pagina 173 van de 234 bladzijden die de roman telt: Ik moet het Gouden Paviljoen in brand steken. Het is een bevrijding als eindelijk die woorden worden uitgesproken. Het is vreselijk knap van Mishima dat hij een roman kan schrijven waarbij die woorden voor de hoofdpersoon net zo bevrijdend zijn als voor de lezer. Een innerlijke rust kwam over mij toen ik die woorden las; Het is klaar.
Het was zeker geen leuk boek, in de zin dat je er een of andere vorm van genoegdoening uit krijgt. Ik las het ook op een moment dat het in mijn eigen hoofd niet goed gaat. in de eerste 173 bladzijden van het boek graaf je in de gedachtenwereld van een psychotische jongen. Vanaf pagina één word je als lezer meegevoerd in de bizarre ideeënstroom van Mizoguchi, de jongen die uiteindelijk het Gouden Paviljoen in brand steekt. Steeds dieper en dieper. Het is een donkere getormenteerde gedachtenwereld, alles wat er gebeurd wordt door de hoofdpersoon op zichzelf betrokken. Het geeft prachtig weer hoe de wereld van iemand in een psychose werkt. Zo knap, dat het eng wordt. Ik durfde niet mee, probeerde uit alle macht niet ondergedompeld te worden door blije muziek te draaien, niet 's avonds te lezen, te allen tijde contact te houden met de wereld om me heen. Er was geen ontsnappen mogelijk aan de gedachtenstroom van Mizoguchi. De uiteindelijke ontsnapping voor de lezer is dezelfde als voor Mizoguchi, het plan om het Gouden Paviljoen in brand te steken.
Terwijl Mizoguchi steeds meer geobsedeerd raakt door het gouden paviljoen, worden zijn gevoelens steeds pompeuzer, ze lijken in geschrift steeds meer op wat het Gouden paviljoen in beeld is, een gezwollen en in feite hol symbool van Zen beleidenis.
Het boek is geschreven in 1956, maar is nog steeds actueel. De nachtmerrie is niet onze eigen pijn, maar het gruwelijke lichamelijke lijden van anderen. (p 98), is dat niet de grond van de talloze schietincidenten op scholen en publieke plaatsen?
Het Gouden Paviljoen is geschreven als een boeddhistisch zengeschrift. Lange, heel mooie, natuurbeschrijvingen worden afgewisseld met parabelachtige verhalen.
Boven de bergkam stapelden zich statige wolken op, zoals de wolken in de hoeken van mijn ogen tijdens het lezen van de opstandingssutra bij vaders dood. Vol stil, intens licht bogen zij zich over het fijne bouwwerk. Onder dit sterke nazomerlicht verloor het Gouden Paviljoen zijn vormscharkering en het koele duister in zichzelf besloten houdend, leek het met zijn geheimzinnige omtrekken de verblindende wereld daarbuiten eenvoudig te ontkennen. Alleen de fenix op het dak sloeg de scherpe nagels stevig in zijn voetstuk en probeerde niet te wankelen in het zonlicht.
Verveeld door mijn lange gestaar pakte Tsurukawa een steentje op en gooide het met een sierlijke zwaai van zijn lichaam midden in het spiegelbeeld van het Gouden Paviljoen in de vijver.
De kringen breidden zich door het kroos heen over het wateroppervlak uit en het mooie, verfijnde bouwsel brak onmiddelijk in stukken.

Prachtig! Maar in de gesprekken met zijn vriend Kashiwagi blijkt de andere kant van Zen. De schoonheid van het Gouden Paviljoen belemmerd Mizoguchi om te kunnen leven is een omkering van het wezen van Zen. De uiteenzettingen en parabellen van Kashiwagi en Mizoguchi zijn holle frasen, uitdrukkingen zonder zin en inhoud, als de monnik die zijn slippers op zijn hoofd zet als de zenmeester een katje de keel doodsnijdt.
Japan moest ontheiligd worden. De keizer werd ontheiligd door de Amerikanen in het einde van de tweede Wereldoorlog, maar de maatschappij moest, net als in de jaren zestig in het Westen, ontdaan worden van de ceremonies van de vorige generatie. Zo wordt in dit boek Zen ontheiligd, de theeceremonie ontheiligd en bereikt uiteindelijk het hoogtepunt door de verwoesting van het laatste symbool van de Japanse oudere generatie, het Gouden Paviljoen. Mizoguchi droomde al tijdens de tweede wereldoorlog van de verwoesting van dit momument, maar het bleef gespaard. 'Buiten de poort. (van het Gouden Paviljoen - iiwi) liep een goot langs het terrein en daar stond een bord. [...] Ter attentie. 1. Zonder speciale toestemming mag in de huidige toestand geen verandering worden gebracht. Om te leven moest het Gouden Paviljoen in vlammen opgaan.

Ik heb dit boek vrijgelaten in een Japans restaurant, op zoek naar nieuwe lezers.

donderdag 15 december 2011

Hoe een dicator aan de macht komt - Karl Bruno Leder

Men moet niet over deze aarde gaan zonder sporen na te laten, die onze nagedachtenis recommanderen
Dit boek gaat eigenlijk helemaal niet over hoe een dictator aan de macht komt. De eerste hoofdstukken gaan over hoe je van hem af komt en de rest over hoe hij (ik ken geen vrouwelijke dictators, vreemd genoeg) aan de macht blijft. Toen ik het boek kreeg van een collega, omdat ik altijd zeg "Ooit, als ik dictator ben van dit land [...]", was ik bedenkelijk. Maar het blijkt een goed leesbaar boek. Door de eerste hoofdstukken over de goddelijkheid van oude leiders bekeek ik 'Egypt week' op NGC op een andere manier. Alleen dat al is het lezen waard geweest.
Karl Leder focust zijn geheel vooral op Europese dictators, vooral Cromwell en Napoleon een beetje Stalin en vreemd genoeg, gezien het feit dat hij in 1929 in Duitsland is geboren, nog minder over Hitler. De enige Afrikaanse dictatuur die Leder geslaagd noemt is die van Muamar Khadaffi. In het licht van recente gebeurtenissen is dat erg grappig.
Napoleons bewind vindt hij een van de geslaagdste militaire dictaturen. Ik vind dat niet; Napoleons bewind duurde maar 15 jaar een hij was toch vooral in het buitenland. Dat onze staat nog steeds voor delen is ingericht volgens systemen van de Franse revolutie is Napoleon mijn inziens niet echt aan te rekenen. Hij (Napoleon - iiwi) hield er geen politieke overtuiging op na zegt Leder dan ook. Later in het boek, in het hoofdstuk dat volledig aan Napoleon gewijd is, neemt Leder ook wat gas terug over napoleons dictatuur: Goethe [...] zei op 6 april 1829: Omwille van een grote naam heeft Napoleon de halve wereld in puin geslagen. En toen moest de eerste - en tweede wereldoorlog nog plaatsvinden.
Een succesvol dictator uit zijn macht zetten of ongeschadelijk maken is zo goed als onmogelijk stelt Leder in het slothoofdstuk. Het boek is duidelijk voor de ineenstorting van het Sovjetrijk geschreven, toen dictaturen bij bosjes bleken te vallen op het moment dat ze geen hulp van de USSR meer kregen. In 2011 staat de teller op zeker vier. Een goed jaar dus. Door het gehele boek stelt Leder dat een dictator alleen aan de macht kan komen als het volk dat toestaat en hij de gevoelens van het volk weet te kanaliseren. Dat is slecht nieuws voor mijn dictatoriale plannen, ik heb over het algemeen een broertje dood aan 'het volk'. Hij vraagt zich dan ook af of een echte democraat een dictator wel moet afzetten als dat tegen de wil van het volk ingaat. Ik vind de huidige ontwikkelingen in Noord-Afrika juist een goede zaak precies daarom. De meeste dictators kunnen aan de macht blijven omdat ze door ons, de democraten, het Westen, in het zadel gehouden worden. Wij zorgen ervoor dat de dictator aan de macht blijft. Het volk, de mensen van Tunesië, Egypte, Lybie en Jemen hebben nu weer een kleine mogelijkheid om het zelf te bepalen. Dat gaan ze niet goed doen, net zoals wij het niet goed doen, maar ze kunnen het in ieder geval net als wij fout doen.
In het slotwoord stelt Leder dat we met zekerheid kunnen zeggen: indien Stalin en Hitler tijdig waren uitgeschakeld, zouden er geen Tweede Wereldoorlog en geen endlösung zijn geweest. Ik waag dat te betwijfelen. Ik heb niet de illusie dat de wereld op die manier te bewerken is. Het gaat ook tegen alles in dat Leder door het gehele boek over het volk schrijft. Dit moet ook de drijfveer zijn geweest die de moordenaar van Pim Fortuijn gehad moet hebben. En kijk eens waar het toe heeft geleid... We leven in een Nederland waarin de moslims de nieuwe satan zijn en jongens van achttien het land uitgestuurd worden.
De propaganda deed niets anders dan de joden met alle kwaad in de wereld te vereenzelvigen. [...] Ondanks al deze moeite bleven deze verwijten in de theorie steken, want in het dagelijks leven bleken de europese joden volkomen normale burgers te zijn [...]. Toen de Jodenvervolgingen in Nazi-Duitsland scherpere vormen gingen aannemen, ontving Himmler dan ook talrijke verzoeken van Duitse 'volksgenossen' die voor 'hun' joden een goed woordje wilden doen. Himmler beklaagde zich over deze brieven. Als hij op al die verzoeken moest ingaan, zo meende hij, zouden er in Duitsland meer joden zijn dan in heel Europa te vinden waren.

vrijdag 2 december 2011

Animal's people - Indra Sinha

Het tweede boek dit jaar dat ik lees dat is opgebouwd uit ingesproken audiotapes. Ik ga graag naar India. Waar er in Groot-Britannië een grote literaire scene is ontstaan in haar voormalige koloniën, blijven de Indische en Surinaamse en antiliaanse schrijvers in de hedendaagse Nederlandse literatuur afwezig. Animal's people, een van de shortlisted boeken voor de Bookerprize van 2007 en op de 1001 lijst van boeken die je gelezen moet hebben, valt in die traditie.
Het verhaal speelt in de achterbuurten van de Indiaanse stad Khaufpur (lees: Bhopal), waar een giframp nog altijd voor grote gezondheidsproblemen zorgt. Zo is de rug van hoofdrolspeler Animal vervormd door het gif en de vlammen, waardoor hij zich op vier voeten moet voortbewegen. Indiase romans over de achterbuurten vind ik niet zo vaak, misschien omdat de meeste Indiase schrijvers in Groot Britannië wonen en uit de gegoede klasse komen?
Het is een zeer beeldende roman, ik zat steeds te bedenken wat een mooie Anime van dit boek gemaakt kon worden. Aan het einde vond ik de roman wat te makkelijk worden, de Kampani die verslagen wordt, Animal die zichzelf eindelijk mens vindt en uiteindelijk de operatie om en rechte rug te krijgen niet zal doen, de door een Franse non aangekondigde apocalyps die een nieuwe brand in de giffabriek blijkt te zijn, het ligt allemaal nogal voor de hand. De mooiste tape van het boek vond ik het deel waar de eerste herinneringen van Animal en de eerste giframp en brand worden verbeeld aan de hand van een jaarlijks terugkerend festival waar men over hete kolen moet lopen.

Dit wordt een bookcrossingboek.

Vile bodies - Evelyn Waugh

Dit was op zich allemaal amusant, maar daar blijft het ook wel bij. Het had niets waardoor het mij echt zal bijblijven. Het stond op de 2006 lijst van de 1001 boeken die je gelezen moet hebben, en is in 2008 daar vanaf gehaald, en daar ben ik het wel mee eens.

woensdag 26 oktober 2011

Dokter Zjivago - Boris pasternak

Ik ben een maand in dit boek geweest. Dat maakt het moeilijk een recensie te schrijven. Het is een groot boek. 550 bladzijden valt nog wel mee, maar de thematiek en rijkwijkte zijn enorm, overdonderend. Wat dat betreft is het bijna het tegenovergestelde van mijn vorige boek, dat vooral heel klein was.
Dokter Zjivago begint tijdens de revolutie van 1905, gaat door met de revolte in 1917/1918 en eindigt om en nabij 1955. Het beschrijft de geboorte en de wording van de Sovjet Unie. Net als in Berlin Alexanderplatz voel je door het hele boek heen, ook al lees je weinig over de eigenlijke strijd, de revolutie. Het bepaalt het doen en laten van alle figuren in het boek. Ergens beschrijft Lara hoe de revolutie relaties tussen mensen opnieuw en heel anders definieert. Alle Russen moesten opnieuw leren wie en wat zij waren binnen het communisme en opnieuw leren hoe zij en hun partner en hun kinderen en families en vrienden zich verhouden.
Zoals veel Russische boeken meandert het alle kanten op, met enorm veel details. Personen worden op pagina 57 een keer genoemd en duiken op pagina 298 weer op. Naar het schijnt zit het boek vol met symboliek, veel beschrijvingen van bijvoorbeeld bomen of natuur staan symbool voor gevoelens. Dat heb ik allemaal gemist, vermoed ik. :) Net als veel van de opmerkingen van Zjivago, die eigenlijk een Russische intellectueel is, mij vreemd zijn.

Dit boek staat in mijn kast met gelezen boeken.

donderdag 20 oktober 2011

De gele regen - Julio Llamazares

Wat een geweldig boek. Prachtige zinnen over een trieste, verlaten omgeving. Langzaam verdwijnt al het leven uit de omgeving. Een wereld met geesten, mos en roest blijft over, een man in verval, met verlies, heimwee, verlatenheid en ondraaglijke eenzaamheid. Geschreven als een geest die langzaam uit de wereld verdwijnt.

Ik las dat dit boekje in Spanje verplichte literatuur is voor de leeslijst. Hoewel ik het prachtig vind, vraag ik me wel af hoeveel plezier je een puber op school met dit boek doet. Ik zou er op die leeftijd niets van begrepen hebben.

Dit boek staat in mijn kast met gelezen boeken.

maandag 10 oktober 2011

Doodskap - Arnaldur Indridason

Zo'n reeks hap snap en niet in volgorde lezen is niet verstandig. Wat is er gebeurd? Waar is Erlendur? Wat is er gebeurd met Eva Lind? Wie is Andrés? Het duurde even voor ik het gevoel dat ik veel duidelijkheid over de personen miste opzij kon zetten. Het eerste deel van het verhaal kabbelt ook een beetje voort, het lijken eigenlijk vooral drie kleine zaken te zijn waar Sigurður Óli aan werkt. Pas over de helft van het boek komt er vaart in en komen de verschillende verhaallijnen mooi bij elkaar. Het is een ander IJsland dan de eerdere delen, de zwaarmoedige en melancholieke IJslandse sfeer is verdwenen, iedereen feest mee op de bankenbubbel. We weten natuurlijk hoe dat afloopt...

Geen van de boeken die ik van Indridason gelezen heb haalt het bij Noorderveen, het eerste boek dat ik uit de Erlendur reeks gelezen heb (maar niet het eerste boek uit die reeks).

Ik heb erg de neiging om de Ijslandse letters in mijn hoofd heel anders te laten klinken, þ als Pee, æ als èh, ð als Dee. Soms heb ik geprobeerd de namen op zijn IJslands uit te spreken, tot vermaak van mijn poes, die gelijk van schoot kwam om naast mij te zitten en te luisteren wat voor vreemds ik nu weer aan het doen was. Bergfhora.Sigurthur.

zondag 2 oktober 2011

De verborgen bron - Hella Haasse

Dit is het landhuis in Rhijnauwen. Ik moest steeds aan dit huis denken terwijl ik het boek las.


Dit boek staat voorlopig in mijn kast met gelezen boeken.

vrijdag 30 september 2011

The kurosagi corpse delivery service

Wat is er toch aan de hand op Japanse universiteiten? In de manga voor deze kon een student bacteriën zien en in deze manga kan de hoofdpersoon praten met lijken. Een ander lid van de delivery service kan lijken opsporen met een pendel, wat leidt tot de hilarische opmerking: "Can't he just smell'm?"
Dit was een tussendoor manga. Het gegeven is aardig, met wat zwarte humor, maar ik vond dat er weinig met het gegeven gedaan werd. Erg standaard hororverhaaltjes, niet erg outside de box gedacht helaas. Geinig, niet meer, niet minder.

zondag 25 september 2011

De broncode - Eric Smit

Wat een heerlijk boek. Deze geschiedenis fascineert mij al sinds ik er voor het eerst van hoorde, volgens mij in een documentaire op VPRO-radio. Smit beschrijft alle mensen geweldig. In het begin zijn het vooral mensen die spelen dat ze topondernemer zijn. Later wordt uitvinder Sloot meegzogen in de wereld van de echte Capitals of industry en blijkt hoe weinig verschil er eigenlijk is tussen de patjepeeërs en de mannen die de toonzaal van de ICT bezetten. de brondcode is eigenlijk een thriller, maar zonder een einde aan het mysterieverhaal, zonder een detective die aan het eind de oplossing aan de lezer vertelt. Had Sloot nou echt iets uitgevonden, of was hij een oplichter? Juist omdat je het niet weet, niet te weten komt en niemand kan vertellen hoe de sceme dan in zijn werk gaat, blijft deze geschiedenis van begin tot eind fascineren.

maandag 19 september 2011

Ooku the inner chambers 6 - Fumi Yoshinaga

Ooku- the inner chambers is een manga met een alternatieve geschiedenis. In de Mid-edo periode (dat van de mooie paleizen en de Ronins en zo) in Japan wordt Japan geteisterd door een vreemd virus, the red-pox. Dit virus is dodelijk en maakt alleen mannen ziek. Het raast over het land en heeft dramatische gevolgen voor de mannelijke populatie. Japan is een zeer masculine samenleving, toen, en nog steeds. De shogun heeft geen mannelijke opvolgers door de red pox en besluit dit voor het land verborgen te houden. Zijn dochter neemt een mannelijke naam aan en neemt de troon over. Generaties lang wordt de troon van dochter tot dochter overgeleverd. De eerste generaties praten niet, of slechts achter een scherm, met hun volgelingen. De derde generatie (uit mijn hoofd, weet dit echt niet zeker) maakt zich als vrouwelijke shogun bekend. Ze houden wel hun mannelijke naam. Omdat er weinig mannen zijn, heeft de shogun een mannelijk harem, the inner chambers, om haar te bevruchten en voor nageslacht te zorgen. De vrouwelijke shoguns' belangerijkste taak is het zorgen voor nageslacht.
Ooku speelt met dit gegeven en gaat over de corruptie, het gekoer en gesteggel aan het hof van de shoguns en in de inner chambers. Slechts één van de mannen in de inner chambers heeft recht om te paren met de shogun tot er een nieuwe erfopvolging is, of tot blijkt dat die man geen erfgenaam weet te produceren en wordt vervangen. Dit wordt bepaald door de hoofd hofheer aan het hof van de shogun. Er ontstaan allerlei combines en ook sexuele uitspattingen tussen de mannen in de inner chambers.
De verschillende vrouwelijke shoguns hebben andere karaktertrekken en leiden he land ook anders. Ook de verschillende hofheren zijn anders van karakter. Het volledige hof wordt vervangen als de nieuwe Shogun aantreedt, dus het is ook voor de hofheren va belang hun positie uit te spelen.
Fumi Yoshinaga gebruikt allerlei historische werkelijkheid in haar alternatieve geschiedenis. De mannelijke namen die de vrouwelijk shoguns aannemen zijn de echte namen van de shogun die werkelijk regeerden. Zo kun je de boeken koppelen aan allerlei historische feiten uit de regerperiode van die shogun. Erg leuk.
De tekenstijl wisselt, zoals vaak in manga's tussen realistisch en bijna comic. Toch blijft bij Yoshinaga altijd duidelijk wie de persoon is, als is het soms moeilijk. De personen uit het boek worden door sommigen met hun voornaam en door anderen met hun achternaam aangeduid, en de Shogun ook nog meestal, maar niet altijd, met haar mannelijke nick. Soms krijgen de mannen vand Shogun en vrouwelijke nick, die alleen door haar gebruikt wordt. Als niet Japanner buitelen de namen nogal over je heen. Ook zien de hofdames en -mannen er veelal hetzelfde uit, met Kimono's en kammen in hun haar.
Een leuke manga, volwassen en met allerlei historische grapjes en feitjes. Ik hoop dat deel 7 snel komt.

zaterdag 10 september 2011

Het grote verlangen - Marcel Möring

Ooit kreeg ik in een envelop twaalf gekopierde eerste bladzijdes van boeken, zonder de titel. De bedoeling van het spelletje was om aan de hand van de eerste bladzijde te bepalen welk boek je wilde lezen. Bij mij werd het Het grote verlangen van Marcel Möring.
De eerste bladzijden van het boek vind ik nog steeds mooi, de herinnering van Lisa aan het leven met haar broers en ouders. Ouders die niet veel later tijdens een auto-ongeluk om het leven komen. De drie wezen komen in drie verschillende pleeggezinnen terecht. Pas als ze volwassen zijn ontmoeten ze elkaar weer. De twee broers gaan door Nederland trekken. Ze komen bij een aardappelmeelfabriek, waar een hoer in een peugot iedere vrijdag alle werknemers, in volgorde van belangrijkheid, de directeur eerst, over zich heen laat komen. Een scene die voor mij erg Gronings aandoet. De stank van aardappelmeel, die over de hele provincie leek te hangen, een bedwelmende laag zoetige kookdamp, herinner ik me nog goed.
En dan zijn we bij bladzijde 86 van een in potentie heel mooi boek en gebeurt er iets. Het verhaal schuift weer naar het heden en moet gaan over wat liefde is, over stedelijk verval en emotionele binding. Er is een meisje met een jurk met polkadots, een Ierse barfly, een gitarist van een band die door een motorbende in elkaar wordt gemept, de zus verlaat haar man, een nacht in een club en een apothekersassistente. Het komt voor mij nooit bij elkaar, ik zie het verband niet, ik zie niet wat Möring hier wil zeggen over liefde. Al die personages, al die hoofdstukken, blijven losse eindjes, hebben geen verbinding met het verhaal, met elkaar. Die gitarist die in elkaar gemept wordt blijft alleen een beeld van de wereld in verval en doet verder niets extra's. Het meisje met de polkadots is het symbool van de onmogelijkheid van de hoofdperson om emotionele banden te ondergaan met anderen, maar daar blijft het dan ook bij. Het komt nooit tot een synthese.
Pas aan het eind, als Möring het orginele verhaal weer oppakt, wordt het weer een samenhangend geheel en vind ik het boek gelijk weer mooi.

Vijf dagen later, toen de Spoetnik de dampkring verliet, werden Lisa en ik met een keizersnede geboren en terwijl de Spoetnik baantjes om de Aarde trok en zijn eenzame bliepjes uitzond schreeuwden wij onze longen vol en waren wij, de Gemini, gelanceerd in de wereld die we zo lang hadden gemeden.

zondag 4 september 2011

Forget sorrow - Bell Yang

Forget sorrow - Bell Yang

wat een heerlijke graphic novel was dit. Een interessant gegeven, en heel mooi uitgewerkt. Ik hou heel erg van zwart-wit tekeningen. Het boek is het verhaal van de familie in china, van 1940 tot nu, vertelt door vader aan zijn dochter, die weer thuis is komen wonen op vlucht voor haar stalkende ex-vriend. Eigenlijk zijn veel plaatjes in essentie niet meer dan twee pratende mensen, maar er gebeurt zoveel op de achtergrond. De poes, blaadjes in de wind, spelende kinderen. Je kan elk plaatje wel tien minuten bekijken. Het meest gruwelijk is de vlucht van de vader voor de communistische soldaten naar Taiwan, waar zijn dochter geboren zal worden. De episode heeft genoeg verhaal in zich voor een hele roman, maar neemt uiteindelijk maar tien plaatjes is beslag. Toch komt het net zo hard aan.
Als grootvader in het midden van De grote sprong voorwaarts al zijn kinderen bezoekt voor eten en een plek zie je hoe en dictatuur mensen in zijn greep houdt. Ondanks dat hij de vader is van zijn kinderen is hij voor zijn kinderen in de eerste plaats een door de dictatuur benoemde kapitalist, een gevaar voor de toekomst, iemand waarmee ze absoluut niet mogen omgaan.

“a gem cannot be polished without friction, nor a man perfected without trials.”

Ik heb dit boek kado gedaan aan mijn vader.

woensdag 17 augustus 2011

Het babelvirus - Neal Stephenson

Het babelvirus - Neal Stephenson

Het babelvirus is Science Fiction, maar is geschreven in 1992. Sommige SF blijft vooruitstrevend. Zo is Zenuwmagiër ook nu nog een actueel boek. Het babelvirus voelt, ondanks dat het in alles SF is, ouderwets. Het is wel het eerste boek dat melding maakt van een avatar, en was dus op het moment van schrijven wel echt vooruitziend. Tenslotte was er in 1992 nog geen internet en stond de ontwikkeling van de PC nog in de kinderschoenen. We gebruikten Comodore 64's. Nu, twintig jaar na dato, doet het internet zoals hier geprojecteerd wel oubollig aan.
Het verhaal gaat over een virus dat zowel informatievirus als DNA-virus is, en wat dus programeurs kan doden als die inpluggen op het web. Dat is een aardig gegeven, dat helaas volledig vermoord wordt omdat het boek totaal niet loopt. Het boek doet namelijk aan als de laatste tien bladzijden van een Miss Marple mysterie, waarin Ms M. uit de doeken doet wie de moordenares is. Maar dat dan dus honderden bladzijden lang, in een soort gesprek met een bibliothecarisprogramma.
Het hart van het boek vormen een aantal Soemerische mythen, waarmee je mensen tot robots kunt maken. Of zo. Soemerische mythen, waar een soort moderne Citizen Kane met een religiecomplex de wereld mee wil veroveren. Een gegeven wat ik belachelijk vind en maar voor kennisgeving heb aangenomen.
Die bibliothecaris vond ik wel weer een leuke vondst. Net als het virus dat zowel een informatievirus als en DNA virus is en de wereld die is opgedeeld in allerlei franchises, zoals Meneer Lee's Groter Hong Kong of dominee Waynes Paarlen Hemelpoort. Dit gegeven komt ook voor in Stephensons andere vertaalde boek 'De alchemist', wat _wel_ een heel goed boek is. Ook de waakbeesten, electronica met de zielen van straathonden, zijn aardig.
Maar al die Soemerische mythen, verweven met andere geloven en met de informatietechnologie, laat dat alsjeblieft zitten.

Dit boek heb ik ergens buiten neergelegd als bookcrossingboek, zodat het gelezen kan worden door iemand anders.

The burnt-out town of miracles - Roy jacobson


Ik kocht dit boek in Norli's in Bergen, Noorwegen. De keuze had te maken met de dikte van het boek, precies 200 bladzijden, zodat het niet teveel zou wegen op mijn fiets/wandeltocht. Ik wilde iets lezen van een Noorse schrijver, wat, vertaald in het Engels, toch best moeilijk bleek. Hamsun was vrij overvloedig te krijgen, maar ook wel depressief. Maar bijvoorbeeld Erlend Loe, Johan Harstad of Herbjorg Wassmo, toch hedendaagse Noorse schrijvers, waren niet te vinden.

Het was interessant om te lezen over een oorlog, de Fins-Russische, waarvan ik niet meer wist dan dat die er geweest was, slechts als een voetnoot in de grote geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Het dorpje Suomussalmi wordt met de grond gelijk gebrand door de Finnen, zodat ze het dorpje beter kunnen verdedigen. Alle inwoners moeten evacueren, maar een, Timo weigert dat en blijft. Hij wordt gevangen genomen door de Russen en moet samen met een groepje Russische gevangenen hout hakken voor de troepen. Timo weet alles over de Finse winter en hoe deze te overleven. De Russische houthakkers hebben Timo nodig om te overleven, maar Timo net zo goed de Russische houthakkers, die hem in staat stellen sterker te zijn dan hij is. Het dorpje wordt weer overmeesterd door de Finnen, waarna hetzelfde verhaal, nu met andere soldaten, weer van voren af aan begint. In het tweede deel van het boek verschuift het verhaal van een ik-persoon naar een hij en begint Timo de oorlog te verwerken.

Het grote overzicht van de oorlog, dat 2000 Finnen in Suomussalmi (ik copy-paste dat, met jullie goedvinden :) ) daar 50.000 Russen hebben afgeslacht, merk je slechts zijdelings in deze roman. Er is een beeld in de roman van Russisch materieel dat als een grote slang dwars door Finland slingert tot aan dit dorpje, waar ze volledig verwoest wordt. Ook het beeld van het meer dat 5000 lichamen had vrijgelaten, maar dat er nog veel meer heeft doorgeslikt, vond ik erg treffend.

Pas later, in alle reviews die ik gelezen heb, werd Timo als de dorpsidioot en autistisch afgebeeld. Dat vond ik hem helemaal niet. Hij was een Finse boer die afgezonderd leefde in een boerderij, en door de winter, sneeuw niet vaak mensen om zich heen had en wat afstandelijk is. Hij wilde niet weg uit het dorpje Suomussalmi (copy-paste) omdat hij daar nu eenmaal hoorde en geen idee had waar hij anders zou kunnen wonen. Dat vind ik eigenlijk wel logisch.

Dit boek heb ik ergens buiten neergelegd als bookcrossingboek, zodat het gelezen kan worden door iemand anders.